Direct naar de inhoud.

Buurtgezinnen helpen elkaar: ‘Om hulp vragen zou niet langer een taboe moeten zijn.’

  • door:
  • op:
Yanoah en Thijs voetballen graag samen (foto: Ariënne Dozeman / RTV1)

VEENDAM – Buurtgezinnen is een initiatief dat gezinnen die het zwaar hebben koppelt aan gezinnen die graag willen helpen. De kinderen van het vraaggezin komen bijvoorbeeld bij het steungezin spelen of logeren. De gemeente Veendam doet sinds dit jaar mee aan het project en hoopt zo te voorkomen dat situaties escaleren en gezinnen in de hulpverlening terecht komen.

We zitten bij Wietske aan de keukentafel. Ze is jeugdverpleegkundige en haar man heeft een installatiebedrijf. Het gezin telt drie kinderen, Thijs van 10, Amber van 8 en Eline van 5. Een paar keer per week komt Yanoah spelen. Hij is net als Thijs 10 jaar en samen hebben de jongens de grootste lol. Yanoah blijft vaak eten en soms ook logeren.

De jongens wonen bij elkaar om de hoek, toch speelt Thijs nooit bij Yanoah thuis. En dat heeft een reden, de vriendschap is namelijk niet geheel toevallig ontstaan. Judith, de moeder van Yanoah, vroeg hulp bij Buurtgezinnen. Een landelijk project waarbij gezinnen waar het even niet zo lekker loopt worden gekoppeld aan een ander gezin in de buurt.

‘Yanoah is een gevoelige jongen, ik gunde hem een plek waar hij zichzelf kan zijn en kan spelen’, vertelt Judith. Samen met Marije van Buurtgezinnen schreef ze een profiel dat Wietske vervolgens voorbij zag komen op Facebook. Wat begon met een keer per week een middag spelen groeide uit tot een hechte vriendschap tussen de jongens. Wietske: ‘Thijs kan vaak niet wachten tot Yanoah weer komt spelen of logeren, dan staat hij op de hoek van de straat al te wachten.’

Gelijkwaardigheid

‘Er is geen verschil tussen mijn gezin of dat van Judith’, vertelt Wietske, ‘over vijf jaar kunnen de rollen omgedraaid zijn.’ Een aantal jaren geleden kampte ze zelf met een postnatale depressie. ‘Als er toen zoiets als buurtgezinnen had bestaan had ik misschien aan de bel getrokken.’

Die gelijkwaardigheid is wat wethouder Ans Grimbergen raakt, zij is bij het gesprek aanwezig. ‘In elk gezin kan iets gebeuren, nergens gaat het perfect.’ Grimbergen neemt haar petje af voor gezinnen die hulp durven te vragen wanneer de emmer overloopt.

“Ik ben geen superwomen, op een gegeven moment heb ik mezelf de vraag gesteld wat mijn kinderne nodig zijn” (Judith zocht hulp bij Buurtgezinnen)

Geen superwomen

Het was voor Judith niet makkelijk om hulp te vragen. Immers, de vuile was hang je niet buiten. Ze is terughoudend over wat er precies speelt of op welk moment ze toe moest geven dat het zo niet langer ging. Wel vertelt ze dat ze meerdere kinderen heeft die allemaal een vorm van autisme hebben. Ook is Judith de hoofdkostwinnaar van het gezin. Judith: ‘Ik ben geen superwomen, op een gegeven moment heb ik mezelf de vraag gesteld wat mijn kinderen nodig zijn.’

Taboe doorbreken

Judith en Sietske zouden graag zien dat het normaler wordt om als ouder om hulp te vragen. Daar lijkt toch een taboe op te rusten. Judith: ‘Aan de buitenkant lijkt het alsof iedereen een geweldig leven heeft, zonder problemen en met gelukkige kinderen. De werkelijkheid is vaak anders.’ Daarom is ze dit gesprek ook aangegaan, ze hoopt dat meer gezinnen die het moeilijk hebben de stap durven te zetten. ‘Ik gun meer mensen zo’n soort gezin, mijn kind is veel gelukkiger.’

Erger voorkomen

Wietske is zelf jeugdverpleegkundige in een andere gemeente. Ze verbaasd zich erover dat zoiets als buurtgezinnen niet op veel meer plekken wordt ingezet. ‘Als er problemen zijn kom je al snel bij jeugdhulp terecht, verder is er niks.’ Dat was voor wethouder Grimbergen een belangrijke reden om dit project te omarmen: ‘Dit is iets dat je kunt doen voordat het escaleert.’

“Het hoeft ook niet heel slecht te gaan binnen een gezin, soms is het gewoon heel moeilijk om alle ballen in de lucht te houden.”

Marije: ‘Het hoeft ook niet heel slecht te gaan binnen een gezin, soms is het gewoon heel moeilijk om alle ballen in de lucht te houden.’ Bijvoorbeeld wanneer een van de ouders ziek is. Een sociaal vangnet is niet bij iedereen vanzelfsprekend. Ook Judith kon niet aankloppen bij familie.

Thijs, Eline, Yanoah en Amber op de trampoline (foto: Ariënne Dozeman / RTV1)

Natuurlijk zijn er ook gezinnen waar de problemen te zwaar zijn voor een steungezin. Dan schakelt Marije andere hulp in. ‘Maar andersom zie je ook dat hulpverleners ons weten te vinden wanneer ze denken dat mensen gewoon wat extra hulp nodig hebben.’

Marije kijkt welke gezinnen goed bij elkaar passen en volgt ze vervolgens twee jaar. Daarna zijn de contacten vaak dusdanig goed dat haar rol als coördinator niet meer nodig is. De gemeente Veendam is de eerste gemeente in Groningen die het project heeft omarmt. Inmiddels zijn er tien koppelingen gemaakt tussen een vraaggezin en een steungezin.

 

 



-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal