Direct naar de inhoud.

OM eist werkstraf tegen horecagast uit Veendam voor aanranding personeelslid

  • door:
  • op:
Vrouwe Justitia | © Pixabay

VEENDAM – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een werkstraf van 100 uur en een voorwaardelijke celstraf van twee weken geëist tegen een 50-jarige man uit Veendam. Hij zou in juli 2022 in zijn woonplaats een destijds 16-jarige jongen hebben aangerand.

Toen de jongen dit vertelde op zijn werk, bleek een collega een soortgelijke ervaring te hebben gehad met de verdachte. Ook hij deed aangifte. 

Uit de kast

Het slachtoffer werkte in een horecagelegenheid, waar de verdachte vaste gast was. Die bewuste avond zouden de twee aan de praat zijn geraakt, waarna de avond werd voortgezet bij de verdachte thuis. ‘We hadden het over zijn vakantie aan het Gardameer. Ik was daar vaak geweest en ik had tips voor hem’, zei de verdachte daarover. 

Eenmaal in de woning van de man ging het ook over homoseksualiteit. Het slachtoffer zou net uit de kast zijn en nieuwsgierig zijn geweest naar het onderwerp, vertelde de man. ‘Ik ben zelf ook homoseksueel en hij was heel nieuwsgierig’, stelde hij. Hij zou de jongen onder andere berichten hebben laten zien op een datingapp.

Expliciete foto’s

Volgens het slachtoffer liet de man daarop expliciete foto’s zien en greep hij het slachtoffer daarna in diens kruis. ‘Hij ging er vol op.’ Toen de jongen de woning verliet zou hij overstuur een vriendin hebben gebeld. Toen hij het later op het werk vertelde, stelde een andere collega dat dit hem ook was overkomen in 2019.

De verdachte ontkent de aanrandingen. ‘Ik snap er niks van. Ik heb dat niet gedaan.’ De reclassering maakt zich zorgen over het herhalingsgevaar bij de man. Hij zou eerder zijn veroordeeld voor aanranding en een poging tot aanranding. Hij weigert echter mee te werken aan psychologisch onderzoek. ‘Ik ben gewoon onschuldig’, zegt de verdachte daarop.

‘Heftig feit’

De officier van justitie zei niet te twijfelen aan de legitimiteit van de aangiftes. Ze stelde wel dat er in de tweede zaak te weinig steunbewijs was om de verdachte te veroordelen in die zaak. Ze sprak van een ‘heftig’ feit. ‘Er zijn grenzen overgegaan van een minderjarige die net uit de kast was en helemaal werd overrompeld. Dit heeft heel veel impact gehad.’

Volgens de advocaat van de verdachte is er in beide zaken te weinig bewijs. Zo werd er na onderzoek geen DNA materiaal gevonden van de verdachte op de broek van het slachtoffer. Hij pleitte voor vrijspraak. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.



-Meest gelezen artikel-

-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal