VALTHERMOND – In Nederland worden jaarlijks meer dan 400 miljoen landbouwhuisdieren gehouden. Van kippen tot eenden en van koeien tot geiten. Ongeveer 230 daarvan zijn eigendom van Willem Hempen en Claudia van der Laan uit Valthermond. Zij houden geen schapen of koeien, maar zogeheten akkervarkens. En dat zou zomaar eens de toekomst van de varkenshouderij kunnen zijn.
Vanaf de geboorte van het biggetje tot de verkoop van het vlees in de boerderijwinkel. Hempen en Van der Laan houden – op de slacht na – alles in eigen beheer. “We willen er gewoon voor zorgen dat ze een zo fijn mogelijk leven hebben”, zegt Hempen.
Zo worden de varkens niet opgesloten in kleine en warme ruimtes, zoals bij grote varkensstallen kan gebeuren. De akkervarkens in Valthermond kunnen vanaf dag een wroeten in de modder, worden verwend met natuurlijk voedsel en komen aan aandacht niets tekort.
Kraamstal altijd open
Transparantie is het toverwoord volgens het Drentse stel. Bij de inrit van de boerderij staat bijvoorbeeld de kraamstal. Daar worden gedurende het jaar de biggetjes geboren. “Die stal is 365 dagen per jaar geopend. Mensen kunnen dus altijd getuige zijn van de geboorte van biggetjes”, vertelt Hempen. “Ik denk dat daarin ook het verschil zit met de grotere varkenshouders. In zo’n grote stal kom je vrijwel nooit.”
Daarnaast zit er ook verschil in het vlees van een roze varkentje uit een grote stal ten opzichte van een akkervarken. “Een varken groeit in een klein hokje, bij hoge temperatuur en weinig beweging het snelst. Wij willen onze dieren op een zo natuurlijk mogelijke manier grootbrengen. Ze bewegen veel, zijn altijd buiten aan het rennen en groeien dus minder snel”, verklaart de varkensboer. Hetgeen gevolgen heeft voor het eindproduct: vlees. “Je proeft zeker verschil, want beweging en voeding maken het vlees.”
Op de site van RTV Drenthe een video-item over dit onderwerp.
Dit is een artikel van Tom Meijers van RTV Drenthe. RTV1 en RTV Drenthe werken samen om de regionale nieuwsvoorziening te versterken.
Luister online
