
NIEUW-BUINEN – Sinds de opening van het Keramisch Museum Goedewaagen in Nieuw-Buinen wordt met steun van grote, Nederlandse verzamelaars onderzoek gedaan naar de productiegeschiedenis van Nederlandse keramiekfabrieken en de belangrijkste vormgevers. Die research leidde tot meerdere exposities per jaar en, indien mogelijk, tot tijdschriften- en boekpublicaties. Zo is de ‘Flora Plateel 1945-1997’ te zien vanaf 8 juli tot 23 december 2023 in het Keramisch Museum Goedewaagen in Nieuw-Buinen.
Goudse Plateelbakkerij Flora
Een van de onderzochte fabrieken was de Goudse Plateelbakkerij Flora, vanaf 1945 gevestigd aan de Stolwijkersluis van toen Gouda’s buurgemeente Gouderak. Directeur, ontwerper was Peter Antonius Eikenboom sr. (1907-1981). Al voor de oorlog gepokt en gemazeld in de toen oppermachtige Goudse, keramische industrie beheerste Eikenboom het ambacht van het plateelmaken door een door.
Wie is Antonius Eikenboom sr. (1907-1981)?
Hij wordt omschreven als een geniale ontwerper, maar ook als buitengewoon eigenzinnig mens. Een vrijbuiter die zich onttrok aan de CAO-afspreken van de grootste, Goudse fabrikanten. Personeel van elkaar overnemen was taboe, Eikenboom deed dat wel. Hij vroeg veel van zijn personeel en ook van zijn twee zoons Frans en Peet jr. die in 1960 medefirmant werden.
Aan het beeldrecht van fabrieken in binnen- en buitenland liet Eikenboom zich niets gelegen liggen. Toen de economie zich vanaf 1952 herstelde, begreep Eikenboom de tekenen van de tijd als geen ander. Mode was toen het Retro-design, het teruggrijpen op de vooroorlogse kunstnijverheid. Hij sprak, zeggen bronnen, geen woord van over de grens. Dat weerhield hem niet van het overnemen van Duitse modellen en decors waarvan hij met name op de Jaarbeurs van Frankfurt de verkooppotentie onderkende. Terwijl zijn vertegenwoordiger de auto terug naar Gouda bestuurde, zat Eikenboom naast hem al werktekeningen voor modellen en decors te maken.
Warenhuizen
Door ver onder de prijzen van zijn Goudse concurrenten te duiken slaagde hij erin zijn in hoog tempo geproduceerde ontwerpen in warenhuizen te vermarkten. Nieuwe decors werden steeds op een reeks modellen uitgevoerd. Lukte het niet om op de Utrechtse Jaarbeurs aan winkeliers in enen een nieuwe editie te verkopen, dan werd die naar verluidt verramsjd op de Belgische markt. Vanaf 1954 slaagde de Flora er zo in om goed te verkopen. In latere kunsthistorische studies werd dat succes ook geïnterpreteerd in dier voege dat de Flora een trendsetter voor het nieuwe design werd.
De voorloper op de ontwikkeling van glazuren
Dat Peter Eikenboom sr. met name bijzondere grafische decors ontwikkelde staat buiten kijf, maar nieuwe research leert dat Gouda’s oudste Plateelfabriek, de Plateelbakkerij Zuid-Holllands zowel qua model als decor en ook de ontwikkeling van glazuren de werkelijke voorloper was. De PZH echter had een veel te duur en sterk verouderd productieapparaat. De Flora, waarvan de fabriek in de watersnoodnacht van 31 januari op 1 februari vrijwel van de dijk spoeld, wist al heel snel in een herbouwd pand de productie te hervatten.
Hoog oplopend conflict
Eikenboom die vermoedelijk door de stress een ernstig drankprobleem had, kreeg in de jaren 60 – een periode waarin veel met grote bloemdecors werd gewerkt – een hoogoplopend conflict met zijn zoons die in 1967 uit het bedrijf stapten. In 1973 verkocht hij zijn fabriek, die werd in 1980 als nieuwe vestiging in het Overijsselse Hardenberg herstart. In de jaren 80 bracht Arie IJsselsteijn als nieuwe directeur modern design uit van de Leerdammer Floris Meydam en van jonge vormgevers als Jeroen Bechtold en Dorothé van Agthoven, leerlingen van keramiekdocent Jan van der Vaart aan de Amsterdamse Rietveld Academie.
‘Flora Plateel 1945-1997’, op basis van een heel grote schenking van Antoine Verschuren en Ton Oud te zien 8 juli tot 23 december 2023.
Naast rondleidingen en exposities organiseert het museum ook schilder workshops.
Geef een reactie