Direct naar de inhoud.

Workshop Delfts Blauwe sokken breien

Workshop Delfts Blauwe sokken breien, zaterdag 27 mei, 14.00 – 17.00 uur

NIEUW BUINEN – Workshop Delfts Blauwe sokken breien. De door textielkunstenares Constance Willems samengestelde en tot eind juni verlengde expositie ‘Nederland breit in de keramiek, twee historische ambachten hand in hand’ trok al veel bezoek.

Niet alleen vanwege het belichte, unieke culturele erfgoed – voor velen is verrassend dat juist in de periode van de Art Nouveau boerinnen, vissersvrouwen en herders breiend op allerlei keramiek werden afgebeeld -, maar ook omdat Constance Willems als internationaal erkende breispecialiste aan keramische thema’s een bijzondere, eigentijdse uitwerking in breisels weet te geven. Haar mutsen, sokken en dassen op de expositie doen de Nederlandse streekdracht in een groot aantal dorpen recht.

Eenmalig is de tentoonstelling ook, omdat bezoekers bij de door het museum op de zaterdagmiddagen georganiseerde workshops ook zelf onder deskundige begeleiding van curator Constance Willems met haar patronen aan de slag kunnen.

De workshop Delfts Blauwe sokken breien, die op zaterdagmiddag 27 mei gehouden wordt van 14 tot 17 uur is daar een prima gelegenheid voor. De deelname kost € 27,50 p.p. inclusief breimateriaal, patroon en naalden, toegang tot de museumexposities en natuurlijk vers gezette koffie of thee. Aanmelding kan bij constancewillems@knihars.de of mail@keramischmuseumgoedewaagen.nl tot en met de 25e mei.

Adres Keramisch Museum Goedewaagen – Glaslaan 29 – 9521 GG Nieuw Buinen

Ingezonden

Datum 11 mei 2017 Redactie

Lezing over de Porceleyne Fles als kunstvernieuwer rond 1900

009_vaas_coll.Jul.Branolte_kleinNIEUW BUINEN – Wereldwijd geniet de Porceleyne Fles sinds 1876 een faam als producent van Delfts Blauw. Overal werd deze decoratiestijl nagevolgd, van Maastricht tot in Duitsland, van België tot Engeland. Tegenwoordig is echter veel minder bekend dat de fabriek van Joost Thooft en Abel Labouchere rond 1900 tussen 1891 en 1914 een groot aantal keramisch-technische vernieuwingen lanceerde, die toen ook tot grote internationale erkenning leidden. Dankzij een uniek particulier bruikleen, bijeengebracht door de verzamelaar Jan H. Branolte, illustreert het Keramisch Museum Goedewaagen sinds 2008 die innovaties. De tweede Jan. H. Branolte-lezing op zondag 12 januari is dan ook gewijd aan de kunstglazuren van De Fles.

Werkzaam als medisch onderzoeker voor de farmaceutische fabriek van Koninklijke Gist-Brocades in Delft woonde Jan H. Branolte in een directiewoning waar zijn directe buurman een nazaat was van de chemicus Ir. Mauser van de Porceleyne Fles was. Zo kon hij zijn eenmalige collectie van vroege experimenten van de Delftse fabriek verwerven en werd ook zijn blijvende liefde voor de ontwikkeling van kunstglazuren gewekt. Of het nu het in 1891 gelanceerde Berbas met zijn door China geïnspireerde ossenbloedrood, het Réflet Métallique van 1892, het Jacoba-aardewerk van 1898, het nieuwe crème-witte porseleinbiscuit met een goudkleurige lijntekening van 1900 betreft, de fabriek uit Delft bracht keer op keer nieuwe technieken die smaakmakend waren in de Art Nouveau. Een kleine sensatie vormde ook de nieuwe tegel-techniek van de sectieltableaus, waarbij zoals in de lijntekening van glas-in-lood de klei naar de figuratie gesneden werd. In de stad Groningen nog steeds herkenbaar in de tableaus van de vroegere kraamkliniek van Huize Tavenier uit 1902.

06_PorceleyneFles_HuizeTavenier_1902_02Nederlands belangrijkste keramiekchemici van toen, Offermans en Mauser, stonden garant voor die vernieuwing. De nauwe samenwerking met de Polytechnische School in Delft, nu de Technische Universiteit, leidde er ook toe dat de fabriek hoogwaardig geschoolde kunstenaars binnen kon halen. Maar dat succes betekende ook dat andere fabrieken letterlijk op de kennis van de Delftenaren gingen inbreken. De Haagsche Plateelfabriek Rozenburg haalde als eerste kunstenaars en technici bij De Fles weg. Daarna was het vooral de Goudse Plateelbakkerij Zuid-Holland die dat voorbeeld volgde. Ook de oorspronkelijk in Amsterdam gevestigde en later naar Hilversum verhuisde Plateelbakkerij ‘Delft’, de Purmerendse Plateelbakkerij HAGA en de Kunstaardewerkfabriek St. Lukas in Utrecht die de Delftse vindingrijkheid in de ambachtelijke praktijk brachten. In de Powerpoint-lezing die op zondagmiddag 12 januari om 14.30 uur begint, maar ook tijdens de rondleiding wordt die bijzondere ontwikkeling belicht. Kosten € 8 persoon, gratis entree voor donateurs.

Datum 7 januari 2014 Bert Jan Brinkman

Nieuw Buiner productie van 75 KLM-huisjes gevierd

Opening_Keramisch-Musaeum-Goedewaagen_burgemeester Marco Out_auteur Marc ZegelingNIEUW BUINEN –  Burgemeester Marco Out van de gemeente Borger-Odoorn kreeg zaterdag 12 oktober bij de Noord-Nederlandse presentatie van het boek ‘Sterke verhalen voor bij de borrel’ in het Keramisch Museum Goedewaagen het eerste exemplaar uitgereikt door schrijver en mediamaker Mark Zegeling. De uit Meppel afkomstige oud-journalist koos nadrukkelijk voor deze locatie, omdat het de aardewerkfabriek Royal Goedewaagen was die van 1964 tot en met 1995 de eerste 75 historische miniaturen van oud-Nederlandse panden maakte. Inmiddels zijn nu in het totaal 94 exemplaren verschenen, naast enkele buitengewoon kostbare extra-uitgaven in een zeer beperkte oplage. De Delfts Blauw gedecoreerde miniatuurhuisjes, beter bekend als de KLM-huisjes, worden wereldwijd verzameld. In Hongkong worden tegenwoordig 800.000 van die miniaturen per jaar in opdracht van de KLM en distilleerder Bols gemaakt om vervolgens aan reizigers in de businessclass vlak voor aankomst op de gekozen bestemming cadeau te worden gedaan.

Burgemeester Out memoreerde dat hij lopend door een winkelstraat in Rome, in een etalage van een chique kledingzaak drie KLM-huisjes uitgestald zag. Dat gaf hem weer een gevoel van thuis zijn, zo sterk is nu eenmaal de Hollandse uitstraling van de huisjes. Omdat meer dan 30 jaar lang tientallen inwoners van de Kanaalstreek de huisjes gemaakt en beschilderd hebben, biedt het museum uit de privé-collectie van oud-personeelslid Jan Alblas een overzicht van die eerste 75 miniaturen. Auteur Mark Zegeling slaagde erin om van al die huisjes een opmerkelijk verhaal te vertellen. Hij achterhaalde niet alleen bijzondere aspecten van de architectuur van de betrokken panden, maar beschreef ook de vaak zeer interessante geschiedenis van de opeenvolgende bewoners. En dat in een prachtig geïllustreerd, vuistdik boek van 2 kilo.

De expositie van de KLM-huisjes maakt deel uit van een grote presentatie van ‘Amsterdamse stadsgezichten in keramiek, van tegeltableau tot historische miniatuur’, die duurt tot 31 maart 2014. De monografie ‘Sterke verhalen voor bij de borrel’ kost Euro 29,95 en is verkrijgbaar aan de museumbalie.

Datum 15 oktober 2013 Bert Jan Brinkman


-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal