Direct naar de inhoud.

“Mijn baby heeft honger dus steel ik babyvoeding”

  • door:
  • op:

baby food - carrotZe parkeert haar derdehands fiets in de stalling bij de supermarkt aan het plein. Het is nu of nooit. Dan maar zo. Haar baby heeft honger. In Nederland is het crisis en ook in haar portemonnee. Blijkbaar wil het systeem niet anders. Ze is bleek en bang maar vastbesloten.

Het is druk in de super. Karren vol worden door de winkel gereden. Met hoge koppen er op. Ze kijkt naar camera’s. Naar personeel. Naar de manager die op tv zo aardig oogt. In zijn witte overhemd. In deze winkel loopt een andere manager. Lichtblauw hemd. Met strop. “Hang je er maar aan op.“ denkt ze. Ze weet wat ze komt doen en ze doet het in een keer goed. Twee blikken en een kleine zak met luiers. Van super ’s eigen merk. Nog drie dagen en dan is haar geld op de rekening maar daar koopt haar baby nu niets voor. Borstvoeding gaf ze door de stress niet meer. Het was op.

Uit de luidsprekers klinkt kerstmuziek. “Coming’ home for Christmas”, of zoiets. In ieder geval niet zonder voeding. Waarom loopt het bij de kassa’s niet wat door. Waarom nu juist zo druk. Het is toch bijna twee uur? In haar veel te grote jas propt ze twee blikken babymelk. Poeder. Ze ritst haar jas verder open en neemt een kleine zak luiers in haar hand. Als ze er nu uit loopt zal ze er uit zien alsof ze zwanger is maar men denkt maar. De eerste de beste die me aanhoudt  trap ik in elkaar, denkt ze. Ze kunnen me beter een baan aanbieden hier. Dat willen ze toch? Dat je je dood solliciteert met vier kinderen onder de vijf jaar? De prop met luiers in haar jas zakt wat naar beneden. Ze houdt haar hand als een echte zwangere dame onder haar buik. De baby kan er elk moment uitrollen. Ze neemt snelle passen. Hoort in haar hoofd haar kindje huilen. Ze moet naar huis, hij huilde al toen ze wegging. Vlakbij kassa vier. Het gaat goed. Haar hoofd gloeit, haar hart gaat tekeer. Ze loopt langs de snel kassa en is buiten. Buiten! Ha! Met minstens een week aan voeding. Ze snelt naar haar fiets en stap op zonder haar voeding in een fietstas te doen.

Harde stappen hoort ze achter zich. Ze wil maar een ding, zo snel mogelijk naar de flat in de achterbuurt waar ze waarschijnlijk nooit meer uit zal komen. Oh ja, ze had haar dromen. Leuke studie en dan bij de bank werken als de kinderen ietsje groter waren. Mooi pakje aan en misschien een auto. En dan van het vakantiegeld naar Ommen, naar een camping.

Ze draait zich om en kijkt in de ogen van twee politieagenten en de manager in het lichtblauwe hemd. Voorbij is het. Ze staat er op dat ze eerst naar huis mag om haar kleintje te halen, om dan mee te gaan naar het bureau. De andere drie zijn op school. Maar dat mag niet. Zo gaat dat in Nederland. Stikt u maar heel langzaam met uw kindjes, mevrouw. Diefstal is diefstal. Ook babyvoeding. Artikeltje 310. Jammer dan. Komt u maar mee.

U leest het goed.

Via onprofessionele weg kom ik achter haar adres. Haar heb ik mijn kerstpakket gegeven en een envelop met inhoud.  Glimlachend stapte ik in mijn auto. Dan maar zo. Ze vertelde mij dat ze nog hoort van dit alles en dat ze Bureau Jeugdzorg op haar dak krijgt wegens het ondervoeden van haar baby. Ik mag hopen dat als dit voorkomt in mijn zo geliefde rechtbank, dat de rechter het uit zijn of haar hoofd laat een geldboete of een taakstraf op te leggen.

Bij het weggaan uit de povere, armoedige flat kijk ik naar haar. Haar drie oudste kindjes aan haar been, haar baby op haar arm. Ik aai over zijn haartjes. Welkom op de wereld, kleintje. Welkom in Nederland.

“U bent vast een engel”, zegt ze. Ik schud mijn hoofd en zeg: “Nee. Ik ben iemand die nog nooit zo graag uit Nederland heeft willen vertrekken.”

 

Ik wens u een veilige week en een kerst met een goed gevoel.

 

Foto: Foter.com Rechtenvrije foto ‘s.

Lees meer op: www.karinsmalbil.com



-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal