Direct naar de inhoud.

Groninger begrafenisverenigingen luiden de noodklok

Overhandiging onderzoeksrapport aan CdK in Groningen René Paas

GRONINGEN – Vroeger was begraven bijna gratis. Het is nog niet eens zo heel erg lang geleden dat op het platteland buren zorg droegen voor elkaars uitvaart, dat was noaberschap. De hedendaagse uitvaartverenigingen zijn hiervan een uitvloeisel. Gratis is het allemaal niet meer, maar voor een zeer betaalbaar bedrag krijgen de leden een uitvaart in natura. Desondanks verkeren de uitvaartverenigingen in zwaar weer. De Federatie van Uitvaartverenigingen in Groningen luidt de noodklok.

De 110 onderlinge uitvaartverenigingen in Groningen hebben het zwaar. Onbezoldigde bestuursleden kunnen geen opvolgers vinden en blijven tientallen jaren aan het roer, totdat ze er bijna letterlijk bij neervallen. En ondanks het grote financiële voordeel loopt het ledenaantal terug.

Betaalbare uitvaart
Volgens Henk Bazuin van Onderlinge Uitvaartvereniging Hoogezand heeft dit onder meer te maken met communicatie: “Wij passen goed op de centen van onze leden, die geven wij niet uit aan geldverslindende marketingcampagnes, zoals de grote nationale uitvaartverzekeraars wel doen. Het gevolg is een imagoprobleem: veel jongeren zeggen hun lidmaatschap op omdat ze denken bij een verzekeraar voordeliger uit te zijn. Het omgekeerde is waar. Ons doel is juist: een betaalbare uitvaart voor iedereen.”

Onderzoeksrapport
De problemen zijn beschreven in het rapport ‘Onderzoek + adviezen voor behoud van de onderlinge uitvaartzorg dat op vrijdag 15 september op het provinciehuis door de federatie is aangeboden aan Commissaris der Koning in Groningen René Paas. Het rapport is in opdracht van het federatiebestuur opgesteld door de interne commissie Behoud Noaberschap 2.0. “Uitvaartverenigingen staan nu op een kruispunt van wegen waarbij er twee richtingen zijn: change or die”, stelt het rapport.

Uitvaart in natura
Het rapport schetst een viertal hoofdproblemen: teruglopend ledenaantal, lang zittende bestuursleden door problemen met opvolging, communicatie en steeds strengere financiële regelgeving. Bestuurslid Wessel Volders van Begrafenisvereniging Onstwedde over dat laatste: “Wij bieden uitvaarten in natura. Steeds meer overledenen en nabestaanden hebben echter uitgesproken wensen voor de uitvaart die niet binnen dit pakket vallen. Dan vragen ze ons om een uitkering van een bedrag in plaats van het verzorgen van de dienst. Maar dat mogen wij niet doen. De Autoriteit Financiële Markten is zeer streng: doen wij uitkeringen, dan worden we gezien als een verzekeraar. En dat mogen we pertinent niet zijn”.

Noaberschap
Het overheidsbeleid inzake onderlinge uitvaartverenigingen is allesbehalve consistent. Waar hedendaagse wet- en regelgeving het functioneren ernstig belemmeren, wordt ouderwets noaberschap juist gestimuleerd. Noaberschap heeft zelfs een plek gekregen op de Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. “Hiermee wordt het belang en de waarde aangegeven van een plaatselijke uitvaartvereniging. Dit is bedoeld om de kennis en ervaring uit vroeger tijden niet verloren te laten gaan”, staat in het rapport.

Aanbevelingen
In het rapport, waaraan met veel enthousiasme is gewerkt, doet de commissie diverse aanbevelingen om het onderlinge uitvaartwezen in stand te houden en op een toekomstbestendige wijze te organiseren. Tijdens regiovergaderingen van alle Groninger uitvaartverenigingen komen de aanbevelingen in dit rapport aan de orde. De verenigingsbestuurders kunnen dan reageren om vervolgens samen een plan van aanpak te maken en prioriteiten stellen. Denk hierbij aan samenwerking of samensmelting van verenigingen, meer keuzemogelijkheden voor de leden, meer en betere communicatie voor een grotere naamsbekendheid en positievere uitstraling van het onderlinge uitvaartverenigingen en actievere inzet voor opvolging van bestuursleden en een evenwichtige leeftijdsopbouw binnen het bestuur. Dat laatste wordt volgens Bazuin wel lastig: “Want wie wil er nou op jonge leeftijd al zo intensief bezig zijn met de dood?”

Datum 16 september 2017 Bert Jan Brinkman

Afsteektijden vuurwerk en regels omtrent carbidschieten

vuurwerkSTADSKANAAL – Het kabinet heeft de verkoop- en afsteektijden voor vuurwerk verkort. Vuurwerk mag enkel nog op oudejaarsavond worden afgestoken vanaf 18.00 uur. De eindtijd voor het afsteken van vuurwerk is onveranderd. Dit blijft 02.00 uur op nieuwjaarsdag. Dit meldt de gemeente Stadskanaal op hun website.

Regels omtrent carbidschieten

De nieuwe afsteektijden hebben geen invloed op het carbidschieten.

Om mogelijke gevaren te voorkomen heeft de gemeente regels opgesteld voor carbidschieten. Deze regels zijn vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening. De regeling houdt in dat onder bepaalde voorwaarden met carbid geschoten mag worden. Een aantal van de voorwaarden leest u hieronder. De volledige regelgeving staat op de website www.stadskanaal.nl.

Voorwaarden

– Carbidschieten mag alleen plaatsvinden tussen 31 december 2015 10.00 uur tot 1 januari 2015 02.00 uur.
– Carbidschieten mag alleen op 100 meter afstand of meer van woningen, voor zorginstellingen geldt een afstand van tenminste 300 meter.
– Degene die carbid schiet mag niet jonger zijn dan 16 jaar en mag niet onder invloed zijn van drank of drugs.
– Er mag alleen gebruik worden gemaakt van maximaal 10 originele (melk)bussen/containers/opslagvaten met een maximale inhoud van 40 liter en/of gasflessen met een maximale inhoud van 200 liter.
– Het terrein moet met touwen of linten worden afgezet en het vrije schootsveld moet minimaal 75 meter zijn.
– Na zonsondergang moet het terrein goed zijn verlicht.
– Er mag niet geschoten worden als er toeschouwers binnen het terrein aanwezig zijn.

Carbidschieten-Stadskanaal

Meer informatie

Wilt u carbidschieten dan moet u aan alle voorwaarden en voorschriften voldoen. Hebt u in de aanloop naar de jaarwisseling nog vragen? Dan kunt u contact opnemen met het algemene telefoonnummer van de gemeente Stadskanaal, 0599-631 631.

Datum 4 december 2015 Redactie


-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal