Direct naar de inhoud.

Slecht gesteld met hygiëne op Nederlandse scholen

GRONINGEN – De hygiëne laat in veel Nederlandse schoolgebouwen ernstig te wensen over. Leraren ontvangen hier massaal klachten over van zowel ouders als kinderen. Met name de toiletten zijn vaak niet goed schoon en onhygiënisch. Dit zorgt ervoor dat meer dan de helft van de leerlingen hun toiletbezoek liever uitstelt tot zij weer thuis zijn, met alle gevolgen van dien. Dit blijkt uit onderzoek van Kantar Public (voorheen TNS Nipo) in opdracht van het wereldwijde hygiëne- en gezondheidsbedrijf Essity, bekend van onder andere Tork, TENA, Libresse, Edet, Demak’UP, Tempo en Plenty. In het onderzoek werd bij ruim 1.500 ouders, leraren en leerlingen van basisscholen en middelbare scholen in Nederland hun mening over de hygiëne op school getoetst.

Leerlingen houden boodschap op

Zeven op de tien leraren (67%) geven aan klachten te ontvangen van leerlingen over de hygiëne op school. De helft wordt hier zelfs op aangesproken door de ouders. Dit leidt ertoe dat kinderen het toilet op school het liefst zoveel mogelijk mijden. Ruim de helft (51%) van de basisschoolleerlingen geeft aan dat zij liever niet op school naar de wc gaan. Bij middelbare scholieren is dit zelfs 59 procent. Ook ouders valt dit op; 46 procent merkt regelmatig dat hun kind de grote boodschap ophoudt totdat hij of zij thuis is. De grootste klachten zijn stank op het toilet (85%) en vieze wc-brillen (76%). Bovendien heeft 43 procent van de leerlingen regelmatig moeite met opletten in de les omdat zij naar het toilet moeten maar liever niet willen gaan.

Jonge kinderen meest kwetsbaar

Michael Groeneweg, kinderarts voor maag-, darm-, en leverziekten bij het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam, herkent dit probleem: “Onhygiënische toiletten op scholen kunnen negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid van leerlingen. Met name de jongste kinderen zijn hier kwetsbaar voor. Zij zijn vaak pas net, of nog niet helemaal, zindelijk. Voor hen kan het spannend zijn om op school naar het toilet te gaan. Vieze toiletten helpen dan niet mee en kunnen een reden zijn dat kinderen hun behoefte zo lang mogelijk ophouden, met een natte broek als gevolg. We zien dan ook regelmatig dat zij een terugval krijgen in hun zindelijkheid. Maar ook voor oudere kinderen met bijvoorbeeld ontlastingsproblemen kunnen onhygiënische wc’s consequenties hebben. Het is belangrijk dat er meer aandacht komt voor dit probleem.”

Verandering van gedrag

Ook ouders zijn bezorgd over de impact van slechte hygiëne in de schoolgebouwen. Bijna een kwart van de ouders denkt dat een verbeterde hygiëne zal leiden tot minder ziekmeldingen onder de leerlingen. Een ruime meerderheid (63%) vindt dan ook dat hygiëne hoger op de agenda moet komen. Op dit moment is er op scholen weinig aandacht voor toilethygiëne. Bij slechts een klein deel (24%) is dit een vast onderdeel van het lesprogramma. Bovendien merken leraren (46%) dat kinderen niet goed weten hoe zij het toilet schoon en hygiënisch moeten houden.

Gertie Eikenaar, communicatiedirecteur bij Essity Benelux: “Toiletten worden niet schoon achtergelaten en leraren geven aan dat kinderen niet weten hoe dit moet. Wij zien hier een kans voor verbetering. De oplossing zit wat ons betreft niet zozeer in het nog vaker schoonmaken van de toiletten, maar met name in verandering van gedrag. Door openlijk te praten over toilethygiëne en kinderen te leren hoe zij het toilet schoon achterlaten na een bezoek kan er al een boel verbeteren. We vinden het, als hygiëne- en gezondheidsbedrijf, belangrijk om aandacht te vragen voor dit probleem. Een volgende stap voor ons is om te kijken hoe wij scholen kunnen helpen de juiste middelen te ontwikkelen, zoals educatiematerialen, waarmee zij kinderen op een leuke manier kunnen inspireren en informeren over het belang van een goede toilethygiëne.”

Kijk voor meer informatie over dit onderwerp op: http://www.essity.nl/media/schoolhygiene

Over het onderzoek

Het onderzoek naar de hygiëne op Nederlandse scholen is in april 2018 uitgevoerd door Kantar Public, in opdracht van het wereldwijde hygiëne- en gezondheidsbedrijf Essity. In het onderzoek zijn leraren van het basis- en voortgezet onderwijs, kinderen tussen de 5 en 16 jaar oud en ouders met een kind tussen de 5 en 16 jaar oud gevraagd naar hun ervaringen met de hygiëne op scholen. In totaal namen 630 leraren, 452 leerlingen en 626 ouders deel aan het onderzoek.

Datum 4 september 2018 Bert Jan Brinkman

Woonservice onderzoekt 192 woningen op asbest

.

STADSKANAAL – Woningcorporatie Woonservice gaat 192 woningen in de gemeente Stadskanaal steekproefsgewijs inventariseren op asbest. Het betreft woningen die gebouwd zijn voor 1994.

Met deze asbestinventarisatie wil Woonservice een goed beeld krijgen van de mogelijke aanwezigheid van asbest. Aan het eind van 2018 moeten alle 192 woningen een asbestkaart in de meterkast hebben. Hierop kunnen huurders zien of er mogelijk asbest in hun woning zit en waar zich dit bevindt.

Woningbezit inventariseren
Woonservice is sinds januari 2017 eigenaar van de woningen in de gemeente Stadskanaal. “Wij willen voor onze huurders een veilige en gezonde woonomgeving. Daarom vinden we het belangrijk om goed te informeren over de aanwezigheid van asbest. Omdat het voor ons niet altijd duidelijk is waar het asbest zich bevindt, gaan we de woningen inventariseren”, aldus Manager Vastgoed en Bedrijfsvoering Leon Vries.

Het onderzoek is een vervolg op het grootschalige onderzoek dat Woonservice vorig jaar in haar Drentse werkgebied uitvoerde. “In juni starten we het onderzoek in de gemeente Stadskanaal. Hiervoor hebben wij een onafhankelijke asbestspecialist in de arm genomen. Deze specialist bezoekt steekproefsgewijs een aantal woningen in een straat of complex.” Alle huurders van Woonservice in de gemeente Stadskanaal die wonen in een woning gebouwd voor 1994, ontvangen persoonlijk bericht over de inventarisatie.

Asbestkaart in iedere meterkast
Aan het eind van 2018 moeten alle 192 woningen zijn voorzien van een asbestkaart. Op deze kaart kunnen huurders zien of er in hun type woning mogelijk asbest zit en waar zich dit kan bevinden. Leon Vries: “Uit ervaring weten we dat asbest vaak zo is toegepast dat het niet schadelijk is, zolang het maar niet bewerkt wordt. Mochten we tijdens de inventarisatie risicovolle situaties tegenkomen, dan neemt Woonservice uiteraard direct actie. Het asbest wordt dan meteen verwijderd.”

Over asbest
Asbest is een materiaal dat tot 1994 gebruikt werd bij de bouw van woningen. Asbest bestaat uit hele kleine vezels. In het verleden is het veel toegepast, omdat het sterk, slijtvast, brandwerend en bestand is tegen zuren. Inmiddels is bekend dat asbest risico’s voor de gezondheid kunnen vormen. Sinds 1983 wordt het materiaal daarom nauwelijks meer toegepast. Sinds 1994 is het in Nederland zelfs helemaal verboden om asbest te verkopen, te gebruiken of te verwerken.

Datum 14 juni 2018 Redactie

Inwoner Groningen produceert weinig afval

GRONINGEN – Inwoners van de gemeente Groningen produceren jaarlijks gemiddeld 390 kilo huishoudelijk afval. Dat is maar liefst 26 procent minder dan het landelijk gemiddelde. In een periode van vijf jaar is de hoeveelheid afval bovendien met ruim 32 kilo per inwoner afgenomen, wat aanzienlijk beter is dan de gemiddelde afname. Dit blijkt uit onderzoek van Afvalcontainershop.nl, waarbij de lokale verschillen in de hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner in kaart zijn gebracht.
Gemeentelijke verschillen
Tussen Nederlandse gemeenten zitten grote verschillen in de gemiddelde hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner. Het verschil tussen de gemeente waar mensen op jaarbasis het minste (Zwartewaterland) en het meeste (Sluis) huishoudelijk afval produceren bedraagt zelfs 646 kg per inwoner. Het landelijke gemiddelde ligt op 526 kilo huishoudelijk afval per inwoner.
Provinciale verschillen
Op provinciaal niveau bestaan er ook vrij grote verschillen in de gemiddelde hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner. Zeeuwen produceren met 763 kilo persoon veruit het meeste afval. Ook de Friezen produceren met een jaarlijks gemiddelde van 618 kilo per inwoner aanzienlijk meer huishoudelijk afval dan de overige provincies.
Aan de andere kant zijn er ook provincies die relatief weinig afval produceren. Gelderlanders geven het goede voorbeeld met een jaarlijks gemiddelde van 475 kilo afval per persoon. Ook Overijssel (483 kilo per inwoner) en Flevoland (497 kilo per inwoner) blijken relatief schone provincies als het aankomt op de productie van huishoudelijk afval.
Steeds minder huishoudelijk afval in Nederland 
In vijf jaar tijd is de hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner in Nederland licht gedaald. Hierbij valt op dat de grotere gemeenten (meer dan 46.000 inwoners) het beter doen dan de kleinere gemeenten (minder dan 46.000 inwoners). In de grotere gemeenten nam de hoeveelheid huishoudelijk afval met 7,4 kilo per inwoner af, tegenover een afname van slechts 2,2 kilo per inwoner in de kleinere gemeenten. In Groningen is de hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner in vijf jaar tijd echter met ruim 32 kilo per inwoner afgenomen, wat aanzienlijk veel beter is dan gemiddeld.
Een overzicht van alle resultaten is te vinden op de onderzoekspagina: http://www.afvalcontainershop.nl/afvalonderzoek
Steeds meer aandacht voor afvalvermindering
Afvalvermindering is een onderwerp dat de afgelopen jaren steeds populairder is geworden. Steeds vaker organiseren verschillende partijen, zoals (lokale) overheden, instellingen en het bedrijfsleven nieuwe initiatieven en projecten om de hoeveelheid (huishoudelijk) afval te verminderen. Sinds 2008 is er zelfs een Europese week van de afvalvermindering.
Datum 17 januari 2018 Bert Jan Brinkman

Snellere diagnose dankzij nieuwe scanner

Refaja Ziekenhuis
Refaja ziekenhuis
STADSKANAAL – Een betere beeldkwaliteit en minder straling. Dat zijn de belangrijkste voordelen van de nieuwe CT-scanner die ziekenhuislocatie Refaja van Treant Zorggroep sinds kort rijk is. Dankzij de nieuwe scanner kunnen dokters nog beter en sneller een diagnose bepalen. Hierdoor kan de behandeling van de patiënt sneller gestart worden.

De nieuwe CT-scanner gaat een belangrijke rol spelen in de diagnose van cardiologische patiënten. Omdat de scanner in één keer het hele hart in beeld kan brengen, is een hartkatheterisatie voor diagnostiek en opname van de patiënt dan niet altijd meer nodig. Een veel mindere belasting voor de patiënt, want die kan in de meeste gevallen na de scan direct naar huis. Refaja verwacht halverwege 2018 met deze toepassing bij hartpatiënten te starten.

Een CT-scanner geeft via röntgenstraling snel een gedetailleerd beeld van de binnenkant van het lichaam. Organen, weefsel en structuren worden in dwarsdoorsneden (dunne plakjes) afgebeeld. Daardoor ontstaat snel duidelijkheid over de aard en de toestand van het gescande gebied.

Jaarlijks worden er op ziekenhuislocatie Refaja 7.000 patiënten onderzocht met behulp van de CT-scanner. Bij heel Treant zijn dat er in totaal 27.000. Want ook op de locaties Bethesda (Hoogeveen) en Scheper (Emmen) kunnen patiënten terecht voor een CT-onderzoek.

Datum 15 januari 2018 Redactie

Onderzoek naar overerfbare armoede in de Veenkoloniën

Vergezicht Veenkoloniën bij de Westerdallen. (F: RTV1)

STADSKANAAL/VEENDAM – De Rijksuniversiteit Groningen gaat onderzoek doen naar armoede in de Drents-Groningse Veenkoloniën. Die armoede treft zo’n 12.000 gezinnen.Volgens de onderzoekers is deze armoede al generaties lang aanwezig en de vraag is hoe deze beter kan worden aangepakt.

Waardoor deze armoede van generatie op generatie wordt doorgegeven (overerfbare armoede) is niet bekend en dat wordt onderzocht door de Rijksuniversiteit. Ook wordt gekeken hoe armoedehulp vanuit gemeenten beter kan worden geregeld.

De universiteit doet het onderzoek in opdracht van de provincies Drenthe en Groningen. Zij willen gemeenten ondersteunen om de armoede aan te pakken. “De armoedeproblematiek in de Veenkoloniën moet doorbroken worden”, reageert de Groningse gedeputeerde Eelco Eikenaar via de NPO / NOS. Het onderzoek loopt van 2017 tot 2020 en gaat 60.000 euro kosten.

Datum 13 juli 2017 Bert Jan Brinkman

Wat vindt u van de afvalinzameling?

(F: gemeente Stadskanaal)
STADSKANAAL – De gemeente Stadskanaal houdt een enquête over inzameling van huishoudelijk afval.

Zij wil graag weten hoe inwoners omgaan met afvalscheiding en wat de ervaringen zijn met de afvalinzameling.

De uitkomsten van het onderzoek worden gebruikt voor het nieuw te vormen beleid. De ambitie is meer afval te scheiden en de hoeveelheid afval in de grijze container te verminderen. Dit wil de gemeente samen met haar inwoners doen.

Vul de enquête in
Bezoek de website van de gemeente Stadskanaal en vul de enquête online in.

Meedoen aan het onderzoek is anoniem.

(Bron: gemeente Stadskanaal)

Datum 13 december 2016 Redactie

Politie onderzoekt woningoverval in Musselkanaal

Politie-112-logo-alarm-hulpdiensten. groot formaat.MUSSELKANAAL – De politie doet op dit moment onderzoek naar een overval op een 75-jarige bewoner aan het Open Einde in Musselkanaal.

De man werd donderdagavond rond 21.30 uur in zijn woning door twee mannen overvallen. Ze bedreigden hem en doorzochten de woning. De daders gingen er in de auto van het slachtoffer, een blauwe Kia Sportage 2.0 voorzien van het kenteken 72-ST-GR vandoor. De auto is voorzien van sportvelgen. In de loop van de vrijdagmiddag werd de politie van de overval in kennis gesteld.

Datum 24 september 2016 Redactie

UMCG zoekt deelnemers voor depressie onderzoek

depressieGRONINGEN – Vanuit het UMCG is op dit moment onderzoek gaande naar het voorkomen van terugval na depressie. Het is namelijk gebleken dat mensen die depressief zijn geweest, wel 40 tot 60 procent kans hebben om opnieuw depressief te worden, en dit percentage loopt zelfs nog verder op met het aantal eerdere episodes. Uit eerder onderzoek is gebleken dat preventieve cognitieve therapie effectief is in het verminderen van de kans op terugval. Wat we nog niet weten, is waarom het bij sommige mensen wel, en bij sommige mensen niet werkt. Ook weten we nog niet goed hoe het werkt, en wat er precies nodig is om kwetsbaarheid voor terugval te verkleinen.

In dit onderzoek kijken we naar wat er in de hersenen gebeurt wanneer je hersteld bent van een depressie. We onderzoeken hoe preventieve cognitieve therapie het functioneren van de hersenen beïnvloedt en hoe dit kan bijdragen aan het voorkomen van een nieuwe depressie. We vergelijken hiervoor een groep herstelde depressieve mensen die preventieve cognitieve therapie krijgt met een groep herstelde depressieve mensen die deze therapie niet krijgt.  In het onderzoek wordt gebruik gemaakt van vragenlijsten en computertaken, o.a. in de MRI-scanner. Ook zal de pupil gemeten worden tijdens deze taken, door middel van een kleine camera die beelden maakt van het oog. In de therapie die op de meting volgt wordt gefocust op het identificeren van en omgaan met negatieve gedachten, en het ervaren en onthouden van positieve gebeurtenissen. Daarnaast zal er een persoonlijk preventieplan gemaakt worden.

Voor dit onderzoek zijn we op zoek naar deelnemers. Bent u tussen de 18 en 55 jaar oud en in het verleden depressief geweest maar nu hersteld, en wilt u graag iets doen om uw kans op terugval te verkleinen, of kent u mensen die aan deze beschrijving voldoen? Ook zoeken we nog gezonde controledeelnemers. Ook als u dus geen verleden hebt met depressies, bent u van harte uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Voor meer informatie over het onderzoek, of om uzelf aan te melden, kunt u kijken op www.depressiestudie.com, of contact opnemen met de onderzoekers dr. Marie-José van Tol en drs. Rozemarijn van Kleef via depressiestudie@umcg.nl.

Datum 15 juni 2016 Bert Jan Brinkman

Onderzoek Veenkoloniën voortgezet in het water

BoerstraTWEEDE EXLOERMOND – Na verschillende verkenningen en boringen op het land van Tweede Exloërmond wordt de toren van Boerstra Engineering op het water geplaatst. Men richt zich vanaf deze week op de eigenschappen van het water en de bodem van de wijk op de projectlocatie. Naar verwachting zijn er conclusies te trekken uit de gesteldheid van het aanwezige water maar ook uit het onderliggende slib dat sinds lange tijd onaangeroerd is.

Verder kijken dan het probleem is een van de peilers van de onderneming Boerstra Engineering. Op plekken waar adhesieve krachten en lange tradities de vrije hand hebben, zoekt men naar geschiedenis op de locatie, naar de kaart van het landschap en het beleefbaar maken van de dynamiek. Met het oog op een brede horizon worden verschillende middelen ingezet voor (in)zicht en voorstellingsvermogen.

Op zaterdag 17 oktober van 13.00-17.00 uur is de locatie te bezoeken en worden de resultaten getoond.
Het project vindt plaats van 31 augustus t/m 1 november 2015

Het project is onderdeel van Stichting 250\400

De projectlocatie is te vinden nabij:
Zuiderdiep 231
9571 BM Tweede Exloërmond
52°54’54.7″N 6°57’12.7″E

Datum 9 oktober 2015 Bert Jan Brinkman

De werkelijkheid van het forensisch onderzoek

logo_header_bibliotheekSTADSKANAAL – Dinsdag 27 mei organiseren Bibliotheek Stadskanaal en The Read Shop Stadskanaal een lezing over forensisch onderzoek. Een medewerker van het particulier forensisch instituut Forensicon neemt de toehoorders deze avond mee in de wereld van het forensisch onderzoek.

Een dag van een forensisch onderzoeker

Marco Bosmans, directeur van het particulier forensisch instituut Forensicon, vertelt in deze lezing over de werkelijkheid van het forensisch onderzoek. Iedereen heeft een beeld bij forensisch onderzoek. Maar hoe ziet een dag van een forensisch onderzoeker er werkelijk uit? Wat komt er allemaal kijken bij het bewijzen van een strafbaar feit? Hoe werkt DNA-onderzoek? En hoe weten we dat een vingerafdruk uniek is? Naast deze vragen wordt ook aandacht besteed aan de situaties waarin forensisch onderzoek ingezet kan worden. Veel mensen denken direct aan zware strafbare feiten zoals vuurwapenincidenten, overvallen en moord. Maar ook in het particuliere werkveld wordt forensisch onderzoek ingezet. Bijvoorbeeld wanneer iemand een anonieme brief ontvangt, bij beschuldiging van drugsgebruik, bij diefstal op kantoor of bij de controle op fraude bij het aanvragen van een uitkering.

Kaarten

De lezing vindt plaats in Bibliotheek Stadskanaal en begint om 19.30 uur. Toegangskaarten zijn te verkrijgen bij de bibliotheken in Ter Apel, Stadskanaal, Vlagtwedde, Onstwedde en Musselkanaal en bij The Read Shop Stadskanaal. Bibliotheekleden betalen €3,00, niet leden betalen €5,00.

De verschillende vormen van forensisch onderzoek worden op een begrijpelijke wijze besproken. De lezing is daarom geschikt voor deelnemers van alle leeftijden

Datum 24 mei 2014 Marc Dol


-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal