Direct naar de inhoud.

Groninger gemeenten en onderwijsinstellingen tekenen overeenkomst Jeugdplan Samenwerking om kinderen thuis en op school goed te ondersteunen

De ondertekening met o.a. wethouder Hamster gem. Stadskanaal
De ondertekening met o.a. wethouder Hamster gem. Stadskanaal

GRONINGEN – De 23 Groninger gemeenten, de gemeente Noordenveld en de onderwijsinstellingen voor primair en voortgezet onderwijs hebben afspraken gemaakt over de afstemming tussen het gemeentelijke jeugdbeleid en de uitvoering van passend onderwijs voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Vanochtend ondertekenden bestuurlijke vertegenwoordigers van de gemeenten en de drie Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs hierover een overeenkomst. Belangrijkeafspraak is de uitwerking van een gezamenlijke ondersteuningsroute voor jongeren, die voor de hele provincie hetzelfde is. Het gaat om afspraken op hoofdlijnen, waarover de gemeenten een paragraaf opnemen in hun jeugdplan als onderdeel van het sociaal domein. Daarna werken de individuele gemeenten de afspraken samen met het lokale onderwijsveld verder uit.

Basisambitie van gemeenten en onderwijs is dat elk kind in zijn eigen omgeving kan opgroeien en
onderwijs kan volgen. Wanneer ondersteuning nodig is, zorgen onderwijs en/of de gemeente
hiervoor, zo vroeg, zo kort, zo licht en zo dichtbij mogelijk. En als dit niet voldoende is worden
vormen van zorg ingezet. “Gemeenten en onderwijs willen samenwerken om kinderen thuis en op
school goed te ondersteunen”, aldus Ben Plandsoen, wethouder jeugd en onderwijszaken van de
gemeente Leek en voorzitter van het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Gemeenten en Onderwijs
(AGO).

Gemeenten en onderwijs hebben in dit kader afspraken gemaakt over thema’s als:
a. Samenhangende onderwijs-, ondersteunings- en hulpstructuur voor jongeren: preventie,
signalering, beoordeling, toewijzing ondersteuning en hulpaanbod;
b. Overgangen voorschools PO/SO-VO/VSO-MBO (of HBO);
c. Consequenties van Passend Onderwijs voor leerlingenvervoer;
d. Consequenties van Passend Onderwijs voor onderwijshuisvesting;
e. Tegengaan voortijdig schoolverlaten en aanpak thuiszitters;
f. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt VO/VSO en MBO.

Waarom een provincie brede paragraaf passend onderwijs?
De nieuwe wet Passend Onderwijs is op 1 augustus 2014 van kracht geworden. Scholen hebben
hiermee een zorgplicht gekregen. Daarnaast gaat op 1 januari 2015 de nieuwe Jeugdwet in. Door de
transformatie van de jeugdzorg naar gemeenten en de invoering van passend onderwijs wordt de
samenwerking tussen scholen en gemeenten nog belangrijker dan voorheen. De afstemming
hierover gebeurt in het zgn. op Overeenstemming Gerichte Overleg (OOGO) tussen de gemeenten
en de drie samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs in de provincie Groningen. Gemeenten
gaan in hun beleidsplan jeugd, als onderdeel van het sociaal domein, aangeven hoe zij gaan
samenwerken met het onderwijs in de uitvoering van passend onderwijs. De gemeenteraad mag dit
plan pas vaststellen als hierover overleg is geweest in het OOGO. Omdat het voor de
samenwerkingsverbanden ondoenlijk is om met 23 gemeenten apart te overleggen, is er in de regio
Groningen voor gekozen om binnen het programma Transformatie Jeugdzorg Groningen van de 23
Groninger gemeenten een provincie brede paragraaf vast te stellen, die elke individuele gemeente
opneemt in het eigen beleidsplan.

Datum 30 augustus 2014 Bert Jan Brinkman

Veranderingen in de jeugdzorg worden gezamenlijk opgepakt

JeugdzorgGRONINGEN – De 23 Groninger gemeenten en de jeugdzorg instellingen in de provincie hebben de handen ineen geslagen en pakken de aanstaande verandering in het stelsel voor de jeugdzorg gezamenlijk op. In dit kader hebben zij een model ontwikkeld voor de inrichting van de jeugdzorg na de invoering van de nieuwe Jeugdwet op 1 januari 2015. Daarnaast hebben ze met elkaar afgestemd hoe zij ervoor gaan zorgen dat kinderen, jongeren en ouders met jeugdzorg dit ook na ingang van de nieuwe Jeugdwet blijven ontvangen, en hoe de frictiekosten voor de instellingen ten gevolge van de veranderingen beperkt blijven. De plannen zijn vastgelegd in een Regionaal Transitiearrangement. Hiermee is een belangrijke stap voorwaarts gezet in de decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten. De Tweede Kamer heeft op 17 oktober jl. het wetsvoorstel hiervoor aangenomen.

In het kader van de nieuwe Jeugdwet is Nederland opgedeeld in 41 jeugdzorg-
regio’s. De provincie Groningen is één van deze regio’s. Elke regio moet vóór 31 oktober 2013 een Regionaal Transitiearrangement (RTA) aanleveren aan het Rijk.

Geleidelijke overgang en transformatieagenda
Basis van het RTA Groningen is de keus om uit te gaan van een geleidelijk scenario. Dit betekent dat er niet vanaf 1 januari 2015 voor 100% volgens de nieuwe werkwijze wordt gewerkt, maar dat er een overgangsperiode komt, die loopt tot uiterlijk 1 januari 2018. Deze ruimte is nodig om de verandering in het jeugdzorgstelsel zorgvuldig te laten plaatsvinden. Om wel de vaart erin te houden stellen gemeenten en instellingen samen een transformatieagenda op. Hier staat in wanneer wordt besloten over welke stap, en wanneer deze stappen vervolgens inhoudelijk geregeld moeten zijn.

Grote zorgen over financiën
In het RTA staat een onderverdeling van het budget in 2015, 2016 en 2017 en welke percentages zijn bedoeld voor de directe zorg, de vernieuwing van de zorg (transformatie) en de uitvoeringskosten voor de gemeente. De gemeenten en instellingen hebben daarbij wel grote zorgen over de financiën.

-knoop-De decentralisatie van de jeugdzorg is gericht op het verbeteren van de jeugdzorg, maar gaat ook gepaard met een bezuiniging. Eerder is aangegeven dat het zou gaan om een bezuiniging van gemiddeld 3,5%, maar uit de meicirculaire van het Rijk blijkt dat dit voor Groningen op bijna 10% neerkomt. In bedragen: op basis van het huidige jeugdzorggebruik heeft de regio € 159 mln. euro nodig. Met een korting van 3,5% komt dit bedrag uit op € 153 mln. euro. Maar in de meicirculaire staat een bedrag van € 144 mln. euro. Dit tekort kan grote consequenties hebben voor de instellingen en in het verlengde daarvoor voor cliënten.

Deze zorgen worden gedeeld met het Rijk in een brief aan de Transitiecommissie Stelselwijziging Jeugd. Dit is de commissie die het Rijk, het IPO en de VNG hebben ingesteld om de voortgang van de decentralisatie van de jeugdzorg te monitoren. Het RTA van Groningen wordt op 31 oktober a.s. met de Transitiecommissie besproken. Het financiële probleem speelt in vrijwel alle regio’s. Het Rijk heeft aangekondigd hier in december op terug te komen. In afwachting daarvan is het RTA van Groningen gebaseerd op de cijfers van het huidige jeugdzorggebruik.

Onder voorbehoud besluitvorming colleges en raden
Het arrangement is opgesteld door de stuurgroep Transformatie Jeugdzorg Groningen, in overleg met het Kernteam Zorginstellingen. De Stuurgroep bestaat uit wethouders die de gemeenten vertegenwoordigen en in het Kernteam zitten bestuurlijke vertegenwoordigers van de instellingen. De colleges van B&W van de 23 Groninger gemeenten bespreken deze week het Regionaal Transitiearrangement. Vervolgens wordt het arrangement aan de gemeenteraden voorgelegd. Tegelijkertijd wordt het – onder voorbehoud van besluitvorming door de raden – aan het Rijk gestuurd.

Nieuwe Jeugdwet
Met de nieuwe Jeugdwet worden gemeenten per 1 januari 2015 zowel bestuurlijk als financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van alle hulp, zorg en ondersteuning voor kinderen, jongeren en hun opvoeders. Doel van de wet is om de ondersteuning aan gezinnen en jongeren beter te organiseren, meer te doen aan voorkomen van problemen en snelle inzet van zorg op maat als het nodig is. De decentralisatie betekent dat de volgende geldstromen straks allemaal naar de gemeente gaan: gesloten jeugdzorg (rijk), geïndiceerde jeugdzorg (provincie), zorg voor jeugd met een licht verstandelijke beperking en de persoonsgebonden budgetten jeugd-LBV en -GGZ (AWBZ-zorgkantoor) en jeugd-GGZ (ZVV- zorgverzekeraar). Dit gaat gepaard met een bezuiniging van resp. 4% op het budget van provinciale jeugdzorg en 25% op het budget van jeugdzorg uit de AWBZ. De wet is op 17 oktober jl. aangenomen door de Tweede Kamer en wordt eind dit jaar behandeld in de Eerste Kamer. Op 1 januari 2014 moet de nieuwe wet worden gepubliceerd.

Datum 30 oktober 2013 Bert Jan Brinkman


-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal