REGIO – Hij hoopte wat geld voor zijn oude dag binnen te halen, maar bleef berooid achter. Henk (56)* uit de gemeente Stadskanaal wil nu anderen waarschuwen: begin niet aan een hennepkwekerij in je schuur.
Door Ariënne Dozeman & Noor Vloeimans
De schuur is onzichtbaar vanaf de straat. Sinds de politie-inval in de zomer van 2020 is er amper wat veranderd. Alleen de hennepplanten zijn weg. De toiletverfrissers, die moesten voorkomen dat passanten een wietlucht roken, liggen in het hoge gras.
Wiet in Oot-Groningen (1)
Dit is het eerste deel van een serie over wiet in Oost-Groningen. Wat doen gemeenten om drugsoverlast tegen te gaan? Hoe worden kwekers aangepakt? En hoe houden coffeeshops hun voorraad op peil? In dit eerste deel lezen we hoe makkelijk iemand verstrikt raakt in de hennepteelt.
In de schuur zelf liggen zakken aarde, gebruikte lampen en immense afvoersystemen. Alles is ontkoppeld of kapot. Het is niet moeilijk voor te stellen dat hier anderhalf jaar geleden zo’n 1000 wietplanten stonden te wachten op hun oogst.
‘Het jaar voor we met de wiet begonnen was dramatisch’, vertelt Henk aan zijn keukentafel. ‘Mijn vrouw Loes en ik raakten beiden onze baan kwijt. We wilden graag iets voor onszelf beginnen.’ Het werd een groentekwekerij, maar dat plan viel in duigen voordat ze de groenten konden verkopen. Vanwege een grote brand in de buurt, kwam er asbest vrij. Hun hele oogst moesten ze vernietigen.
‘Dan denk je: bek afvegen, opstaan en weer doorlopen’, zegt hij monter. Het echtpaar begon een winkel. ‘Maar dat liep niet goed. Keihard werken voor minder dan minimumloon.’
‘Hebben jullie er wel eens aan gedacht wat met die schuur te doen?’
En daar was die ene klant. Een aardige klant, die halverwege 2019 interesse toonde in het lot van Henk en Loes. Hij wachtte tot de laatste klant uit de winkel was en zei: ‘jullie hebben een heel interessante schuur op het erf staan. Hebben jullie er weleens aan gedacht om daar wat mee te doen?’
‘Ik ben eigenlijk een heel volgzaam type. Ik ben hier veel te schijterig voor.’ (Henk begon een wietkwekerij in zijn schuur)
Tussen de regels door was het Henk meteen duidelijk wat de klant bedoelde. ‘Nee…nee, we hadden hier nooit aan gedacht’, zegt Henk nu. ‘Ik ben eigenlijk een heel volgzaam type. Ik ben hier veel te schijterig voor.’
60 tot 80.000 euro in het vooruitzicht
Toch gaan ze al vrij snel overstag. Het gevoel dat ze geen andere keuze hebben, overheerst. ‘Er werd ons 60 tot 80.000 euro opbrengst in het vooruitzicht gesteld. Dat moesten we dan delen met de mensen boven ons. Nou, daar kun je wel even van leven.’
Drie dagen na Henks toezegging, werden de eerste spullen geleverd in een onopvallend bestelbusje. De meterkast moest opgewaardeerd worden, er kwamen twee schakelplaten in en de schuur moest grondig verbouwd worden. Zware lampen, isolatie, koolstoffilters tegen de wietlucht en een duizend litervat water kwamen er te staan.
‘ik deed alles zelf’
‘De mannen’, zoals Henk ze consequent noemt, willen zelf langskomen om de stekjes te bemesten. Daar moest hij niks van weten. ‘Straks valt het nog op dat ze hier komen. Nee, ik deed alles zelf.’
‘Het was een zenuwenbende.’ (Henk over de wietkwekerij in zijn schuur)
Ondanks zijn eerdere groentekwekerij, heeft Henk weinig ervaring. Spint en bruinrot vieren al snel hoogtij in de schuur. ‘Het was een zenuwenbende’, zo vat hij de eerste periode met de planten samen.
Rust had Henk niet zolang er wiet in zijn schuur stond. Dag en nacht zat hij achter zijn laptop het vliegverkeer in de gaten te houden uit angst voor de politie met een warmtedetector in de lucht. Als een vliegtuig zijn huis naderde, zette hij de warmtelampen in de schuur uit.
Ze zouden een ‘oogst doen’, een snelle
De tijd om te oogsten brak aan, zo’n twee maanden na het inzaaien. Het oogsten wilde Henk ook zoveel mogelijk zelf doen, om argwaan van de buren voor te zijn. Omdat hij onervaren was, ging het oogsten ook niet zoals gepland. Uiteindelijk leverde de ‘zenuwenbende’ slechts 10.000 euro op.
Inmiddels was de schuur leeg. Henk wilde wel nieuwe planten en zou het dit keer anders doen. Beter, vooral. Met frisse moed ging hij 2020 in.
Maar toen kwam de klap: Loes bleek ernstig ziek. Van een gezellige, humorvolle Bourgondische kletskous veranderde ze in een zieke vrouw. Henk stelde de komst van nieuwe hennepplanten uit. Na alle ellende wilde Loes graag op vakantie naar Spanje. ‘Ik wilde haar dat zo graag geven. Maar we hadden geen geld.’
Een plan was gauw geboren. Ze zouden een ‘oogst doen’, een snelle. Dat kon nog voor de zomer. En dan lekker op vakantie en daarna verder zien. Weer kwamen de mannen spullen brengen. Al gauw had Henk ‘toppen als kokosnoten’ op zijn planten.
Die ene julidag
Voorzichtig droomden Henk en Loes over de tour die ze in Spanje zouden maken. Wat ze niet wisten, was dat de politie in die periode een keer ’s nachts op hun erf geweest was. Het typische zoemende geluid van de afzuiginstallatie heeft hen waarschijnlijk verraden. Misschien was het ook wel een buurtgenoot met vermoedens. Henk weet het niet.
Ze zeiden: we komen voor de hennepkwekerij (Henk over de inval van de politie)
De dagen die volgden vergeet Henk nooit meer. Het was juli en de bel ging. Politie. ‘Ze zeiden: we komen voor de hennepkwekerij.’
‘Ergens was er zelfs opluchting’
Er viel een last van Henk af. ‘De zenuwen waren ineens weg. Ja, ergens was er zelfs opluchting.’ De schuur wordt in rap tempo leeggehaald. Henk stelde zijn eigen gereedschap beschikbaar aan de politie om de wietkwekerij te ontmantelen. Met kettingzagen werden de oogstrijpe planten vernietigd. Enexis sloot de stroom van de woning af.
Dat laatste was een probleem, want Loes was nog steeds ziek. Via de buren kreeg het stel stroom. Toen de energiemaatschappij dat hoorde, besloten ze Henk en Loes weer aan te sluiten. ‘Daar ben ik ze nog steeds dankbaar voor’, zegt Henk.
Uit angst weigerde Henk de namen van de opdrachtgevers te noemen
Van zijn opdrachtgevers hoorde hij intussen niets. ‘Ze hadden beloofd om een potje geld te maken, zodat ze me konden helpen als ik gepakt zou worden. Maar dat is nooit gebeurd.’
Hij is niet aangehouden tijdens de inval, omdat hij mantelzorger was voor Loes. Een paar weken na de politie-inval moet Henk naar het bureau voor verhoor. Uit angst weigert hij namen van zijn opdrachtgevers te noemen. Naderhand hebben ze hem nog een keer benaderd. ‘Blijf rustig’, zeiden ze tegen mij. Nou, dat deed ik wel.’
Inmiddels had Henk ook andere sores aan zijn hoofd dan de angst voor zijn opdrachtgevers. Hij en Loes dreigden hun woning uitgezet te worden door de gemeente vanwege drugspraktijken. Drie maanden later zouden ze op straat komen te staan. Uiteindelijk heeft de gemeente Stadskanaal dat niet gedaan.
‘We hadden geluk, maar tegen de allerhoogste prijs’
Omdat Loes ernstig ziek was, hebben ze rekening met haar gehouden. ‘We mochten in ons huis blijven’, zegt Henk. ‘We hebben veel geluk gehad daarmee, maar wel tegen de allerhoogste prijs die je je voor kunt stellen.’
Die allerhoogste prijs betaalt hij niet veel later. Loes overlijdt toch nog vrij plotseling. Henk blijft radeloos achter. Zonder zijn vrouw moet hij naar de rechtbank voor zijn strafzaak.
‘Mijn familie was heel boos toen ze erachter kwamen. Ze waren bang voor wraak’ (Henk over de nasleep)
De rechter houdt rekening met zijn omstandigheden. ‘Dat heeft me diep geraakt’, zegt hij er nu over. In eerste instantie zou hij bijna een ton moeten betalen: het geld dat hij volgens het Openbaar Ministerie aan winst had opgestreken. In de rechtszaal ging dat van tafel. Uiteindelijk bleef er een boete van 5000 euro over voor de energieleverancier. Henk moet ook contact houden met de reclassering.
‘Het leek toen de beste beslissing…’
Hij heeft nooit meer wat gehoord van ‘de mannen.’ Soms ziet hij er een in de buurt. Hij wil niks meer met ze te maken hebben. ‘Ik heb mijn lesje wel geleerd. Mijn familie was heel boos toen ze erachter kwamen. Ze waren bang voor wraak. Sommigen hebben grendels op de deur gezet, zo bang waren ze. Ik heb dat nooit beseft toen ik er middenin zat.’
Heeft hij spijt? Henk is even stil. ‘Het leek op dat moment de beste beslissing. Maar dat was het niet. Boos worden om wat er gebeurd is heeft geen zin. Het heeft me wel veel verdriet opgeleverd.’
Bijna anderhalf jaar later werkt Henk weer. Hij woont nog steeds in hetzelfde huis en probeert zonder Loes zijn leven vorm te geven. Het enige wat hem nog herinnert aan de zenuwslopende periode is de schuur die er nog precies zo uitziet als de politie hem in juli 2020 achterliet.
Volgende week deel 2
Volgende week het tweede deel in deze serie. Daarin hoe gemeenten proberen de kwekers voor te zijn. En burgemeesters soms kiezen voor coulance.
* De echte namen van Henk en Loes zijn bij de redactie bekend.