STADSKANAAL – Sporthal De Spont is dit weekend het decor van de 23e editie van het LFD Internationale Zaalkorfbaltoernooi. Organisator Atte van Haastrecht glimt van trots: voor de tweede keer in de historie waren er teams uit vier werelddelen aanwezig, namelijk teams uit Afrika, Azië, Amerika en Europa.
‘Clubs staan letterlijk in de rij. We hebben zelfs een wachtlijst, maar er passen maximaal twaalf teams in het schema’, vertelt van Haastrecht. Want tijdens het toernooi ziet de organisator de aanmeldingen voor een volgend jaar al groeien.
Het toernooi heeft een unieke plek in de korfbalwereld, legt Van Haastrecht uit. ‘Na EK en WK is dit hét podium voor landen en clubs die net onder de absolute top zitten. Wie zich niet plaatst voor een eindtoernooi, kan hier tóch internationale meters maken.’ Het deelnemersveld bestond uit zes landenteams en zes clubteams uit evenzoveel landen, met Stadskanaal als lokale club.
Elk jaar een andere winnaar
De balans tussen landenselecties en clubteams maakt het toernooi onvoorspelbaar. Vorig jaar won Stadskanaal het eigen toernooi; eerder ging de titel naar Platja d’Aro uit Catalonië (2019). ‘Dit jaar bleek die ploeg met een verjongingskuur bezig en dus minder sterk. Juist die dynamiek maakt het spannend’, aldus Van Haastrecht. Dit jaar won het team uit Wales. Op zondag staan er drie interlands op het programma.
(Tekst gaat verder onder video)
Wat maakt korfbal bijzonder? ‘Het is gemengd, sociaal en je ziet families van jong tot oud op dezelfde club’, zegt Van Haastrecht. ‘Van Kangoeroes (vanaf 4 jaar) tot senioren op leeftijd: iedereen kan meedoen.’ Intussen wordt er in 75 landen gekorfbald, vertelt hij, ‘meer dan veel mensen denken.’
Voor de organisatie is het toernooi geslaagd ‘als teams met een glimlach vertrekken, iets geleerd hebben en graag terugkomen’. Zware blessures zijn het schrikbeeld: dit jaar was er een gescheurde achillespees bij een speler uit Canada. ‘Dat is wel enorm zuur, want deze mensen reizen er erg lang voor.’
Luister online
