Direct naar de inhoud.

Hoe verliep de bevrijding van onze regio? ‘Het was een vreemde situatie in die dagen’

Bron: SHC Stadskanaal

REGIO – Het is april 1945, en na een kleine vijf jaar van onderdrukking door de Duitse bezetter zetten de geallieerden koers naar het uiterste noorden van ons land. De zuidelijke provincies waren eerder in 1944 al bevrijd en na operatie Market Garden bij Arnhem leek het erop dat ook net noorden snel bevrijd zouden worden, maar dat liep anders. Door hevige weerstand van de Duitsers bij De Rijn moeten de bevrijders terugtrekken.

In het voorjaar van 1945 keren de kansen en de geallieerden vechten zich in een snel tempo richting de provincies Drenthe en Groningen. De bevrijding van de provincie Groningen voltrok zich in drie regio’s: de stad Groningen, het ‘bruggenhoofd Delfzijl’ en de grensstreek tussen Musselkanaal en de Dollard. De bevrijding van die laatste regio is in handen van het Poolse bataljon ‘Strelcow Podhalanskisch’, onder leiding van generaal S.W. Maczek.

Vanuit het zuidoosten trekt Maczek met zijn bataljon richting de kanaalstreek. Geen gemakkelijke klus aangezien de Duitsers nog hevige tegenstand bieden. De troepen van Maczek moesten dan ook nog een flink gevecht leveren, onder meer bij Noordbarge, Buinen en Borger biedt de Wehrmacht veel tegenstand.

IJzeren klap

Daarnaast lopen ze bij de provinciegrens van Groningen tegen nog een probleem aan. Alle bruggen in de wijde omtrek waren opgeblazen door de Duitsers. Op één na; de ijzeren klap. Deze was door leden van het verzet uit handen van de Duitsers gehouden. Toen de Duitse soldaten Musselkanaal eenmaal ontvlucht waren en richting Stadskanaal en Onstwedde trokken ging verzetsman Klaas Jan Smit naar de Polen om te melden dat de soldaten de IJzeren klap over konden steken om zo over het kanaal te komen. Dit deden ze op 11 april 1945 en vervolgden vanuit Musselkanaal snel hun weg richting Mussel en Stadskanaal.

Aan het einde van de dag wordt de watertoren van Stadskanaal bereikt, met de naastgelegen Villa Ter Marse. Ten tijde van de oorlog woonhuis van de NSB’er Jacob Maarsingh. Op deze toch wel iconische plek nemen de soldaten stelling en overnachten daar om de volgende dag verder richting Stadskanaal te trekken.

Poolse militairen tijdens de bevrijding in de Ceresstraat, waar Huis ter Marse staat
Poolse militairen tijdens de bevrijding in de Ceresstraat, waar Huis ter Marse staat (foto: Collectie Streekhistorisch Centrum Stadskanaal).

‘No smoking!’

De opgeblazen bruggen bemoeilijken de opmars van de bevrijders. Ooggetuige Harm Venema (1930) uit Veendam weet nog goed hoe dat ging. Hij vertelde er in 2015 over tijdens het Verhalencafé ‘Herinneringen aan de bevrijding’ in Stadskanaal. ‘Aan de andere kant van de Gele Klap zaten de Canadezen’, zo vertelde hij. ‘Het is vreemd dat Stadskanaal nooit genoemd is in de verslagen van de Polen, terwijl ze er toch een dag zijn gebleven omdat de bruggen eruit lagen.’

Venema herinnerde zich ook nog hoe dit probleem, met behulp van de inwoners, door de Poolse soldaten opgelost werd: ‘Bij de Pekelderbrug hebben de Polen samen met omstanders van stropakken een provisorische brug gemaakt. Elke brug kreeg van de Polen een naam en deze werd heel toepasselijk “No Smoking” gedoopt.’

Chocolade en sigaretten

Op deze manier kunnen de mannen van de ‘Strelcow Podhalanskisch’ zich toch een weg banen langs de kanaalstreek. En op 12 april 1945 wordt uiteindelijk ook de rest van Stadskanaal bevrijd. En ze komen niet met lege handen; net als in andere delen van het land brengen de bevrijders onder meer chocolade, kauwgom en sigaretten mee.

Hans Dijkstra was toen vier jaar en hij vertelde bij het verhalencafé in 2015 over de Poolse giften. ‘Iedereen herinnert zich chocolade en witbrood. Ik was te jong om bang te zijn in de oorlog, maar bij de bevrijding waren we natuurlijk blij dat we van de Duitsers af waren. Maar wat bleek? Communiceren met de Polen ging nog het beste in het Duits! Dus wij vroegen in het Duits om chocolade.’

Bij de bevrijding van Stadskanaal zetten Poolse soldaten hun handtekening op een papier van het verzet

Oorlogsbuit van de Duitsers

Een dag later trekken de Poolse bevrijders met dertien Cromwell-tanks Veendam binnengerold, waar ze zonder weerstand door kunnen rijden. De Parkstad wordt, een dag later dan Stadskanaal, op 13 april 1945 zonder slag of stoot bevrijd.

En er wacht de geallieerden aldaar nog een verrassing. In de loodsen van strokartonfabriek De Vrijheid vinden de bevrijders een enorme oorlogsbuit: drank, sigaretten, radiotoestellen, blikken vlees, gedroogde groente, suiker en laarzen liggen daar opgeslagen. De Duitsers hadden dit bedoeld voor de soldaten aan het oostfront.

Bevrijder van Veendam

De ritmeester van de dertien tanks (ook wel kapitein genoemd) Jan Salwa wordt door de Veendammers als grote bevrijder binnengehaald. Jaren na de bevrijding vernoemd de gemeente Veendam zelfs een straat en een plein naar ‘de bevrijder van Veendam’.

Liefde bij de bevrijding

De bevrijding van deze regio was overigens niet alleen goed voor een grote vreugde, maar ook voor liefde. Zo bewijst ordonnans van generaal Maczek, Dominik Podgórski. Hij keert namelijk niet terug naar zijn geboorteland Polen, maar ontmoet hier de jonge Giny Lukkien uit Ter Apel. De twee raken verliefd, trouwen in 1951 en blijven hun hele leven in de Veenkoloniën wonen.

Lees ook:

Dominik Podgórski: De bevrijder die hier het geluk vond

Buunermondse verzetsheld betrokken bij grootste overval allertijden: ‘Douwe was voor de duvel niet bang’

Hoe een nazaat van de Anne Frankboom in Stadskanaal terecht kwam

 

Datum 12 april 2022 Hielke Bosch

De bevrijding van Stadskanaal en omstreken

Bron: SHC Stadskanaal

STADSKANAAL – Het is 11 april 1945 als Musselkanaal bevrijd wordt en is daarmee het eerste dorp van de provincie Groningen dat, door de 1e Poolse pantserdivisie onder leiding van generaal Maczek, van de Duitse bezetting bevrijd wordt. De inwoners van de bevrijdde gebieden keken meestal wel een beetje vreemd op als ze merkten dat de bevrijders Pools waren. Ze waren in de veronderstelling dat de bevrijde soldaten Canadezen zouden zijn.

IJzeren klap

De plaatselijke verzetsgroep kwamen op die bewuste dag in actie om de IJzeren Klap te bewaken. Hierdoor was deze bewuste brug de enige die niet opgeblazen werd door de Duitsers. Toen de Duitse soldaten Musselkanaal eenmaal ontvlucht waren en richting Stadskanaal en Onstwedde trokken ging verzetsman Klaas Jan Smit naar de Polen om te melden dat de soldaten de IJzeren klap over konden steken om zo over het kanaal te komen.

Ondertussen werden de NSB’ers met behulp van enige soldaten opgepakt en vastgezet in de bioscoop. Hierna vertrokken de Polen weer uit Musselkanaal en trokken richting de Vosseberg en Stadskanaal. Vlakbij Mussel kwamen ze in een hevig vuurgevecht met de Duitse vijand. Hierbij werd een Poolse tank door een panserfaust opgeblazen, één Poolse soldaat kwam hierbij om het leven.

De voorhoede van de 1e Poolse pantserdivisie trok hierna richting Stadskanaal waar ze die avond zich, samen met vrijwilligers van de Binnenlandse Strijdkrachten, verschansten bij villa Ter Marse en de watertoren. Daar verbleven ze de rest van de nacht.

12 april

De volgende dag, donderdag 12 april, trokken de Poolse bevrijders in de vroege ochtend naar Stadskanaal. Daar voegden ze zich bij de soldaten die vanuit Gasselternijveenschemond waren getrokken en hun nu opwachten bij de opgeblazen Gele Klap. Samen sloten ze de Duitsers in en bevrijdden Stadskanaal.

Fietsen en strobalen

De overgebleven Duitse soldaten hadden zich teruggetrokken richting Onstwedde. Onderweg hadden ze enkele fietsen gestolen om zich zo nog sneller terug te kunnen trekken.

De Poolse soldaten volgden in rap tempo maar kwamen na een tijdje tot stilstand doordat de Duitsers springstof onder de brug bij de haven hadden geplaatst. De inwoners van Onstwedde schoten de bevrijders te hulp door honderden strobalen in het kanaal te gooien. Over deze balen werden rijplaten gelegd waardoor de opmars voortgezet kon worden. Deze overgang kreeg door de Polen de toepasselijke naam ‘No Smoking’ (niet roken).

Tange-Alteveer

Vrijdag 13 april trokken de Duitse eenheden van Marinefestungs- bataillon 359 Alteveer binnen. Het dorp was tot kort daarvoor een soort niemandsland geweest. De Duitsers waren vertrokken maar de Polen kwamen maar niet. En op die bewuste dag gebeurde waar de inwoners al die tijd al bang voor waren geweest; de Duitsers kwamen terug en groeven zich in. Diezelfde ochtend kwam een Poolse tank voor verkenning naar Alteveer. Daar werd hij al snel onder vuur genomen door de Duitse soldaten. De Polen reageerden direct door granaten richting het dorp af te vuren. De slag om Tante-Alteveer was begonnen. Er ontstond grote paniek, twee inwoners werden gedood en meerdere mensen raakten gewond. Na enkele uren van chaos begon om 2 uur ’s middags dan toch de opmars van de Polen. Er ontstonden vuurgevechten waarbij de Poolse soldaat Bernard Grabowski doodgeschoten.

De Poolse eenheden schoten een schuur in brand waar op dat moment Duitse marine soldaten zaten. De Duitsers vluchtten de schuur uit en liepen recht in de kogelregen van de Polen. Hierna was de strijd snel beslist. Negen Duitsers sneuvelden en de overige soldaten gaven zich over. Er werden maar liefst 108 soldaten krijgsgevangen genomen. Daarmee was ook Tange-Alteveer bevrijd.

Mei 1945

Enkele weken later op 5 mei 1945 capituleerden de Duitse eenheden in Nederland. De oorlog was daarmee voorbij. Vier dagen later op 9 mei werd de bevrijding in Stadskanaal groots gevierd met optochten en praalwagens. Het was een bijna eindeloze stoet van mensen die naar een groot veld liep, waar het zwart zag van de mensen. Er waren vlaggen, trommels en er klonk veel muziek.

 

 

Bron: OVCG

 

 

 

.

Datum 13 april 2020 Hielke Bosch


-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal