STADSKANAAL – Bij CBS De Maarsborg en OBS Meester Neuteboom in Stadskanaal is het feest: eindelijk kunnen de leerlingen en docenten zich verheugen op een nieuw schoolgebouw. Na een lang en emotioneel proces heeft het college van Stadskanaal het natuurrijke Maarsbroek aangewezen als de nieuwe locatie voor het kindcentrum. Blijdschap en opluchting overheersen zowel bij de scholen als bij de lokale politiek. Toch is de kritiek vanuit de gemeenteraad nog niet verstomd.
‘Er hangen slingers in de personeelskamer en er is taart voor de leerkrachten’, zegt een enthousiaste Carine Krale, directeur van CBS De Maarsborg. Haar school zal samen met OBS Meester Neuteboom worden ondergebracht in het nieuwe kindcentrum.
‘Je wilt dat het gezellig is’
Jarenlang leefden de scholen in onzekerheid, omdat locatie na locatie afviel. Zo waren de buurtbewoners van de locatie Brummelkant allesbehalve blij met de geplande komst van de school in hun straat. ‘Het is nu zoveel fijner dan terecht te komen in een buurt waar mensen je niet willen’, vervolgt Krale. ‘Je wilt dat het gezellig is, ook in het contact met de omgeving van de school.’ Krale en haar team kunnen niet wachten tot de eerste schop de grond ingaat: ‘We hebben er zo lang op gewacht. We zitten nu in een oud gebouw waar veel gerepareerd en vervangen moet worden. Dat kan gewoon niet langer.’
Ook bij de Meester Neuteboomschool is er een hoera-stemming. ‘We zijn blij dat er een knoop doorgehakt gaat worden’, aldus Paulien Hietbrink van scholengroep OPRON. ‘We hebben er heel lang op moeten wachten. Ondertussen zijn ook bij ons de omstandigheden in de school niet al te best, dus willen we zo snel mogelijk nieuwbouw. Ik maakte me hele grote zorgen dat door al het gedoe dit verdere vertraging op zou lopen, maar dat lijkt nu niet te gebeuren.’
Kritiek
De gemeenteraad deelt de blijdschap. Maar een deel is ook nog steeds kritisch op het proces naar de beslissing toe. Partijen verwijten wethouder Sterenborg slechte communicatie naar omwonenden van onder meer de Brummelkant vorig jaar. Ook vinden ze dat de raad zelf slecht op de hoogte gehouden wordt door de wethouder. Zo werd het laatste onderzoeksrapport, in tegenstelling tot de vorige, niet met de gemeenteraad gedeeld. Sterker nog: de gemeenteraad wist tot een dag voor de bekendmaking van de beslissing niet op welke locatie de keuze was gevallen.
Dit stuit raadsleden tegen de borst. ‘We hebben zelf naar de beslissing moeten vragen,’ aldus Jelmer van der Veen (Fractie Van der Veen). ‘Via een summiere raadsbrief kregen we een dag van tevoren te horen dat Maarsbroek gekozen was.’
‘Begrijp het gewoon niet’
Het college had eerst de omwonenden en de scholen willen informeren, en daarna pas de raad en de pers. Deze werkwijze is bij veel raadsleden slecht gevallen. ‘Ik zit al dertig jaar in de raad, maar zoiets heb ik nog nooit meegemaakt,’ aldus Erik Bieze (Gemeentebelangen Stadskanaal). Harma Zwiers (Lokaal Betrokken) vult aan: ‘Als omwonenden zo’n brief ontvangen, worden wij als raadsleden gebeld. Wat moeten we dan zeggen? ‘Nee, sorry, we hebben embargo tot vanmiddag, dus we kunnen niets vertellen.”
‘Het is gewoon heel gek, ik begrijp het gewoon niet. Zeker met al het gedoe wat eraan vooraf is gegaan’, aldus SP-fractievoorzitter Machteld Luijken. ‘Als het college één ding heeft moeten leren van deze kwestie, is dat je in dit soort grote dossiers samen met de gemeenteraad moet optrekken.’
‘Normale gang van zaken’
Wethouder Ingrid Sterenborg (ChristenUnie) begrijpt deze ophef niet. Volgens haar is dit een beslissing van het college en hoeft de raad daar niet van tevoren over ingelicht te worden. ‘Dit is een heel normale gang van zaken’. aldus de wethouder, die daarbij aangeeft dat het rapport later deze maand in de postvakjes van de raadsleden zal vallen. Ook het argument dat er in het verleden slecht zou zijn gecommuniceerd met omwonenden, herkent ze niet. ‘De bewoners van de Brummelkant waren het niet eens met ons voorstel. Dat betekent niet dat er slecht gecommuniceerd is.’
Ze erkent wel dat er lessen te leren zijn uit het langdurige proces dat aan dit besluit voorafging, maar wijst daarbij niet alleen naar zichzelf: ‘We moeten ons als college, maar ook als raad, beter bewust zijn van de opdracht en de kaders die we willen stellen.’