Direct naar de inhoud.

Stadskanaal, wat ben je toch veranderd in al die jaren (4)

  • door:
  • op:

Een wandeling naar De Brouken (4 slot)

Door Anton de Wijk

Ik draai me om en vervolg mijn weg door het Pagedal.
Het is een prachtig recreatiegebied, in trek bij wandelaars maar ook bij
mountainbikes die door het heuvelachtig gebied crossen om hier hun
krachten te beproeven. Veel hondenbezitters wandelen hier graag met hun
viervoeter omdat ze hier volop de ruimte hebben.
In de verte wandelt een man, telkens gooit hij een stok weg waar zijn
herdershond achteraan sprint en het weer terugbrengt bij zijn baas.
Het spelletje herhaalt zich keer op keer totdat ze achter een heuvelrug verdwijnen
en uit het zicht zijn verdwenen.

Sommige wandelaars groeten vriendelijk, anderen lopen je op een halve meter
afstand voorbij en gunnen je geen blik waardig.
Ik kijk hier overigens niet van op, jarenlang liep ik langs de straat en groette de
mensen als ik naar hun brievenbus liep, als ze op hun erf bezig waren.
Sommige keken niet op of om en namen niet de minste moeite je groet te
beantwoordden. Nou is daar natuurlijk niemand toe verplicht, maar het
tekent het karakter van de desbetreffende persoon.
Soms dacht ik wel eens dat deze mensen een hekel hadden aan zichzelf, nooit
een glimlach of een vriendelijk woord, maar nukkig en introvert.

De prille laagstaande voorjaarszon blinkt door de kale bomen, ze werpt lange
schaduwen op het pad waarop ik loop. Het is nu nog maar midden maart, maar straks,
over enkele weken, wanneer de zon hoger komt te staan en de temperatuur zal
oplopen naar een graad of tien, zal de natuur zich hier doen gelden wanneer alles weer
tot wasdom komt.

Dan zullen de kale bomen weer blad gaan dragen, het overdadigende groen zal
gaan overheersen en de grauwheid van de achter ons liggende winter is dan op slag
verdwenen. In een week tijd kan alles opeens een ander aanzien krijgen, wanneer
de knoppen openbarsten en de bloesem ons verkondigt dat de lente weer is
aangebroken. Het lijkt wel of het ieder jaar sneller gaat, dit is niet onmogelijk want
sommige planten bloeien nu weken eerder dan een jaar of twintig geleden.
Ik las eens dat door het versterkte broeikaseffect ons land sinds 1950 twee keer zo
snel is opgewarmd als de gemiddelde wereldtemperatuur. En dat is nogal wat.

De naam Pagedal is ontleend aan een afwateringsbeek die stroomt van het Pagedal
via de gehuchten Ter Maarsch en Veenhuizen naar Onstwedde.
Het Pagediep is plm. 7 km lang en mondt uit in het Mussel-Aa kanaal.
Via bruggetjes passeert men af en toe de beek in het Pagedal, officieel hier Broeklanden
geheten. Maar zover gaat mijn wandeling niet, ik sla af naar het sport en recreatiecen-
trum Het Pagedal, eerder Het Pagecentrum genoemd, gebouwd door het Stadskanaal-
ster bouwbedrijf Simon Benus.

Op de T-splitsing Hoveniersweg – Maarsbroek, sla ik via het fietspad rechtsaf richting Onstwedderweg. Even later doemt aan mijn rechterhand de 10 etages hoge flat De Renne,
met recht voor mij de eveneens 10 verdiepingen tellende flat Achterstekamp voor mij op.
Als ik laatstgenoemde flat heb bereikt, kijk ik vanaf het fietspad naar de naastgelegen flat
waarbij ik mijn hoofd in de nek moet gooien om naar boven te kijken.
De wind blaast koud om de hoek van de flat en ik hoor hem door de kale bomen blazen
aan   het naastliggende fietspad.

Het is een publiek geheim dat van beide flats in het verleden enkele mensen naar beneden
zijn gesprongen om op die manier vrijwillig een eind te maken aan hun leven.
Daar is moed voor nodig, zei ooit eens iemand tegen mij. Daar heb ik een andere mening over, want in de laatste seconden voor de fatale sprong, zal er van moed absoluut geen
sprake meer zijn. Dan is er nog maar één ding dat telt, verlost worden van dit aardse
bestaan die hun beklemt en waarin ze totaal geen uitweg meer zien.

Ik huiver als ik naar boven kijk en kan niet bevatten welke wanhoopsdaad en tragedie
hier achter schuil gaat. Niemand van ons zal dit ook ooit weten, het gaat je verstandelijk
vermogen te boven. Maar dat deze mensen geestelijk totaal ontreddend zijn, daarover
bestaat geen enkele twijfel.

In mijn kennissenkring heb ik zoiets ooit eens meegemaakt,
en ik verzeker u dat het diepe wonden slaat in het menselijk bestaan.
Ik maak een globale berekening van de hoogte van de flat en kom tot een meter of twee,
drieëndertig. Ik draai mij abrupt om, om het beeld van mijn netvlies te krijgen.
Dan sla ik linksaf tot aan de rotonde Onstwedderweg – Atlantislaan.

De Onstwedderweg was in de jaren ‘50 een smalle klinkerweg, bijna aan het eind ervan
ter hoogte van het Boerendiep bevond zich in de weg een brug met een aanzienlijke
hoogte in de weg.
Het was een tamelijk steil stuk dat met name in de winter tijdens gladheid voor de
nodige problemen zorgde voor het gemotoriseerde verkeer.

Aan de voet van de brug bevond zich het huisje van postbode Jan Piening, het dak van
het huisje stak een paar meter boven de hoogte van de weg uit. Je kon het bij wijze van spreken bijna aanraken. Achter het huisje, dat al jaren geleden is afgebroken is iets
verderop de Piet Prinsschool gebouwd.

Op de hoek Onstwedderweg – Poststraat waar nu een Tango tankstation is gevestigd,
stond toen een boerderij van de familie Maarsingh die werd afgebroken. Jaren later
na de afbraak, liet de vanuit Sellingen afkomstige Poolse garagehouder Podgórsky, er
een nieuwe Peugeot garage bouwen, die later werd overgenomen door zijn schoonzoon.

Ongeveer op de plek van het huidige bejaardentehuis Maarsheerd stond de boerderij
van de familie Deuling, iets verderop op de plek van zwembad De Wieke (nu Wieke
zoom) naast het politiebureau, stond eveneens een boerenbehuizing van B. Degenhart
Drent. In al deze afgebroken panden liet ik in het begin van de jaren ’60 de post door
de brievenbus glijden.

Zo mijmerend over jaren geleden zie ik rechts het nieuwe Plan Waterland met mooie
waterpartijen, villa’s en landhuizen. De eerste huizen verrezen hier zo ongeveer in het
midden van de jaren ’90. Voor die tijd was het een kale vlakte, er stond een klein
arbeidershuisje aan het Boerendiep met een gammele brug ervoor die soms aalglad
was wanneer het had gevroren, of bij een vochtige neerslaande mist.
Aan de overzijde ervan wat wij nu de Bevrijderslaan noemen, stond nog een kazemat,
een overblijfsel uit de Tweede Wereldoorlog.

De patrouillerende soldaten die zich hierin hadden verschanst, konden op deze manier de
Onstwedderweg scherp in de gaten houden.
In de herfst heerste hier één en al bedrijvigheid van aan- en afvoerende aardappelschepen
bij de aardappelmeelfabriek ‘De Twee Provinciën’, wanneer de campagne weer op gang
was gekomen. Er dreef menig keer een vieze drab op het water die werd veroorzaakt door
rottende eiwitten welke behoorlijk konden stinken.

Vandaag de dag zouden alle milieuactivisten zich verenigingen in een knallend protest,
tot aan het Binnenhof in Den Haag. Maar in die tijd namen de omwonenden er weinig
aanstoot aan omdat het behoorde bij het dagelijks leven.
Veel arbeiders woonden rondom de fabriek, met name in de Fabrieksstraat waar ook
de directeur van de fabriek woonde. Toen het aardappelvervoer later per vrachtwagen
werd overgenomen, was het een komen en gaan van zwaar beladen wagens die zich
toen door de Fabrieksstraat moesten manoeuvreren.

Ik vervolg mijn weg langs de Atlantislaan en passeer de Total benzinepomp van Peter
Spakman. Bij de rotonde ga ik rechtsaf en sla de Europalaan in om die even later over te
steken naar de Vlaanderenlaan. Links passeer ik de aula van het uitvaartcentrum
Maarsstee, genoemd naar de woonwijk die ik nu binnenwandel. Voor de bouw van dit
uitvaartcentrum, werden de belangen behartigd in een groot wit pand aan de Westerwoldselaan 2 door de fam. Kunst.

Als ik het wel heb werd in maart 1971 het
nieuwe onderkomen in gebruik genomen aan de Vlaanderenlaan 1. De aula werd naar
mijn idee pas later naast het woonhuis/annex kantoor gebouwd.
Nu heeft hun zoon de taken overgenomen en woont in het woonhuis naast de aula.
Even verderop heersen grote bouwactiviteiten.

De fa. Benus bouwt naast de Baldakijn
een nieuwe school. Het is kort na drieën als ik er langs wandel, het is druk in de straat.
Taxibusjes rijden af en aan om de leerlingen van de Baldakijn, een school voor speciaal
basisonderwijs te vervoeren.

Op een parkeerplaats staan leerkrachten met een grote groep leerlingen die blijkbaar
staan te wachten op vervoer. Er klinkt een geroezemoes van doorelkaar klinkende
stemmen. Tussen de garages door aan de Vlaanderenlaan zie ik de twee flats van de
Duurwoldselaan die gebouwd zijn nadat de drie flats aan de Groningerlaan waren
afgebroken.

Hier op deze plek, achter de eerste flat van de Belgiëlaan, lag voor de
nieuwbouw de verkeerstuin. Hier kregen kinderen les in het verkeer.
Gezeten in trapauto’s werd hun op jeugdige leeftijd spelenderwijs geleerd hoe ze zich
dienden te gedragen in het verkeer, waarbij verschillende verkeerssituaties waren nage-
bootst.

Helaas moest de verkeerstuin wijken voor nieuwbouw die op deze plek tegen het eind
van de jaren ’80 werd gerealiseerd. Gelukkig heb ik voor de afbraak van de verkeers-
tuin nog een serie dia’s kunnen maken ter herinnering hoe het eenmaal was.
De eerste huizen in de wijk Maarsstee was de laagbouw in de Groningerlaan.

Met de bouw ervan werd omstreeks 1958 begonnen en de eerste rijtjeswoningen, de
nummers39 t/m 57 kwam in 1959 gereed.
De andere huizen moesten toen nog gebouwd worden.
Ze kwamen uit de Koninginnelaan, de eerste bewoners die in 1959 neerstreken in het
eerste blok op nummer 55. Ze waren in 1955 getrouwd, op een zaterdagmorgen, dat
kon toen nog omdat toen de zaterdag nog een gewone werkdag was.

De Groningerlaan stond aan het eind van de jaren ’50 via een houten brug over het Boerendiep in verbinding met de Shell-laan, nu Hunzingolaan.
In de nabijheid van de brug stond een huis waarin de fam. Scholtens woonde.
Als je in die tijd door de Groningerlaan fietste, kon je de aardappelmeelfabriek
“De Twee Provinciën” en de huizen aan de Krommewijk bij goed helder weer duidelijk
onderscheiden.

De winkels aan de Nederlandlaan, tussen Groninger- en Frieselaan
kwamen in 1960 gereed. De inrichting van de wijk Maarsstee heeft tot omstreeks 1964,
1965 geduurd. Vroeger sprak men van 1e, 2e en 3e fase van Plan Ter Maars om een
woonwijk aan te duiden. Via de Groningerlaan loop ik de Fivelingolaan binnen en steek
even later de Amerikalaan over (de vroegere Kettingwijk) en neem de doorgang tussen de
Cederhage

Nauwelijks 100 meter verder ben ik weer thuis na een wandeling van twee uur die vele
indrukken heeft opgeleverd “Moe?” Mijn vrouw schuift een kop thee naar me toe.
“Dat valt wel mee, onderweg kun je hier en daar nog wel even op een bankje neerploffen
om eventjes bij te komen. Alleen de wind viel tegen, koud en guur blies ze af en toe fel
in m’n gezicht. Verder heb ik een blaar opgelopen en heb last van brandige voeten.”
“Daar is wel iets tegen te doen,” zegt ze, terwijl ze opstaat en een teil met koud water
vol laat lopen.

“Trek je schoenen en sokken maar alvast uit.” Ze zet de teil voor mijn voeten en zonder
aarzelen steek ik ze in het ijskoude water. Ik voel een tinteling naar mijn buik omhoog
kruipen die het koude water veroorzaakt. “Jeetje, dat is koud zeg!”

Ik blaas in de hete thee die mijn brillenglazen doen beslagen. Aan de overkant van de tafel
ontwaar ik een mistige schim, die tegen me zegt:
“Weet je nog hoe we tijdens een van onze vakanties in Oostenrijk, na een dag door de
bergen gezwalkt te hebben afgepeigerd terugkwamen op ons verblijf, wat de pension-
houdster toen tegen ons zei?” “Zilly bedoel je?”

Het beeld, nu ik met mijn voeten in het teiltje zit, zie ik opeens weer verschijnen en hoor
ik haar zeggen: “Schuhe und Strümpfe auszieh’n und ins Bach mit euch, das tut gut.”
Er stroomde daar een beekje van nauwelijks anderhalve meter breed met heerlijk koel verkwikkend water.

Zittend op een brede post lieten wij een half uur lang onze benen in
het water bungelen die de vermoeidheid en brandige gevoel uit onze voeten deed
verdwijnen. “Kom, ik ga met het eten bezig, je zult wel honger hebben na zo’n lange
wandeling.” De woorden van mijn vrouw dringen langzaam tot me door.
“Schil je zo een paar aardappelen?”  

Epiloog
Ik hoop dat ik er in geslaagd ben met deze wandeling u het een en ander te vertellen
wat er zoal in de loop der jaren in onze gemeente is veranderd.
Veranderingen die ik uit hoofde van mijn werk allemaal heb meegemaakt.
Het centrum van de plaats lag vroeger in het deel dat toen tot de gemeente Wildervank
behoorde, de Handelsstraat, die men eerder de Van Boekerenstraat noemde.

Laten we eens beginnen ons een indruk te vormen van het centrum die liep vanaf de
Gele Klap tot aan, laten we zeggen voor het gemak café Oosterhuis, op de hoek van de
Lindenstraat. Achter de Gele Klap stond een prachtig mooi wit gebouw die men villa
Dijksterhuis noemde, in 1961 afgebroken.

Daarnaast was schoenenhuis Frieling met
daar weer naast de groente- en viszaak van Roelf Drenth.
Hier was het zaterdagsmiddags razend druk, Drenth had een kraam pal naast zijn zaak
van waaruit gebakken vis werd verkocht. Ik haalde ze toen voor een kwartje per stuk,
mooie grote bruin gebakken vissen. Hiernaast was een kruidenierszaak van Posthumus.

Aan de overzijde van de Barkelastraat was de dames en herenzaak van de fa. Zwartsen-
berg gevestigd, met ernaast café Lucas Jager die later door brand werd verwoest.
De zaak daarnaast was van Herman van der Beek met zijn herenkledingzaak.
Bloemenhuis Vinke was de volgende winkel op Handelsstraat 55.
Dan komen we bij garage Potgieter, met daarnaast de schoenenzaak van Koning.

Naast Koning was het verhuisbedrijf van Chr. Wijkens gevestigd, zijn buurman was
‘Jeude’Dalsheim, (niet oneerbiedig bedoeld overigens), maar zo werd in de volksmond
deze ondernemer, (die de oorlog gelukkig ongeschonden wist door te komen) in galante-
rieën genoemd.

Hiernaast stond het Luxor Theater, de bioscoop van Stadskanaal.
Filmoperateur was de heer Greven, de heer Piening zorgde ervoor dat je op de juiste
plaats kwam te zitten en Hollemans, of was het Koch?, verkocht de kaartjes.
Ik nam altijd balkon, keek je zo van boven op het witte doek.

Naast de bioscoop was café Bellevue, van Jo en Greetje Fuhler, hier hielden wij in de
winter onze toneelrepetities voor onze jaarlijkse uitvoering.
Motorhuis Henk Middel was de volgende zaak, waar destijds Bé Knigge (de latere politieagent) en Lude Noorman als monteur werkten.

Lude Noorman werd later begrafenisondernemer. Daar weer naast was Zaal Dijkstra,
later overgenomen door Boer en bekend geworden als discotheek Frascatie.
Als we de Sportterreinstraat oversteken komen we uit bij boekhandel Max Ossel.
Achter de zaak van boekhandel Ossel stond de groentezaak van Van Beilen.
Kapper Roggen woonde naast de boekhandel, even verderop zat notaris Broekema
en de fotozaak van Huizinga. Dan zijn we aangeland bij garage Bergman, waar de bussen
van Bergman en van de GADO samenkwamen.

De ijzerzaak van Boiten stond hier weer naast, op deze plek en in dit huis werd Geert Teis
geboren (G.W.Spitzen), schrijver en dichter in de Groninger taal. (Het Geert Teis Theater
is naar hem vernoemd)
Een herinneringsplaquette vindt u in de zijmuur van dit perceel waar nu een restaurant in
is gevestigd. Naast Boiten de rijwiel-onderdelenzaak van Van der Vinne, en de groente-
zaak van Voorintholt.

Op de hoek van de Lindenstraat stond café/slijterij van Evert
Oosterhuis, nu Harry Schut. Dat waren de zaken die toen in het centrum van Stadskanaal
hun nering hadden. Misschien heb ik er een paar vergeten, alles noteer ik vanuit mijn
herinnering, maar zo was het hier eind 50er, begin 60er jaren.

Zaterdagsavonds was hier het jongvolk op de been en was het een drukte van belang.
Men wandelde steeds op en neer van het busstation tot ongeveer de Gele Klap, totdat
de bioscoopvoorstelling begon want toen werd het wat rustiger op straat.
Tegen uiterlijk 12 uur ’s avonds was de rust weergekeerd, want dan brachten diegenen
die op het vrijerspad waren geweest hun meisje thuis. Misschien zijn er wel enkele die
hier elkaar voor het leven hebben gevonden, wie zal het zeggen.

Als er lezers zijn die elkaar op deze manier hebben ontmoet, zo tussen 1955 en 1965
mag u reageren. Als u wilt schrijf ik een nostalgisch verhaal over uw ontmoeting van
toen.    
                      
                            Reageren kan via antondewijk@rtvstadskanaal.nl

Complete woonwijken zag ik verrijzen, wijken en kanalen werden gedempt, fabrieken
verdwenen en bedrijven verplaatst naar grote industrieterreinen.
Stadskanaal kwam tot grote bloei toen Philips zich hier in het midden van de jaren ‘50
ging vestigen en er allerlei voorzieningen tot stand werden gebracht die door het bedrijf
van belang werden geacht.

Maar Philips is uit Stadskanaal verdwenen, het bedrijf waar eens meer dan 3000
mensen werkten, bestaat niet meer. Er heerste altijd een ongelooflijke
drukte bij de Buinerbrug waar de politie het verkeer regelde en tientallen bussen aan de
Electronicaweg geparkeerd stonden, om de Philipsmedewerkers naar de omliggende
plaatsen in de regio te vervoeren. Nu rest ons enkel de herinnering aan die tijd van toen.

Veranderingen zijn niet tegen te houden, al moet ik zeggen dat bepaalde veranderingen
niet altijd verbeteringen zijn.
Veel verdween door de uitbreidingsdrift in onze gemeente, al hoor je af en toe onder de
bevolking opmerken dat in het verleden wel erg veel mooie, oude, of karakteristieke gebouwen zijn afgebroken.

Vandaar deze impressie van hoe het vroeger eenmaal was, heden en verleden vloeiden
samen in een wandeling naar De Brouken. Hier en daar ben ik van de route afgeweken,
af en toe bewust, omdat ik niet na kon laten u hierover iets te vertellen.
Het lijkt me daarom gepast te eindigen zoals ik in mijn aanhef begon:
’Stadskanaal, wat ben je toch veranderd in al die jaren……..’

De in deel 1 gepubliceerde opmerkingen over het voorjaar van 1962, en de daarbij
behorende temperaturen, zijn uit eigen waarneming. Hieraan kunnen geen rechten
worden ontleend.



-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal