Direct naar de inhoud.

Mark Zwerwer droomt van een voedselbos in Veendam

GRONINGEN/VEENDAM – Wanneer je het tuintje van Mark Zwerwer (36) binnenkomt geuren de vlinderstruik en verschillende kruiden je tegemoet. In Groningen-Zuid heeft hij, samen met zijn vriendin, hun kleine stadstuintje omgetoverd tot een bloeiende oase. Het is het begin van een grotere droom

Zwerwer hoopt namelijk een voedselbos aan te planten. Het kleine tuintje is eigenlijk een soort proeftuin geworden. Zwerwer: ‘Niet zozeer letterlijk in de zin van eetbaar, maar wel qua experimenten wat er allemaal kan. Ontdekken wat er gebeurt in de natuur, wat er zoal opkomt.’

Een mini-voedselbos kun je het volgens Zwerwer niet noemen, ‘maar de principes van een voedselbos kun je toch ook terugzien in een kleine tuin.’

Mark Zwerwer in zijn stadstuintje (foto: Ariënne Dozeman)

Een voedselbos is een plek waar gewassen, bomen en struiken vrij kunnen groeien en waar iedereen groentes, noten, eetbare paddenstoelen en fruit mag komen plukken. Kenmerkend zijn de verschillende lagen. Een kruinlaag van hoge bomen, daaronder fruitbomen of lage notenbomen, klimplanten, en een kruidlaag met vaste planten of paddenstoelen. Al die lagen vormen samen het voedselbos.

Een voedselbos is door mensen aangelegd. Het is belangrijk dat er goed is nagedacht over de verschillende planten, en hoe deze met elkaar kunnen samenwerken en zorgen voor een gezond bodemleven.

Het voedselbos houdt zichzelf in stand

Reguliere landbouw richt zich volgens Zwerwer op één gewas, een zogenoemde monocultuur. Een voedselbos is juist een meerjarig systeem met heel veel soorten. Waar de reguliere akkerbouwer zijn land veel moet bewerken, plant je een voedselbos eenmalig aan. Vervolgens laat je het systeem het zelf doen.

Met bijna geen input genereer je heel veel output

Mark Zwerwer, aspirant voedselboswachter

Het eerste jaar is er nog weinig oogst, maar elk jaar zal de productie uit zichzelf toenemen. Zwerwer: ‘Het mooie van een bos is dat het zichzelf in stand houdt. Je plant het eenmalig aan, daarna onderhoudt het zichzelf. Met bijna geen input genereer je zo wel heel veel output.’

Toch pleit Zwerwer zeker niet voor een Nederland vol voedselbossen. De traditionele landbouw en de voedselbossen kunnen volgens hem juist heel goed naast elkaar bestaan.

Veendam

Voor nu moet Zwerwer het nog doen met zijn stadstuintje. Toch hoopt hij ooit zijn eigen voedselbos te creëeren. Het liefste in Veendam, waar hij is opgegroeid.

Het moet een plek worden voor en door Veendammers. Zwerwer hoopt met zijn voedselbos vooral te inspireren en te experimenteren: ‘Wat doet het met de gornd, de bodem en de voedselproductie. Ik hoop een mooie plek te creëren die mogelijk inspireert tot nieuwe vormen van landbouw.’

De voortuin van Mark en zijn vriendin in stad (foto: Ariënne Dozeman)

De boekenkast van Zwerwer staat vol met boeken over voedselbossen. De afgelopen periode worstelde hij met een burn-out. ‘Geen leuke tijd, maar toen ik weer een beetje energie kreeg, gaf het me wel de tijd om me te verdiepen.’

Plukn

Voor nog meer inspiratie brengt Zwerwer een bezoekje aan Plukn. Nog niet zo lang gelden begonnen René Davans en zijn vriendin Helena dit voedselbos in stad. Zij hopen met Plukn een voorbeeld te zijn van landbouw die hand in hand gaat met de natuur.

Hier geen aardappelen en suikerbieten. Op de bordjes in het voedselbos staan spannende namen te lezen, zoals ‘Pimpernoot’ en ‘Paw-Paw’. Er is nog weleens discussie over het aanplanten van exoten. Maar, zo redeneren Zwerwer en Davans, de meeste soorten die we nu in Nederland hebben zijn eigenlijk ook niet inheems. Ook de aardappel en de tomaat zijn in het verleden hier naartoe gehaald en nu als inheems omarmd.

Voedselbos Plukn van bovenaf (foto: Wouter van der Weerd)

Exotische planten in het voedselbos kunnen volgens Davans juist prima samenwerken met ‘inheemse’ planten. Davans: ‘De natuur discrimineert niet’. Niet elke aanplant is een succes, maar juist die ontdekkingstocht naar wat wel en niet werkt in hun bos maakt het zo leuk.

Romantiek en rationaliteit

Plukn bestaat uit twee delen. Een meer romantisch gedeelte met slingerpaadjes waar allerlei bomen en planten door elkaar staan. Maar ook een rationeel gedeelte met strakke rijen. Dat zou geschikt kunnen zijn voor een agrariër. Het ene gedeelte laat zien wat er allemaal mogelijk is en geeft mensen de gelegenheid om tijdens een mooie wandeling vrij te plukken. Het andere kijkt hoe je ook efficiënt kunt werken en welk verdienmodel er eventueel inzit.

We kunnen ook een voorbeeld zijn voor lucratieve landbouw

René Davans – Voedelsboswachter bij Plukn

Door bijvoorbeeld de horeca uit te nodigen probeert Davans te ontdekken waar in de gastronomie vraag naar is, ‘zo kunnen we ook een voorbeeld zijn voor lucratieve landbouw.´

Pionieren

Plukn draait nu nog om kleinschalig pionierswerk. Davans: ‘We hopen natuurlijk dat het steeds groter gaat worden.’ Zeker gezien de problemen die spelen rondom de negatieve impact van landbouw, hoopt hij dat steeds meer landbouw natuurinclusief gaat worden. ‘Het zou mooi zijn als voedselbossen onderdeel gaan worden van ons voedsellandschap.’

Datum 6 augustus 2022 Arienne Dozeman

Dieven stelen peperdure gps-systemen bij loonbedrijf in Onstwedde

Een GPS-systeem in een trekker F: RTV Noord

ONSTWEDDE – Bij landbouw- en loonbedrijf Sandee in Onstwedde zijn eind vorige week vijf gps-systemen gestolen. De agrarische sector heeft al jaren te maken met deze vorm van criminaliteit. De GPS-systemen voor worden gebruikt in de precisielandbouw. Er kan bijvoorbeeld op de centimeter nauwkeurig mee worden geploegd.

Achter slot en grendel

‘De trekkers met de gps–systemen stonden achter slot en grendel in een schuur’, zegt eigenaar Adriaan Sandee van het loonbedrijf in Onstwedde. ‘En de trekkers waren op slot. Wat kun je er verder aan doen? De apparatuur iedere dag van de voertuigen halen kan niet, we hebben 21 van deze systemen, daar zou je een dagtaak aan hebben.’

Waarschuwing

‘Ik schat de schade op ongeveer 100.000 euro, vervolgt de Onstwedder. ‘We hebben aangifte gedaan bij de politie en zijn nu met de verzekering in gesprek. Maar hoe dan ook: het geeft een rotgevoel als er wordt ingebroken in je bedrijf. Sandee heeft een bericht op Facebook geplaatst om collega’s te waarschuwen.
Dit is een artikel van RTV Noord. RTV1 en RTV Noord werken sinds dit jaar samen om zo meer lokaal nieuws te brengen.
Datum 15 februari 2022 Rutger Breider

Wat betekent het nieuwe regeerakkoord voor onze regio?

Het nieuwe regeerakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ | Foto: ANP via NOS

REGIO – Na een formatie van maar liefst 271 dagen ligt er dan eindelijk een regeerakkoord op tafel. Vanmiddag werd het akkoord gepresenteerd onder de noemer ‘omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ en overhandigd aan Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp. 

Maar wat betekent dit akkoord nu voor onze regio? Wij hebben de belangrijkste thema’s voor de regio op een rijtje gezet en wat erover in het nieuwe regeerakkoord staat.

Door: Hielke Bosch en Jelmer Wijnstra

Wonen

Er heerst een woningcrisis in Nederland die de Veenkoloniën zeker niet voorbij gaat. Het zal voor een nieuw kabinet dan ook een flinke kluif worden om dit probleem op te lossen. 

Het kabinet Rutte IV gaat “bindende prestatieafspraken” maken met corporaties. Daarnaast wordt verhuurdersheffing afgeschaft. Dat moet leiden tot bouw van flexwoningen, betaalbare huurwoningen, renovatie, verduurzaming en voor de leefbaarheid van wijken. De woningcorporaties moeten zelf sparen voor een projectsteunpotje, waar corporaties geld uit kunnen krijgen.

Er worden tot rond de 100.000 woningen per jaar gebouwd. Ten minste twee derde van de woningen worden betaalbare huurwoningen en koopwoningen tot aan de grens van de Nationale Hypotheekgarantie. “We bouwen in heel Nederland, zowel binnen- als buitenstedelijk.” 

Om dit te regelen komt er een minister van VRO (Volkshuisvesting & Ruimtelijke Ordening).

Landbouw

De partijen schrijven te willen investeren in duurzame landbouw. En met een Nationaal Programma Landelijk Gebied worden de problemen in de landbouw en natuur aangepakt, met een transitiefonds waarin tot 2035 cumulatief 25 miljard beschikbaar komt. ‘We brengen natuur en landbouw in balans door de transitie naar kringlooplandbouw voort te zetten op het terrein van voer, mest, bodem, pacht, dierenwelzijn en daarbij behorende innovaties.’

In gebieden waar stikstof en natuurherstel echt een groot probleem zijn en ‘vrijwilligheid niet langer vrijblijvendheid betekent, gaan we op het boerenerf het gesprek aan om samen te zoeken naar de mogelijkheden’.

Rutger van Lier van Farmers Defence Force (FDF) hoort voorzichtig positieve geluiden bij een aantal boeren over het regeerakkoord. ‘Maar het is ook een kwestie van eerst zien en dan geloven’, zo vertelt hij aan RTV1. ‘Bij eerdere kabinetten hoorde we ook mooie verhalen, maar daar kwam in de praktijk weinig van terecht.’

Minimumloon

Het minimumloon wordt stapsgewijs met 7,5 procent verhoogd. Het minimumloon blijft gekoppeld met de uitkeringen (minus de AOW) het bestaansminimum te verstevigen”.

Windmolens

Het nieuwe kabinet gaat werken aan heldere afstandsnormen voor de bouw van windmolens. Daarnaast gaan ze (financiële) participatie van omwonenden stimuleren om zo het draagvlak te versterken.

In het regeerakkoord schrijven de partijen ook dat ze vanwege de schaarse beschikbare ruimte willen gaan inzetten op grootschalige installatie van zonnepanelen op daken.

Nedersaken- en Lelylijn

Een groot thema voor de Veenkoloniën is toch wel de Nedersaksenlijn. Dat is de treinverbinding die vanaf Groningen, via Veendam, Stadskanaal en Musselkanaal, naar Almelo gaat. De verbinding staat gepland voor 2026, maar in het regeerakkoord wordt er met geen woord over gerept. 

Wel wordt de Lelylijn – treinverbinding tussen Groningen en Amsterdam – aangehaald. Rutte IV wil met die treinverbinding aan de slag. Ze hopen op Europese Fondsen voor de realisatie van de lijn.

Passage in het regeerakkoord: ‘ De komende periode werken we uit hoe de Lelylijn, in het kader van het Deltaplan voor het Noorden, kan bijdragen aan versterking van de economie van het Noorden, de ontsluiting van nieuw te ontwikkelen woningbouwgebieden en betere internationale treinverbindingen met het noorden van Duitsland.’

Datum 29 december 2021 Hielke Bosch

Denk mee over de toekomst gebied rondom de A7 en N33

 

VEENDAM – De gemeenten Midden-Groningen, Oldambt en Veendam en de provincie Groningen hebben samen met inwoners, bedrijven en (maatschappelijke) organisaties nagedacht over de toekomst van het gebied rondom de A7/N33. Met als resultaat een gezamenlijk, regionaal ruimtelijk-economisch perspectief. De volgende stap is om dit plan aan een bredere groep voor te leggen om met die reacties dit plan verder uit te werken.

Een sterke regio
De gemeenten willen een sterke en aantrekkelijke regio zijn voor inwoners, ondernemers, agrariërs, organisaties, instellingen, toeristen en recreanten. Eigenlijk voor iedereen die woont, werkt, onderneemt of onze regie bezoekt. Dat willen we nu zijn, morgen, volgend jaar en ook over 15 jaar. Wat maakt het gebied rondom de A7/N33 nu aantrekkelijk en sterk? Daar hebben we als gemeenten en provincie gezamenlijk onderzoek naar gedaan en over gesproken met verschillende inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Dit is vertaald naar een eerste versie voor een gezamenlijk, ruimtelijk-economisch perspectief voor de A7/N33-regio.

Denkrichtingen
De gemeenten en provincie zien veel kansen om de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in deze regio te stimuleren, onder andere vanwege de goede verbindingen. Zij denken dat het gebied zich tussen nu en 2040 op drie manieren verder kan ontwikkelen.

Door het behouden en waar mogelijk versterken van de eigenschappen van het landschap. Denk aan groene ruimtes, plekken waar het landschap kan worden hersteld en/of behouden en ruimte voor de (kringloop)landbouw.

Door ontwikkelingsmogelijkheden voor het combineren van wonen en werken. Denk aan vrijkomende agrarische erven als economische broedplaatsen, het veranderen en verbeteren van verouderde bedrijventerreinen (die dicht op de woonwijken liggen) en het verder ontwikkelen van stations- en centrumlocaties.

Door het maken van regionaal ruimtelijk beleid voor bedrijventerreinen:

– Bestaande bedrijventerreinen opnieuw inrichten
– Het versterken en intensiveren van vier industrie-energieknooppunten
– Benutten van restruimte op bestaande bedrijventerreinen
– Het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen voor bedrijven van 3 tot 10 hectare
– Een onderzoek starten naar een plek en draagvlak voor één of meer nieuwe bedrijven die kavels vragen van meer dan 20 hectare.

Museumtrein (STAR) viaduct Wildervank Bareveld / N33

Door dit als gemeenten en provincie samen te doen (en dus over de gemeentegrenzen heen te kijken), versterken we onze regio. Een regio waar ontwikkelingen in landschap, leefbaarheid en economie worden gecombineerd.

Online reageren

Hoe ziet U de toekomst van het gebied rondom de A7 en N33? Tussen nu en februari 2022 willen de gemeenten graag zoveel mogelijk inwoners, bedrijven en (maatschappelijke) organisaties de gelegenheid geven om op dit perspectief te reageren.

Reageren kan online via stemvanprovinciegroningen.nl. Daarnaast worden er in januari volgend jaar ook informatieavonden georganiseerd.

Datum 21 november 2021 Bert Jan Brinkman

Akkerbouwer Jaap Dun wil proefboerderij starten: ‘Eigenlijk uit nood geboren’

Akkerbouwer Jaap Dun in een veld biologische Japanse haver (foto: Ariënne Dozeman / RTV1)

MUSSELKANAAL – Zetmeelaardappelen, suikerbieten en granen teelt akkerbouwer Jaap Dun uit Musselkanaal. Daarnaast is hij een paar jaar geleden begonnen met biologische gewassen zoals wortels, boontjes en knolselderij. Om die biologische teelt verder te kunnen ontwikkelen, wil hij van z’n bedrijf een proefboerderij maken.

‘We hadden het idee dat we tegen de natuur aan het strijden waren, in plaats van met de natuur te werken’, vertelt Dun. In het gangbare systeem ontkom je er volgens hem niet aan om bijvoorbeeld steeds meer gewasbeschermers te gebruiken: ‘De ziektedruk wordt steeds hoger.’ Op dit moment is ongeveer veertig procent van zijn teelt biologisch.

Experimenteren

Om de mogelijkheden van het biologisch boeren verder te kunnen ontwikkelen, hoopt Dun van z’n bedrijf een proefboerderij te maken. Zo’n proefboerderij krijgt financiële ondersteuning vanuit de provincie. Dun zal nog steeds ook zelf moeten investeren in experimenten, maar loopt een minder groot risico.
Plannen zijn er genoeg. Zoals het veredelen van gewassen, een wiedrobot, plannen met waterstof en fotovoltaïsche landbouw (een combinatie van zonnepanelen met landbouwgewassen). Ideeën die nu vaak op de plank blijven liggen omdat het risico te groot is.
Dun hoopt de opgedane kennis te kunnen delen met andere bedrijven. ‘Wij claimen niet de waarheid in pacht te hebben, voor ons is het ook experimenteren. Vooral het biologisch telen op zandgrond zoals in onze regio kent nog weinig voorbeelden.’

Als je bedreigd wordt in je bestaan, moet je zelf verantwoordelijkheid nemen (Jaap Dun, akkerbouwer)

De keuze voor biologisch boeren is niet zozeer door idealisme ingegeven. Als reguliere boer krijgt hij simpelweg niet genoeg geld voor zijn producten. ‘Wat wij doen met onze boerderij is ook een beetje uit nood geboren. Dat is niet omdat wij dat het allermooiste vinden. Het boer zijn zoals het was, beviel ons goed.’
‘Als je bedreigd wordt in je bestaan, moet je zelf verantwoordelijkheid nemen, wij hebben hier voor gekozen. Maar dat betekent niet dat biologisch boeren zaligmakend is.’

Een kwart biologisch

In Europa is afgesproken dat voor 2030 een kwart van de landbouwproducten biologisch moet zijn. ‘Dat is nogal een opgave’, zegt Dun, ‘want dit past niet bij iedereen en er ontbreekt nog veel kennis.’ Bovendien moet je volgens hem oppassen dat je de biologische markt niet gaat overspoelen en zo de prijs onderuit haalt.

 

Zetmeelaardappelen (niet biologisch) rooien (foto: Ariënne Dozeman / RTV1)

Net als alle systemen is ook het agrarische systeem volgens Dun aan verandering onderhevig. ‘Als boeren maar de tijd krijgen om te veranderen is de wil er ook wel.’
Problemen ontstaan volgens Dun als dingen erdoor gedrukt worden en boeren geen nette prijs krijgen voor hun producten. Consument en burger zijn volgens Dun ook niet één en dezelfde. ‘De burger verlangt milieuvriendelijk telen, maar de consument besluit in de supermarkt op basis van de prijs.’

Voorzichtig

Dun is voorzichtig in zijn uitspraken. Eigenlijk had hij ook liever gehad dat dit bericht over de proefboerderij pas naar buiten was gekomen als het zover is. ‘Laten we het eerst maar eens gaan doen.’
Ook wil hij niet de indruk wekken dat zijn keuze voor biologisch de enige juiste is. ‘Ik zie zeker ook nog bestaansrecht voor het gangbare systeem.’

Datum 27 oktober 2021 Arienne Dozeman

‘Landbouw en natuur zijn juist te verenigen’

REGIO – Ingrid Jansen is de nieuwe voorzitter van de Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen (ANOG). De van oorsprong Brabantse gaat zich inzetten voor natuur- en landschapsbeheer in het gebied.

De ANOG vormt de schakel tussen de provincie en grondeigenaren als het gaat om agrarisch natuur- en landschapsbeheer in Oost-Groningen. Samen met boeren proberen ze de natuur- en landschapswaarden in de Veenkoloniën, het Oldambt en Westerwolde te verbeteren.

Een Brabantse in Oost-Groningen

‘Ik sta hier op de klei van ons akkerbouwbedrijf. Het is weliswaar geen Groningse klein, maar dat maakt mij niet minder gemotiveerd om samen met jullie aan de slag te gaan.’ Zo begint Ingrid Jansen haar introductiefilmpje als nieuwe voorzitter van de ANOG. Jansen woont in de Noordoostpolder, zij en haar man hebben er een akkerbouwbedrijf. Ze groeide op in Brabant, als dochter van een varkenshouder. Haar aanstelling als voorzitter in Oost-Groningen deed dan ook wel wat wenkbrauwen fronzen. Jansen: ‘Het werk in de regio bevalt me goed, juist daar waar ik niet woon. Ik vind het belangrijk om rolzuiver te blijven, vooral omdat wij een eigen boerderij hebben.’ Door niet werkzaam te zijn in het gebied waar ze zelf boert is er geen schijn van belangenverstrengeling. Het werk dat ANOG doet vindt ze belangrijk en het gebied spreekt haar aan, ‘afstand is voor mij minder relevant.’

Oost-Groningen kent ze uit haar tijd als voorzitter van de NVV, de vakbond voor varkenshouders, en de POV, het collectief van varkenshouders. Met regelmaat bezocht ze leden in het gebied. ‘De mentaliteit van het gebied spreekt me aan. De boeren zijn er recht toe recht aan, afspraken worden nagekomen. Dat communiceert prettig.’

ANOG en de Veenkoloniën

De afgelopen jaren heeft de ANOG zich steeds meer gericht op het ontwikkelen en stimuleren van natuurinclusieve landbouw. Zoals beter bodembeheer en minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Door samen met boeren nieuwe dingen uit te proberen wordt in de praktijk ontdekt wat wel en niet werkt. Die informatie wordt weer teruggegeven aan beleidsmakers. Juist wanneer agrariërs zelf ontdekken wat werkt inspireren ze elkaar, dat is volgens Jansen veel beter dan ‘topdown’ bepalen hoe iets moet. Jansen: ‘Agrariërs in de veenkoloniën zijn misschien behoudend, maar als ze eenmaal de toegevoegde waarde inzien krijg je ze wel mee.’

In het gebied valt nog genoeg te winnen door het verbeteren van de biodiversiteit en natuurlijke bodemverbetering. In de Veenkoloniën worden nu voornamelijk aardappelen, suikerbieten en een beetje maïs en uien geteeld. Economisch gezien het meest interessant, maar voor de bodem is dit niet altijd goed. De van nature lichte grond in de Veenkoloniën wordt door de eenzijdige teelt armer, waardoor de kans op ziekten toeneemt en meer gewasbeschermingsmiddelen nodig zijn. Meer verschillende gewassen telen maakt de grond rijker en dat betekent minder ziektes en minder gewasbeschermingsmiddelen.

De brug tussen landbouw en natuur

De agrarische sector en natuur zijn volgens Jansen juist te verenigen. Probleem is dat de verschillende partijen elkaars taal niet spreken. Jansen: ‘Ik vind het heel erg jammer dat het gesprek over ecologie en economie zo gepolariseerd is.’ In een tweet van GroenLinks leest ze bijvoorbeeld ‘kiest u voor koeien of kiest u voor woningen’? Natuurlijk moeten er keuzes worden gemaakt, maar de zaken zo lijnrecht tegenover elkaar zetten helpt volgens Jansen niet.

In het vinden van die balans tussen economie en ecologie kunnen de initiatieven van ANOG een verschil maken. Jansen: ‘Het werk is relevanter dan ooit. In de projecten die we doen zien we dat ecologie en biodiversiteit bijdragen aan robuustere gewassen en een toekomstbestendige bedrijfssituatie.’Boeren die meedoen aan de projecten zeggen nu zelf tegen hun teeltadviseurs dat ze toekunnen met minder gewasbeschermingsmiddelen.’

Een duurzame varkensboer

Jansen’s ouders hebben een varkenshouderij. Jarenlang was ze als voorzitter van de NVV en de POV het boegbeeld van de varkensboeren. Hoe rijmt ze de gangbare varkenshouderij in Nederland met natuurinclusieve landbouw? Het blijkt een lastige vraag. Jansen: ‘Mijn hart ligt bij de varkenshouderij, maar ik twijfel of de huidige manier van varkens houden nog wel toekomst heeft in Nederland.’ Die omslag kwam toen ze met een internationale groep agrariërs het bedrijf van een Nederlandse varkenshouder in Oost-Duitsland bezocht. Het houden van varkens daar is vergelijkbaar met hoe dat in Nederland gebeurd. Jansen vertelt dat het bezoek iets deed met de groep, de donkere stal, het klimaat daarbinnen. Jansen: ‘Die ervaring ging echt onder mijn huid zitten. Ik kon eigenlijk niet meer goed uitleggen waarom wij op deze manier onze varkens houden. En als ik niet eens meer in staat ben om dat aan onze eigen mensen uit te leggen, kun je dat dan van de samenleving verwachten?’

Nog iedere dag werken haar ouders keihard om zo goed mogelijk voor hun varkens te zorgen, binnen het systeem waarin ze zitten. Jansen: ‘Het is als boer heel erg moeilijk om je aan het systeem te onttrekken. Je zit in een afhankelijke positie, daar stap je niet zomaar uit.’ Dat geldt voor varkensboeren, maar ook voor akkerbouwers of melkveehouders. ‘De belangen van de agribusiness in de keten zijn zo groot. Die machten en krachten zijn ongekend. Als jij het als agrariër anders wil doen moet je heel stevig in je schoenen staan.’ Een groot deel wil volgens Jansen wel anders boeren, maar weet niet hoe. Dat is juist waarom het voorzitterschap van de ANOG haar aanspreekt; als organisatie zijn zij actief op zoek naar handvaten voor boeren.

Door haar eigen ervaringen is ze anders naar dingen gaan kijken. Toch blijft ze ook een varkensboer. Op hun eigen akkerbouwbedrijf willen ze misschien een biologische varkenshouderij beginnen, met weidegang. De toekomst van het bedrijf ligt volgens haar niet alleen maar in opschaling of productieverhoging, maar in verbreding en kringlooplandbouw. Haar vader kan ze het moeilijk uitleggen, hij zegt; ‘ik heb al die jaren doorontwikkeld tot waar we nu staan en jij gaat weer terug naar vroeger, wil je dat de varkens aandoen?’

Productieverhoging heeft niet langer de toekomst

De toekomst ligt volgens Jansen niet langer meer bij productieverhoging alleen. Voedselproductie hoeft niet de enige taak te zijn van de boer. ‘We moeten inzetten op optimalisatie en verbreding van het teeltsysteem, in harmonie met je omgeving.’ Dat is volgens haar een gedeelde verantwoordelijkheid. ‘Je kunt als overheid niet alleen een visie van kringlooplandbouw schetsen en het verder aan de boeren overlaten.’

Er zal meer differentiatie komen in het boerenbedrijf denkt Jansen. ‘We zullen altijd blijven exporteren, omdat Nederland heel goed is in efficiënte landbouw. Maar we moeten een stap verder.’ Die stap is inzien dat productie niet het enige verdienmodel is. Juist is een stabiel bedrijf juist gebaat bij ecologisch werken. Boeren zullen moeten meebewegen met de ontwikkelingen. ‘Anders wordt het straks voor jou als boer bepaald.’ Dat betekent voor Jansen soms dat ze een verhaal moet houden dat niet iedereen wil horen. ‘De tijd van pappen en nathouden is voorbij. De zorgen van de boeren zijn terecht, aan hun bestaansrecht wordt getornd. Maar je alleen maar afzetten helpt de landbouw niet. Het is een innovatieve sector en daar moeten we ook op inzetten.’ Agrarische natuurcollectieven spelen daarbij een belangrijke rol. Zij laten zien wat er in de praktijk wel en niet werkt en proberen de boeren daarin mee te laten bewegen.

Jansen begrijpt goed dat boeren gek worden van het constant veranderende beleid. ‘Ze doen investeringen voor dertig jaar, als ieder jaar de regelgeving veranderd of er regels bijkomen is het onmogelijk daarop te anticiperen.’ Boeren hebben vaak te maken met hoge financieringslasten, bij het maken van regels moet je volgens Jansen wel rekening houden met de verdiencapaciteit van de boeren. ‘Nieuwe verdienmodellen bestaan nog niet en ondertussen moet er toch een boterham worden verdiend.’

Als beleidsvrouw in de agrarische wereld kan Jansen het bevestigen; ‘als vrouw moet je harder werken om serieus genomen te worden.’ En dan is ze ook nog een Brabantse die boert in de Noordoostpolder. ‘Ik ga gewoon investeren in het gebied en blijf dicht bij mezelf. Dan zien ze hopelijk vanzelf dat ik de juiste vrouw op de juiste plek ben.’

 

 

 

 

Datum 22 maart 2021 Arienne Dozeman

Zoete aardappels uit Oude Pekela

 

Zoete Aardappels uit Oude Pekela

PEKELA – Een nieuw product uit de Veenkoloniën: Zoete Aardappels. ‘De Aardappelkar’ uit Oude Pekela heeft dit jaar een proef gedaan met de teelt van zoete aardappels ofwel zoete bataat. De proef werd gedaan op het akkerbouwbedrijf waar ook de eetaardappels en uien verkocht worden.. De proef is geslaagd, want ook in de Veenkoloniën kunnen de zoete aardappels groeien en is de oogst inmiddels afgerond en de verkoop gestart.

De teelt van zoete aardappels:

Feiken: “Al jaren verbouwen we op ons akkerbouwbedrijf aardappels en sinds 2 jaar ook uien
Naast deze gewassen verbouwen wij ook granen (voor de productie van bier en brood), vezelhennep en doen we aan agrarisch natuurbeheer. Afgelopen jaar zijn we voor het eerst in aanraking gekomen met de zoete aardappels. Deze teelt is heel anders als de teelt van aardappels. In mei hebben we stekjes geplant op ruggen die we hadden afgedekt met biologisch afbreekbaar plastic. Dit hebben we gedaan ter bestrijding van onkruid, want er zijn geen geschikte onkruid bestrijdingsmiddelen voor de teelt van zoete aardappels beschikbaar. Dus eigenlijk worden ze biologisch verbouwd zonder chemie”, aldus Feiken.

De zoete aardappels zet geen knollen zoals normale aardappels, maar de zoete aardappel is eigenlijk een verdikking van de wortels die aan de plant groeien. In Oktober waren de wortels dik genoeg om ze te kunnen oogsten.

Meer over de zoete aardappel

Zoete aardappel is de naam die we als Nederlanders aan de (zoete) bataat hebben gegeven. In het Engels is het Sweet Potato. In veel andere landen in de wereld wordt de naam ‘bataat’ of ‘batatas’ gebruikt. De naam zoete aardappel is door verbastering ontstaan.

Van oorsprong komt de plant uit Midden en Zuid Amerika. Met de ontdekkingsreizigers is de plant verspreid over de wereld en ook in Engelstalige landen gekomen. Zij ‘veranderenden’ batatas in potato en omdat de aardappels ook zoet zijn werd het ‘Sweet Potato’. In het Nederlands vertalen we dit naar zoete aardappel en vandaar de Nederlandse naam.

De zoete aardappel is geen familie van de ‘gewone’ aardappel die we in Nederland kennen. Ze zijn van verschillende plantenfamilies en verschillen in de groei en teeltwijze. Zoete aardappel behoort tot de winde familie, gewone aardappels behoren tot de nachtschade familie. Dit kun je herkennen aan onder andere de vorm van de bladeren.

De zoete aardappel heeft voor de teelt voldoende warmte nodig en kunnen pas eind mei uitgeplant worden in de volle grond. Medio augustus is het land volledig bedekt met loof en begint de wortelgroei. De zoete aardappels zijn verdikkingen van het wortelstelsel van de plant. De oogst zal eind september mogelijk kunnen starten en moet plaats vinden voordat de bodemtemperatuur sterk daalt.

Het grootste verschil tussen een zoete aardappel en een gewone aardappel zit in de voedingsstoffen die ze bevat. Een gewone aardappel bevat veel zetmeel (snelle energie) en een zoete aardappel heeft meer inuline (langzamere energie). Samen met de vele vezels zorgt het voor een rustige vertering in je darmstelsel. Qua mineralen en vitamines bevatten zoete aardappels vele soorten B en C vitamines. Daarnaast bevatten ze antioxidanten waaronder de soort Beta-caroteen welke je lichaam omzet in vitamine A. Een zoete aardappel is heel geschikt om te koken, aan blokjes in de oven of om tot frietjes te snijden en af te bakken.

Contact

De Aardappelkar is dagelijks geopend van 8.00 t/m 18.00 uur. U vindt het bedrijf aan de WH Bosgrastraat 81 te Oude Pekela. Voor meer informatie: 06-15066069

Datum 30 november 2020 Bert Jan Brinkman

Onstwedder boer is zijn tijd ver vooruit

F: Pixabay

ONSTWEDDE – Al jaren geleden verdiepten de ouders van Akkerbouwer Gert Sterenborg uit Onstwedde zich in de mogelijkheden van precisielandbouw op het akkerbouwbedrijf. Ze besloten bijvoorbeeld in 2006 om een GPS systeem in vier trekkers te installeren. Daarna maakten ze foto’s met een drone van hun percelen en schaften ze near infra red sensoren aan. Dat laatste deden ze, zodat ze hun 300 hectare landbouwgrond nauwkeuriger te bemesten.

Gert Sterenborg geeft in een vakblad aan dat zij zonder enige twijfel hebben geprofiteerd van de moderne wijze van het telen van gewassen. ‘We zaaien onze suikerbieten met hulp van GPS variabel in, omdat we schralere zandgronden hebben.’

Na rondvraag bij Nederlandse akkerbouwers komt uit dat een grote groep verwacht dat er binnen vijf jaar 1 of meer precisielandbouwtechnieken toe te passen.

Datum 29 augustus 2020 Hielke Bosch

Aardappelcampagne Avebe van start

Foto: Avebe

VEENDAM – De aardappelcampagne van Avebe in Nederland is deze week weer gestart.
Na een wisselvallig teeltseizoen worden nu de eerste aardappelen aangeleverd op de locatie in
Gasselternijveen.

Ook dit jaar kreeg een groot deel van de leden te maken met droogte en hoge temperaturen. Het al
dan niet beregenen van percelen en de verschillen in neerslag zorgen voor verschillen in
opbrengsten tussen percelen. De maanden augustus en september zijn nog belangrijke
groeimaanden en van invloed op de totale oogst. Arjan de Rooij, directeur Agro van Avebe: “De groeiomstandigheden bij onze leden zijn erg wisselend. Dit verschilt soms zelfs tussen percelen van dezelfde teler. Veel gaat afhangen of we de komende tijd wat verkoeling en neerslag krijgen.”

Aardappelzetmeel en eiwit

De afgelopen maanden is hard gewerkt om de productielocaties weer klaar te stomen voor de
komende campagne. De start van campagne in Gasselternijveen is in lijn met andere jaren. De
andere productielocaties in Ter Apelkanaal en het Duitse Lüchow volgen aansluitend. In Dallmin
werd vorige week al opgestart. In de campagne die tot eind april 2021 is gepland worden de
aardappelen van de circa 2300 Nederlandse en Duitse leden verwerkt tot aardappelzetmeel en
aardappeleiwit. Deze ingrediënten worden door de afnemers verder verwerkt in voedingsmiddelen,
industriële toepassingen en diervoeding.

Over Avebe
Avebe is een coöperatie van 2.300 akkerbouwers uit Nederland en Duitsland. De zetmeelaardappelen van deze leden worden jaarlijks verwerkt tot hoogwaardige ingrediënten op basis van aardappelzetmeel en –eiwit, waar ze wereldwijd toegevoegde waarde bieden in voeding, maar ook in industriële toepassingen. Avebe werkt voortdurend aan de ontwikkeling van nieuwe mogelijkheden en toepassingen op basis van zetmeelaardappelen en richt zich op duurzame continuïteit. Het bedrijf heeft 1.300 medewerkers en productielocaties in Nederland, Duitsland en Zweden en heeft verkoopkantoren in de Verenigde Staten, Europa, Azië en het Midden- Oosten. Het hoofdkantoor staat in Veendam.

Datum 18 augustus 2020 Bert Jan Brinkman

Film over de veenkoloniale landbouw in SHC

Vooruitgang in de landbouw: een zelfbinder getrokken door drie paarden bij Zuidwending, ca. 1930. – Collectie Streekhistorisch Centrum.

STADSKANAAL – Op zondagmiddag 15 december wordt in het Streekhistorisch Centrum te Stadskanaal de film  ‘De Blinkende Spade’ vertoond. Deze film werd in 1953 gemaakt ter gelegenheid van de herdenking van het vijftigjarig bestaan van de Veenkoloniale Boerenbond. De film werd eerder ook op televisie uitgezonden door RTV1 en was zo in heel Noordoost Nederland te zien.

Veenkoloniën

De ruim anderhalf uur durende film brengt de ontstaansgeschiede­nis van de Groninger Veenkoloniën in beeld en laat op treffende wijze de agrarische ontwikkeling van dit gebied tot ca. 1950 zien. Onderwerpen als de vervening, het ontstaan van de landbouwindustrie, de landbouwcrisis in de jaren na 1880 en de introductie van de kunstmest komen uitvoerig aan de orde.

De filmvertoning begint om 14.30 uur. Reserveren wordt aanbevolen. Dat kan tijdens kantooruren op 0599-612649 of per mail: info@streekhistorischcentrum.nl.

Datum 5 december 2019 Bert Jan Brinkman


-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal