Direct naar de inhoud.

Trots op de Kanaalstreek


Ojee de mening van BJ
– Feitelijk wordt er heel weinig geschreven over de kanaalstreek en dat is opmerkelijk want ik vind de Kanaalstreek een zeer bijzonder gebied..

Het doet mij dan ook een beetje pijn te moeten constateren dat ‘de Kanaalstreek’ veel minder wordt gepromoot dan bijvoorbeeld het gebied ‘Westerwolde’ of de ‘Hondsrug’. waarom eigenlijk?  Zo is er bijvoorbeeld in Stadskanaal een VVV vestiging onder de naam VVV Westerwolde. Niets mis mee hoor..  maar noem dit dan VVV Kanaalstreek / Westerwolde!  Het (mooie) Westerwolde gebied ligt namenlijk ten oosten van de plaatsen Ter Apelkanaal, Musselkanaal en Stadskanaal. Net even een ander gebied met een heel ander landschap. 
Ontmoet ik hier  toeristen dan promoot ik altijd onze regio met de woorden “welkom in de kanaalstreek“. Wel zo duidelijk (waar blijven overigens de P.R. borden??). Aan het gebied Westerwolde denk ik aan plaatsen zoals Sellingen, Bourtange, Vlagtwedde en Onstwedde.. De Hondsrug is voor mij Gieten, Borger, Odoorn tot Emmen.  

Het is dus belangrijk voor de Kanaalstreek dat deze beter gepromoot gaat worden. Iedereen kent toch ook de Zaanstreek? De Zaanstreek ligt aan weerszijden van de Zaan (een veen- rivier van tien km lang), die via het Noordzeekanaal uitmondt in het IJ. De Kanaalstreek is het gebied aan weerszijden van het Stadskanaal een (veen)kanaal van ruim 30 km lang, een belangrijke Europese toeristische vaarroute. Wat let ons om de Kanaalstreek (net als de Zaanstreek) beter op de kaart te zetten? Bij de woorden ‘Kanaalstreek’ moet een Hollander direct weten dat we spreken over de ‘Drentse Monden’, ‘de Semslinie’, ‘het Stadskanaal’ en de plaatsen Ter Apelkanaal, Musselkanaal, Nieuw Buinen, Stadskanaal. Stuk voor stuk bruisende plaatsen bomvol toeristische activiteiten, schoon recreatiewater, rechte kanalen en prachtige natuur.  De Kanaalstreek is voorzien van de modernste infrastruktuur en is bovendien een prachtige uitvalbasis voor een dagje Westerwolde , de Hondsrug of Duitsland.

BJ

Lees hier alles over de geschiedenis:Stadskanaal (kanaal)

Datum 6 mei 2012 Bert Jan Brinkman

RTV Stadskanaal als werkgever

Ojee, de mening van BJ – Tja, bovenstaande kop zegt het al.. Daar droom je van. Een gezonde lokale omroep met beroepskrachten.. Droom? Helemaal niet..

Ik denk dat dit ook kan, tenminste als de gemeente hier ook aan mee wil werken.  Nu lijkt het erop dat men reclame inkomsten van het geoorloofde geld aftrekt. Tja, dan zal het ook nooit lukken. De motivatie om commerciële advertenties uit te zenden is niet zo hoog bij RTV Stadskanaal en dat is geen wonder. De ambtenaar op het gemeentehuis trekt immers de reclame inkomsten simpel weer af van het subsidiegeld.
 
Heuu, hoor ik dat goed? Subsidie geld? Ik dacht dat sinds de wetswijziging in 2009 de financiering voor publieke lokale omroepen wettelijk geregeld was. Via een amendement vorig jaar is toch de subsidie omgezet in bekostigingsplicht? Als minimum bedrag wordt 1.30 Euro per woonruimte genoemd. Dat geld hebben we ook nodig om een belangrijke rol te kunnen blijven spelen in de maatschappelijke informatievoorziening voor de gemeente Stadskanaal. Kijk eens naar de enorme bedragen die naar de regionale omroepen gaan (Ja, ik ben jaloers en daar schaam ik mij niet voor) en dan naar het kleine fooitje voor de lokale omroep. 

Nogmaals dit kan en moet anders. Ik ben een enorme voorstander van commerciële LOKALE radio. Helaas mag dat (nog) niet van de overheid. Wat wel mag is reclame uitzenden via de publieke lokale media, maar dan moet de gemeente deze extra inkomsten niet van de ‘subsidie’ aftrekken, dat doet de provincie toch ook niet bij de regionale omroep? 

BJ

Datum 6 mei 2012 Bert Jan Brinkman

Roer om bij lokale omroepen!

Ojee, de mening van BJ – (lokale omroep is dood – leve lokale media). Al enige tijd geleden heeft de wetgever het zien aankomen. Het begrip lokale omroep is niet meer van deze tijd..

Vorig jaar is dit dan ook veranderd in de term ‘Lokale media instelling’. Hier kan ik volledig achterstaan!!  Lokale radio is slechts een onderdeel van het totaal pakket. De ‘nieuwe media’ maakt het mogelijk om je op alle mogelijke manieren te presenteren. Lokale omroep, euhh media, nieuwe stijl!! Doe je dat niet dan blijf je in de vorige eeuw hangen en bereik je niet meer je doel, namelijk de bevolking van je lokale verzorgingsgebied.

Het internet wordt zo belangrijk dat het nog slechts een kwestie van tijd is voordat de éérste lokale omroep zal opstaan voor enkel verspreiding via het internet. Voor adverteerders ook belangrijk want je hebt dan dagelijkse meetbare cijfers. RTVS weet bijvoorbeeld precies hoeveel unieke bezoekers er dagelijks luisteren en kijken op de website www.rtvstadskanaal.nl. (en da’s een heeeeeleboel kan ik U verzekeren). Van onze (dure) FM zender weten we dat niet. Dat is altijd bij benadering (via een luister onderzoek) wat te manipuleren is. Iets wat commerciële omroepen maar al te graag doen. Lokale media is prima te doen in een totaal pakket online: Lokaal nieuws aangevuld met video-items en audio. Allemaal via je website. Een FM radiozendertje erbij is leuk.. Maarrrr de nieuwe generatie luisteraars bereik je er niet meer mee! Die zitten de hele dag op het WWW te multitasken (twitteren, pingen, hyven, ) en op de achtergrond luisteren ze naar hun favoriete radiostream of mp3 collectie. De grootste kans nieuwe luisteraars aan je te binden is via het internet. Het voordeel van lokale (media) online is dan ook enorm:
 
– Audio en video altijd en overal (ook mobiel)
– interactief
– lokale binding en samenwerking!
– direct oproepbaar
– meerdere streams (b.v. 24 uurs kerkkanaal, streekgebondenmuziek, politiek, etc.)
– Je kunt het hele ICE (informatie, Cultuur en educatie) pakket in je website stoppen en zo je radiostation en stream meer gaan gebruiken voor muziek en locatieuitzendingen.
 
Zo zijn er legio nieuwe mogelijkheden te bedenken voor lokale omroep, euh media, nieuwe stijl.  Ik ben dan ook blij dat ‘RTVS’ inmiddels die éérste stappen heeft gezet en bijzonder trots op de medewerkers die dat mogelijk maken. Compliment jongs!!


BJ
(programma coördinator)

Datum 6 mei 2012 Bert Jan Brinkman

Het nieuwe radio luisteren


Ojee de mening van BJ
– Radio, video en medianieuws volgen via je mobiel wordt steeds populairder. De iphone, of overige smartphones zijn de draagbare radio..euh, media-ontvangers van de toekomst..

Radio uitzendingen via een internetstream winnen aan populariteit omdat het veel te lang duurt voordat Nederland T-DAB (ether)uitzendingen landelijk gaat invoeren. Terwijl alle Europese landen om ons heen druk bezig zijn om de FM zenders over te zetten naar T-DAB, gebeurd er hier zoals gebruikelijk niets tot weinig.  Natuurlijk lacht de GSM-operator zich rot. Breedband (mobiel internet) wordt de toekomst voor radio ‘nieuwe stijl’ (jongeren weten al niet anders). Door het veel te lang aarzelen (nu al meer dan 10 jaar) om T-DAB landelijk uit te rollen is dat ook volkomen te begrijpen. Platforms zoals ‘mobilaria’ en ‘Tunin.fm’ grijpen hun kans..en met succes! De nieuwe generatie smartphones doen daar nog eens een schepje bovenop. Via mijn iPhone log ik bijvoorbeeld in op de website van RTV Stadskanaal en beluister de radiostream zonder problemen waar dan ook in Nederland. Ook in mijn auto werkt dat zonder problemen. Glashelder en in stereo! Prachtig en beter dan FM ontvangst..  Het analoge FM en digitale T-DAB gebeuren komen hierdoor nog verder op afstand want vanaf nu wordt radio via (mobiel) internet gewoon overal draadloos aangeboden dankzij het snelle 3G netwerk van je provider (b.v vodafone of T mobile). Toch jammer, want wat zou er nu mooier zijn geweest dan digitale etherzenders (met lokale zenders via een local window) ter vervanging van de FM band. Maar we wachten af.. Al geloof ik niet meer in T- DAB. Misschien de volgende generatie digizenders.. Als de overheid eindelijk eens durft door te pakken..

Hoe langer de overheid echter wacht met duidelijke besluitvorming omtrent T-DAB ( Digitale Audio Broadcasting), hoe populairder breedbandradio zal gaan worden in ons land. Bovendien zullen radio omroepen ook geen dure frequentie kavels meer willen kopen dankzij mobielinternet. Voor de vertrouwde FM band ziet het er gelukkig toch nog zonnig uit want dankzij het mobieltje (met ingebouwde FM tuner) kan dat nog jaren door. Maar pas op: In de nieuwe generatie smartphone wordt dit al niet meer ingebouwd. Alles gaat straks via een internetstream. Ook het wifi (thuis) netwerk wordt steeds populairder. Je gsm schakelt automatisch om!

Het nadeel van internet is (vind ik) dat je zoveel radiozenders en content kunt ontvangen dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Je zult dus je eigen voorkeur zaplijst moeten gaan maken.  RTVStadskanaal (RTVS) staat inmiddels al langere tijd in de zaplijst ‘zenders uit Groningen’ via Tunin.FM. Maar op een smartphone kun je onze stream natuurlijk ook direkt beluisteren.  Probeer maar eens door één van de streamlogo’s aan te klikken op onze website op je mobieltje. – Het nieuwe radio ontvangen is begonnen…

BJ

Datum 6 mei 2012 Bert Jan Brinkman

De nieuwe hoofdstraat van Stadskanaal

Ojee, de mening van BJ – De Hoofdstraat met het gedeelte tussen de Menistenlaan en de Beneluxlaan wordt binnenkort het crème de la crème van de langste winkelstraat van Europa.

De miljoenen kostende herinrichting van de winkelstraat start in november met de plaatsing van een nieuwe brug ter hoogte van de Stationslaan. Veel mensen vinden het zonde om zoveel geld uit te geven maar ik kan mij hier wel in vinden. Het is niet alleen een nieuwe brug (de huidige is stuk) er komt nog veel meer. Langs het Stadskanaal worden aanleg steigers gebouwd met sfeerverlichting en stroomvoorziening. Lelijke parkeerplaatsen verdwijnen en vanaf de pui van de winkel tot aan de kade komt er een een vlakke straat met gezellige terrasjes en een schitterende boulevard waarop gelopen, gefietst en zeer langzaam met de auto gereden moet worden. Tussen de Menistenlaan en de Beneluxlaan komen er nog slechts drie plekken voor het laden en lossen van goederen. Dat was altijd een lelijk gezicht zo’n grote vrachtwagen midden op de weg met zijn stinkende uitlaatgassen met daar weer achter ongeduldig wachtende automobilisten. Wat mij betreft mag overigens al het autoverkeer hier wel geblokkeerd worden.

Wethouder Jan Bessembinders heeft ook het groene licht gegeven voor het mogelijk maken van staan- plaatsen voor marktkooplui langs het water. De inmiddels zestig jaar oude weekmarkt van Stadskanaal is één van de mooiste markten van het Noorden en heeft al vele prijzen gewonnen. Door op zaterdag de markt door te trekken langs het water ontstaat er een doorgroei tot wel vijftig marktkramen. Een goed idee van de Knoalster wethouder en van de gemeentelijke marktcoördinator Michael Dekker.  

De pleziervaart kijkt hopelijk in het volgende vaarseizoen niet meer tegen een grauwe kade-muur aan maar kan dan spontaan aanleggen met zijn bootje aan een steiger langs de bruisende boulevard. De schipper en zijn bemanning kan zich dan zo tussen de gezellig winkelende mensen begeven. En dat is goed voor de ondernemers en voor de uitstraling van Stadskanaal en de Kanaalstreek.

BJ

Datum 6 mei 2012 Bert Jan Brinkman

Noord Ooster Wind (deel 1)

 Ik moet hiervoor terug naar het jaar 1969. Het dorp Staphorst om precies te zijn. Het jaar dat ik samen met mijn vriendjes van de lagere school leerde communiceren doormiddel van morsetekens. Dat deden we met een zaklantaarn. Later met een deurbelzoemertje op een plankje. De maanlanding in 1969 met radiocommunicatie via een grote antenne parabool was de druppel. Ik moest en zou ook iets met radio doen. Het was echter nooit zozeer de techniek die mij aantrok maar meer het communiceren op zich. Het feit dat je een verbinding kon maken door het niets. Dat misschien anderen mee zaten te luisteren.. Dat was prachtig. Op elfjarige leeftijd kreeg ik de beschikking over een transistorradio. Ik weet niet meer hoe, maar ik had eindelijk mijn eigen radio. Ik hoefde vanaf dat moment niet meer verplicht mee te luisteren naar meester G.B.J. Hilterman op Hilversum 1 waar mijn vader altijd naar wilde luisteren op de zondagmiddag. Eindelijk kon ik afstemmen op de middengolf waar de zeezenders zaten.  Radio Veronica vanuit zee.. Wat een tijden! 

In 1973 – op veertien jarige leeftijd – gingen mijn ouders verhuizen naar Veendam. Voor mij het einde van de wereld. Dat was in het begin heel pijnlijk. Radio heeft mij er toen doorgesleept. Luisteren naar de zeezenders die het gevoel gaven dat ik niet alleen was. Dat mijn kameraadjes in Staphorst ook aan het luisteren waren, dat gaf een gevoel van verbondenheid. Maar dit was nog maar het begin.. Het radiogevoel zou spoedig nog veel intensiever worden!  (wordt vervolgd)
 

Datum 6 mei 2012 Bert Jan Brinkman

Noord Ooster Wind (deel 2)

Mijn radioverhaal (deel 2) – In Veendam kwamen we in de Groningenlaan te wonen. Het waren de eerste huizen in het nog aan te leggen plan Sorghvliet..

Als je achter ons huis stond keek je destijds in 1973 dwars over de weilanden richting de Sorghvlietlaan. Op de zolder kreeg ik mijn slaapkamer met lekker veel ruimte. Mijn ouders besloten dat jaar een nieuwe radio aan te schaffen en ik kreeg de ‘oude’ buizenontvanger van hun tot mijn beschikking (van het merk Telefunken). Ik kan mij nog herinneren dat er in de eindtrap 2x een EL84 lamp stond te gloeien, goed voor 10 watt ‘warm’ buizengeluid uit de speakers. Al snel sloot ik vriendschap met de buurjongen die net als ik onlangs in Veendam was komen te wonen. Stiekem klauterden we op een dag het dak op om een koperdraadje te spannen tussen de schoorstenen. Dit koperdraadje was onze ontvangstantenne voor de middengolf. Wat een AM ontvangst hadden we toen!
 
Door het veelvuldig draaien over de AM band op zoek naar Radio Veronica, radio Noordzee en later radio Caroline en Atlantis kwam ik ook in aanraking met radiostations die vreemde Hollandse muziek uitzonden.  Het bleken landpiraten te zijn.  Deze geheime zenders deden mijn hart overslaan. De muziek vond ik eerst helemaal niks maar later kon ik het wel waarderen.  Je hoorde muziek die je toen nergens anders kon horen en ik werd er vrolijk van. Swingende (polka)klanken van Frankie Yankovic tot raar klinkende Hollandse muziek van bijvoorbeeld Duo Onbekend, Jan en Zwaantje of Johnny Jordaan. De radioamateurs (MG-etherpiraten) maakten diepe indruk op mij. Ze spraken over ‘hoe de ontvangst was van hun pierement’. En hoeveel ‘druk’ ze hadden op het ‘katteoog’ van de buizenontvanger. Ik snapte er werkelijk niets van. Vastbesloten om met deze ‘stoere’ kerels mee te gaan doen ging ik op zoek naar informatie over het bouwen van radiozenders. Ik denk dat ik toen de beste bezoeker van de bibliotheek ben geweest. Alle begrijpbare radioboeken heb ik wel gelezen.
 
Inmiddels brak de zomer van 1974 aan. Het was een mooie zomer met veel warme dagen. In gedachten zat ik op het Veronica schip. Hoe mooi zou het zijn om onder de grote zendmast, op het zendschip, over de zee te kijken richting het vasteland. In de wetenschap dat het sterke radiosignaal van Veronica 538 zich over heel Nederland verspreidde via die magische middengolf. Al spoedig moesten mijn vrolijke gedachten plaats maken voor een vreselijk bericht.  De zeezenders werden verplicht te stoppen op 31 augustus 1974. Deden ze dat niet dan werden de zeezenders het zwijgen opgelegd door de Nederlandse overheid. Ik besloot dag en nacht af te stemmen op Veronica en radio Noordzee en verwenste Hilversum 3 die in de lucht was gekomen om de populaire radiopiraten te doen vergeten. Hilversum 3 was te ontvangen via de FM band (die ging toen van 87 tot 105 MHz), maar ondanks de sublieme FM-geluidskwaliteit vond ik Hilversum helemaal niets. Zuilenradio met veel te veel regeltjes gemaakt door conservatieven, bah .. (wordt vervolgd)

Datum 6 mei 2012 Bert Jan Brinkman

Noord Ooster Wind (deel 4)

Mijn radioverhaal deel 4 – Mijn illegale middengolfzender ‘Braamsluiper’ met 2x een 807 buis in de eindtrap was in feite een vrijlopende oscillator..

1000 volt op de anode en floep daar gingen we mee in de lucht. Helemaal fout dus en levensgevaarlijk. Maar ach, wisten wij veel. De zender werkte en daar ging het om. Mijn ouders wisten van niets en de zendantenne, een koperen draad van veertig meter, was zogenaamd een ‘ontvangst’ antenne. Deze koperen draad liep van de schoorsteen schuin naar beneden richting de garagebox. Mijn ouders gingen in 1975 regelmatig voor familie bezoek op zondag naar Zwolle. Uiteraard ging ik (bijna) nooit mee. De zondagmiddag was immers voor mij de ultieme kans om ongestoord met de zender muziek uit te zenden en te rapporten met  andere middengolf piraten. Het ging één keer bijna mis toen mijn vader zijn autoradio aanzette en onderweg ergens tussen Veendam en Assen de Braamsluiper hoorde. Hij vroeg toen aan mijn moeder: “Héé, dat lijkt de stem van Bert Jan wel..”Mijn moeder stelde hem gerust met de woorden: “Dat kan niet, want Bert Jan is huiswerk aan het maken en hij heeft toch geen radiozender”. Maanden later zijn mijn ouders toch achter mijn illegale praktijken gekomen en werd er een gedoogbeleid afgesproken. Als ik maar mijn best bleef doen op school..

Het illegaal uitzenden op de middengolf in amplitude modulatie (AM) heeft echter niet lang mogen duren want in september 1975 werd ik opgespoord door de Radio Controle Dienst (PTT). De peilwagen met daarin (wijlen) heer van de Werf werd geassisteerd door maar liefst twee politieauto’s van de gemeente Veendam. Op het moment dat ik in de kraag werd gegrepen draaide ik net het grammofoonplaatje: ” I can help ” van Billy Swan. Ik zal het nooit vergeten. Mijn moeder schrok zich rot en ging gauw boodschappen doen. “Je red je maar “, riep ze verontwaardigd naar mij..  Omdat ik nog maar 16 jaar oud was bleef mijn straf beperkt tot een symbolische boete, maar mijn zendspullen was ik kwijt.
 

Ik heb veel bijzondere mensen ontmoet die periode. Van zonderling tot imposant en een aantal hiervan leven helaas al niet meer.  Ik kan mij nog goed de namen herinneren als Pietje Bel (Oude Pekela), Heidelberg (Veendam), Houston (Finsterwolde), Swieber (Nieuwe pekela), Torpedo (Oude Pekela), Blue Bird (Oostwold), Dokter ketellapper (Annen), Zwarte Jopie (Noordbroek), De München (Pekela), Mister Monroe, Vrolijke mijnwerker (Annen), Bonanza (Annen), superman (Sappemeer), Johnny Walker (Exloo), Peter van Wijngaarden (Emmen), Dé Bremerhaven en natuurlijk mijn grote inspirator Prins Carnaval (Tynaarlo). Ik heb nog ergens een logboek liggen met meer dan honderden radionamen uit dat jaar en zou hier wel een boek over kunnen volschrijven, zoveel doldwaze situaties heb ik toen als zestien jarige middengolf etherpiraat meegemaakt.

In 1976 heb ik nog wat zitten prutsen met kleine FM zendertjes. Het bloed kruipt immers waar het niet gaan kan. Gelukkig ben ik hiermee nooit gepakt want anders zou er wat gezwaaid hebben! In de zomer van 1976 had ik een EL84 FM (6 watt) zendertje gebouwd met een bereik van ongeveer 10 km.  Door de illegale uitzendingen hiermee op en rond de 100 MHz FM band kreeg ik niet alleen nieuwe radiovrienden maar ook zou mede hierdoor een zeer grote verandering in mijn (radio) leven gaan plaatsvinden.
 
(wordt vervolgd)

Datum 6 mei 2012 Bert Jan Brinkman

Noord Ooster Wind (deel 3)

Mijn radioverhaal (deel 3) – 31 augustus 1974, ik zat in mijn zolderkamer, zal het nooit vergeten. De deur op slot. Mijn ouders kwamen er niet in..

De laatste momenten van een radiotijdperk wilde ik ongestoord gaan  genieten. De klok op het Veronica zendschip tikte verder. Duidelijk hoorbaar via de krachtige middengolfzender. Een brok in de keel van Rob Out, tranen van woede en verdriet.. En vlak voordat het 18.00 uur zou worden, ineens en totaal onverwacht, het volkslied.. het Wilhelmus! Dan, als allerlaatste de bekende filler: ve ro ni ca, Ve-ro-ni-ca, Veronica.. Tjoepp. Weg signaal. De zendkristal werd uit de zender getrokken. Ruis op 538 meter. Onwezenlijk luisterde ik naar iets wat er net nog was. Gelijktijdig wist ik dat dit nooit meer terug zou komen. Althans niet in de vorm zoals we het hadden meegemaakt. Het leven gaat verder, maar hier was een een tijdperk afgesloten en een mijlpaal gezet. Ik kan nog het geloei over de frequentie herinneren van sommige landpiraten die met hun middengolf zenders met hun draai condensatoren (VFO) aan het afstemmen waren (tunen). Misschien was het de woede over het verdwijnen van de zeezenders dat ik besloot piraat te worden. Eigenlijk weet ik dat niet meer zo goed, maar mijn besluit stond toen vast. Ik ga zelf radio maken.

In oktober 1974 werd ik 16 jaar. Ik vroeg geld voor mijn verjaardag. met dit geld in mijn portemonnee stapte ik op de fiets richting Hoogezand. Ik had gehoord dat hier een dumpzaak was onder de naam Hielkema. Daar kon je transformatoren en andere radiospullen kopen. Ik besloot zelf een middengolfzender te bouwen. Ook besloot ik een bezoekje af te leggen bij een middengolf piraat in Tynaarlo. Deze zender hoorde ik regelmatig plaatjes draaien en tijdens zijn programma gaf hij dan een postadres door. Ik besloot op onderzoek te gaan want ik had hulp nodig bij het bouwen van een 807 middengolfzender. Op een doordeweekse middag fietste ik in november richting de ‘Prins Carnaval’ in Tynaarlo. Ik heb er nooit spijt van gekregen. Ik kreeg een hartelijke ontvangst met versnaperingen om bij te komen van de lange (koude) fietstocht. Ook zag ik voor het eerst een middengolfzender van enorme proporties. Prins carnaval had een zender met wel 8 x een 807 in de eindtrap. Een middengolf antenne die wel 40 meter de lucht instak en een heuse gloso-modulator. Ook kreeg ik de technische hulp die ik zocht en eind 1974 had ik dan mijn eigen middengolfzendertje start klaar. Het enige wat ik (nog) niet had was een antenne en een goed werkend aarde netwerk.
 
Als 16 jarige jongen moest ik alles stiekem doen, mijn ouders wisten niet wat ik van plan was. Ik had mazzel want pa kwam in december met de mededeling dat we gingen verhuizen van de Groningenlaan naar de Drenthelaan in Veendam. Hier zag ik kansen om omgemerkt een antennedraad te spannen tussen de garage en de schoorsteen (zogenaamd ontvangstantenne) en een koperen draad de grond in te spuiten met behulp van de tuinslang. In het prille voorjaar van 1975 was de tuin af en niemand wist dat hier een aarde-netwerk was aangebracht voor een geheime middengolfzender. ( volgens mij ligt het er nu nog ;-)) Ik was klaar en mijn zendernaam was ook inmiddels bedacht. Dat kwam zo: Tijdens de tuinwerkzaamheden zag ik regelmatig een vogeltje in onze tuin en mijn oma (die eens op visite was) riep toen .. Ach, kijk eens een Braamsluiper..

Wordt vervolgd

Datum 6 mei 2012 Bert Jan Brinkman

Een verrassende Sinterklaasavond

sinterklaas_Stadskanaaldoor Anton de Wijk

Een hele koude stormachtige noordoostenwind joeg door het grote bos. De takken van de bomen kraakten af en toe door de kracht van de wind.Donker was het in het bos, aardedonker, je kon haast geen hand voor ogen zien.

Af en toe gleed een bleek maantje achter de wolken vandaan die door de bomen glipte en een klein beetje licht gaf. Het was koud, steenkoud deze Sinterklaasavond. In het grote bos op deze stormachtige avond reed Sinterklaas op zijn witte schimmel voor zijn laatste bezoek.

Zwarte Piet hield de teugels stevig vast en leidde het paard voorzichtig over het bevroren pad. Het dier schrok af en toe als de wind een dode tak uit een boom rukte dat kletterend op de grond viel. Het was gevaarlijk in het bos, heel erg gevaarlijk. Sinterklaas klopte het paard zachtjes op de hals en fluisterde daarbij geruststellende woordjes in zijn oor. Hoe lang reden ze hier eigenlijk al? Sint had geen flauw idee, het leken wel uren. Ze waren op weg naar een klein huisje midden in het bos.

Zwarte Piet foeterde toen hij bijna struikelde over een afgewaaide tak. “Wat is het altijd rotweer in Nederland”, zei hij op klagende toon. “Als het niet stormt regent het wel, en als het niet regent”…. “Nou, nou Piet”, viel Sinterklaas

zijn knecht in de rede, “zo is het wel genoeg hoor. Hou nou maar eens op met dat gejammer want daar schieten we niks mee op. We moeten nog twee kleine meisjes bezoeken die al heel lang op ons zitten te wachten en zich zullen afvragen of we nog wel zullen komen. Volgens mij zijn we verdwaald Piet, en we moeten nu maar zorgen dat we de goede weg vinden.”

In het dorp had Sinterklaas gevraagd hoe ze het beste bij het huisje konden komen in het bos. De mensen in het dorp waren erg vriendelijk en behulpzaam en hadden Sinterklaas de weg gewezen. Bij het eerstvolgende bos, hadden ze gezegd, ziet u twee grote witte stenen, daar gaat u het pad op en dan komt u vanzelf bij het huisje van

Mariska en Natasja. Sinterklaas had geknikt en toen ze een eind op weg waren zagen ze inderdaad de twee grote witte stenen en waren daar het pad ingeslagen. Ze reden en reden, maar vonden het huisje in het donkere bos niet.

Nergens zagen ze licht. Of toch? Ineens was er een grote bundel wit licht die Sinterklaas en Zwarte Piet haast verblindde. Hoe kon dat nou, ze waren toch nog in het bos? Ze waren gevangen in de koplampen van een auto. De auto remde, reed achteruit en kwam hun even later op het pad tegemoet. Er stapten twee mannen uit, Sinterklaas zag dat het twee politieagenten waren. “Sinterklaas”, zei de ene agent, “wat doet u hier nog zo laat in het grote donkere bos?” “We moeten nog twee kindertjes bezoeken, maar we denken dat we verdwaald zijn”, antwoordde de Sint. “Weet u Sinterklaas, we reden op de weg en net in de bocht zagen wij u in het licht van onze auto. Goed dat wij u zagen want u moet wel heel erg koud zijn”, zei agent Stevens.

“Het is geen pretje nu met dit weer”, antwoordde Sinterklaas, maar het ergst van alles is dat er nog twee kleine meisjes op ons zitten te wachten, wie weet hoe lang al. “Waar moet u zijn Sinterklaas, vroeg de andere agent.

“Op Bospad nummer 2, bij Mariska en Natasja”, zei Zwarte Piet die het adres in het grote boek bij het licht van de autolampen had opgezocht. De beide agenten keken elkaar aan. Agent Strating, de andere politieman, schraapte zijn keel. “Nou Sinterklaas”, zei hij, “dat is niet zo mooi, want dat is nog een heel eind. U bent het verkeerde pad ingeslagen en bent in een grote kring om het bos gereden. “Hoe kan dat nou”, zei Sinterklaas vertwijfeld, “de mensen in het dorp zeiden dat we bij twee witte stenen het pad moesten inslaan.” “Dat klopt ook wel”, vervolgde Strating, “maar weet u Sinterklaas, dit heet Bosweg en voor veel mensen in het dorp is weg en pad voor hun hetzelfde.

Zij weten de bewoners in het bos blindelings te vinden maar voor u is het een stuk moeilijker. Hebt u geen huis gezien, een tiental meters van het pad?” “Nee”, antwoordde Sinterklaas, “het was de hele tijd al aardedonker, wij hebben nergens licht of een huis gezien.” “Op Bosweg 2 woont de boswachter, maar dan zal die wel niet thuis zijn geweest want anders had u wel licht gezien. Zijn dochter woont in de stad en misschien vieren ze daar met hun kleinkinderen Sinterklaasavond.” “Daar kun je best gelijk in hebben agent, maar vertel eens hoe komen we nu bij Mariska en Nastasja?”

“Dat is niet zo eenvoudig”, zei agent Stevens nu op zijn beurt, want dat is nog een heel eind. Nog wel een uur rijden want het is helemaal in het andere bos.” Sinterklaas zat verslagen op zijn schimmel. Nog wel een uur tijden, dat kan toch niet. Dan kwamen ze veel te laat bij de meisjes die vol spanning al de hele avond op hem zaten te wachten. En dat met dit weer. Arme Sinterklaas, hij zat al bijna half bevroren op zijn schimmel. “We moeten haast maken en maatregelen treffen”, zei agent Strating, want we krijgen ook nog sneeuw.” “Sneeuw?”, riep Sinterklaas, “ook dat nog.”

“Hou toch eens op over sneeuw”, zei agent Stevens een tikkeltje boos, “dat roep je de hele dag al en ik heb nog geen vlokje gezien.” “Wacht maar af”, zei Strating, mijn wintertenen liegen niet.” “Sinterklaas”, zei agent Stevens weer, “we moeten nodig wat doen, de meisjes wachten op u en u zit zelf stijf van de kou op uw schimmel. Weet u wat we doen? We brengen u met de auto.” “Met de auto”, echode Sinterklaas, “hoe kan dat nou, de schimmel kan toch niet in de auto?” “Welnee Sint, maar ik heb een plan. Luistert u eens, een eindje verderop woont boer Brouwer. Brouwer heeft paarden en beschikt over een grote paardentrailer. Dat is een grote aanhanger waar je een paard in kunt vervoeren. We rijden daar naar toe en vragen de boer of wij de trailer mogen lenen voor Sinterklaas, voor zijn allerlaatste bezoekje.

We vertellen de boer hoe we u vonden en waar u nog naar toe moet. Brouwer vindt het dan vast wel goed dat wij de trailer van hem lenen.” “Denk je dat Stevens?”, vroeg Sinterklaas. “Natuurlijk wel”, antwoordde de politieagent, Brouwer is een vriendelijke man die dat beslist niet zal weigeren.” “Maar wacht eens even”, zei de Sint, “jullie rijden niet met de trailer helemaal tot aan het huisje hoor. Op ruime afstand blijven jullie staan, we halen dan de schimmel uit de trailer en Piet en ik rijden dan het laatste stukje naar het huisje. Spreken we dat af? Ik wil niet dat de meisjes zien dat we met de politie komen, dat geeft alleen maar onrust waar de kinderen erg van zouden kunnen schrikken. Begrijpen jullie dat?”

De beide agenten knikten. “U hebt gelijk Sinterklaas, hier hadden wij helemaal niet aan gedacht. Wat bent u toch een wijze man, u weet voor alles een oplossing te bedenken. Wacht u hier maar op ons Sinterklaas, we zijn zo terug.” De autoportieren klapten dicht en de agenten gingen op weg. Even later draaide de politieauto de brede oprijlaan op van de grote boerenhoeve. Net toen ze wilden uitstapten zwaaide de deur open kwam de boer hun al tegemoet. “Wat is dit op Sinterklaasavond”, vroeg Brouwer verwonderd, jullie brengen toch geen nare boodschap?” “Nee hoor Brouwer”, zei Strating, maar we hebben een probleem, althans Sinterklaas heeft een probleem want die is verdwaald en moet nog helemaal naar Bospad 2, u weet wel helemaal in het andere bos.

Omdat het al zo laat is, wilden wij u vragen of wij uw paardentrailer achter onze auto mogen koppelen om Sinterklaas met zijn witte schimmel zo gauw mogelijk naar het adres te brengen.” Brouwer knikte begrijpend. “Natuurlijk”, zei de boer, “dat is geen enkel probleem, koppel hem maar aan dan haal ik een warme deken voor de schimmel en een vork hooi en wat wortelen. Tsjonge”, zei de boer, “het is me wat met dit weer en er komt ook nog sneeuw.” “Hoor je dat Stevens”, riep agent Strating triomfantelijk, “dat roep ik de hele dag al maar je wilt niet luisteren.” “Goed Strating, voor mijn part valt er een halve meter sneeuw vannacht want dan ben ik van dat gezeur over sneeuw af”, zei Stevens met een diepe zucht. Ze bedankten de boer hartelijk en reden met de trailer het erf af.

Even later stopten ze opnieuw bij Sint en Piet, die de schimmel zachtjes in de grote aanhanger laadde waar het zich tegoed deed aan wortelen en hooi. Zwarte Piet klopte het trouwe dier op de flank en legde behoedzaam de meegebrachte warme deken over de rug van het paard.

De wind gierde om het kleine huisje midden in het bos. Binnen was het gezellig en warm. Moeder had een paar kaarsen aangestoken en Mariska en Natasja zaten aan de grote tafel te tekenen. Ze maakten een tekening voor Sinterklaas. Mariska tekende een grote boot, een stoomboot en uit één van de schoorstenen kwam een grote pluim rook. Natasja probeerde zo goed mogelijk Sinterklaas te tekenen. Maar dat was best moeilijk hoor. Vooral de grote mijter van de Sint. Dan was hij te hoog, dan weer te breed, maar ze deed haar uiterste best om de mijter zo mooi mogelijk te tekenen. Vader las de krant maar af en toe dwaalden z’n ogen naar zijn twee dochters. Z’n twee oogappels.

Vertederd zag hij hoe ze beiden ingespannen bezig waren met hun tekening. Het licht van de grote lamp gleed speels over hun blonde kopjes. “Pap”, zei Mariska, “pap komt Sinterklaas nog wel?” “Natuurlijk wel meisje”, zei vader, “maar Sinterklaas heeft het erg druk en het waait nu zo hard buiten zodat het allemaal wat langer kan duren.” Vader staarde in het vuur van de warme kachel. Zijn gedachten dwaalden af naar zo’n twee maanden geleden. Hij kreeg een onbehaaglijk gevoel als hij daaraan terugdacht. Hij werkte bij een timmerman in het dorp maar op zekere dag hield de eigenaar een bijeenkomst voor het personeel en kwam met een nare mededeling.

Doordat de timmerman de zo oud was geworden dat hij niet meer hoefde te werken, wilde hij het bedrijf verkopen. Het stond al een tijdlang te koop, maar tot dusver hadden er zich geen kopers gemeld om het bedrijf over te nemen. Zijn kinderen wilden de timmermanszaak niet overnemen zodat het bedrijf noodgedwongen moest worden verkocht. Daardoor kwamen er zeven mensen zonder werk omdat ze werden ontslagen. En als er niet meer gewerkt wordt, komt er ook minder geld en kun je ook minder kopen. En daar maakten vader en moeder zich zorgen over.

Ook de kerstdagen stonden voor de deur en dat waren altijd dure dagen want moeder wilder toch ook wel graag wat extra lekkers in huis halen. De timmerman deed zijn uiterste best om de mensen die bij hem gewerkt hadden elders anders onder te brengen, maar dat was tot op heden nog niet gelukt. “Van Dijk”, had de baas tegen vader gezegd, “je bent een hele goede timmerman en ik ben ervan overtuigd dat je gauw weer ergens aan het werk komt. Voor de meisjes had vader eens een prachtige poppenhuis gemaakt, van stukjes afvalhout dat hij van de aannemer mee mocht nemen naar huis. Toen de baas eens langs kwam en het poppenhuis zag waar vader aan werkte, had hij volbewondering naar het mooie poppenhuis gekeken, en vader een compliment gemaakt hoe mooi het al was geworden. De volgende dag had de baas vader verrast door hem mooie dunne plankjes cederhout mee te geven waaruit meubeltjes konden worden gemaakt.

Moeder had gordijntjes genaaid en het poppenhuis was een lust voor het oog, vooral ’s avonds als ook nog eens de miniatuurlampjes brandden. Mariska en Natasja hadden hun ogen uitgekeken naar zoiets moois waar ze vrijwel dagelijks mee speelden. In het kleine huisje in het bos keken vader en moeder geregeld naar de voort tikkende klok en zagen dat het alsmaar later werd. Moeder schonk warme chocolademelk met slagroom en presenteerde daarbij een speculaasbrok. Heerlijk. Maar opeens was er gestommel en hoorde men het gehinnik van een paard boven de wind uit. Er waren stemmen en er werd op de deur geklopt. Mariska en Natasja keken op van hun tekening waar ze mee bezig waren. Ze kregen rode wangen van spanning toen vader opstond en zei dat Sinterklaas nu toch eindelijk was gekomen.

De meisjes drukten hun neusjes plat tegen het raam en zagen in het schijnsel van de buitenlamp de witte schimmel, terwijl Zwarte Piet bezig was Sinterklaas van het paard te helpen. Hun hartjes klopten vol spanning. Ze zagen hoe vader het paard bij de teugel nam en het naar de schuur leidde, zodat het dier niet in de gure wind hoefde te blijven wachten. Toen kwam de Sint de kamer binnen, zijn mijter reikte tot aan de zoldering zodat de Sint zich een beetje moest bukken. Groot en stoer vulde hij de kamer met zijn rode tabberd en zijn spierwitte baard. Zwarte Piet droeg de zak en onder zijn arm had hij het grote boek geklemd waarin alles opgeschreven werd. “Ga maar gauw zitten hoor, Sinterklaas en Zwarte Piet”, zei moeder bezorgd, “kijk de meisjes hebben de stoelen al voor u versierd. Fijn dat u met dit weer toch nog bent gekomen. U moet wel vreselijk koud zijn na de lange tocht door het bos”. “Ja vrouw van Dijk”, “het is me het weertje wel hoor”, zei de Sint terwijl hij plaatsnam op de versierde stoel naast de kachel. “Ik heb gehoord dat we ook nog sneeuw krijgen”, bromde Sint, “dat wordt levensgevaarlijk hoor Piet op het dak.” “Hoi”, riepen de meisjes, “sneeuw Sinterklaas wat mooi.” “Wat hoor ik Sinterklaas”, zei vader die net de kamer weer binnenkwam, “sneeuw?”

“Ja van Dijk, ik hoorde vanavond al een paar keer dat het zal gaan sneeuwen”, zei Sinterklaas. “Nou meisjes, kom nu maar eens even bij me en zing voor mij maar eens een mooi Sinterklaasliedje, dat kunnen jullie vast wel.”

Een beetje schuchter liepen Mariska en Natasja naar Sinterklaas die hun vriendelijk toeknikte. Hij nam hun handjes in de zijne toen hun heldere kinderstemmen de kamer vulden met het liedje:

Sinterklaas die goede heer,

Komt hier alle jaren weer

Uit het land van Spanje,

Dan brengt hij ons lekkere koek

Speelgoed en een prentenboek,

Appeltjes van Oranje.

Sinterklaas genoot, “nou Piet, hebben de kinderen dat niet mooi gezongen? Kijk eens in de zak of je nog wat pepernoten hebt, en oh ja, geef mij ondertussen het grote boek even aan dan zal ik kijken of je van de meisjes nog wat hebt opgeschreven. Zijn jullie erg stout geweest kinderen? Wat lees ik hier, Piet heeft voor u ook nog wat opgeschreven Van Dijk”, hm, zei Sinterklaas, “daar kom ik straks nog op terug.” Vader schoof onrustig op zijn stoel heen en weer, wat zou dat kunnen zijn wat Sinterklaas voor hem had opgeschreven? Vader keek moeder eens aan die het ook niet begreep. De Sint bladerde verder in het grote boek en las dat de meisjes erg lief waren geweest het afgelopen jaar. Ze deden hun best op school, en hielpen moeder thuis met allerlei karweitjes. Sinterklaas knikte goedkeurend. “Nou Piet, kijk nu maar eens wat je voor de kinderen hebt ingepakt, want ze hebben een cadeautje nu wel verdiend hoor.” Zwarte Piet rommelde in de grote zak met cadeautjes en las de namen die hij op de pakjes had geschreven. Eindelijk vond hij wat hij zocht en gaf Sinterklaas vier pakjes, voor ieder meisje waren er twee cadeautjes. “Oh, dank u wel hoor Sinterklaas, dank u wel”, stamelden ze verlegen toen ze de pakjes van Sinterklaas hadden gekregen. De goede Sint glimlachte toen Natasja naar moeder liep die haar hielp de pakjes uit te pakken, terwijl Mariska hierbij door vader werd geholpen. Wat hadden ze fijne cadeautjes gekregen, ze werden er stil van.

Mariska kreeg een hele mooie pop, ze sloeg haar handje voor de mond van blijdschap toen ze samen met vader het papier had verwijderd en zag wat eruit te voorschijn kwam. Uit het andere pakje kwamen allemaal kleertjes voor de pop en toiletartikelen. Natasja slaakte zowaar een gilletje van plezier toen uit het ene pakje een fornuisje te voorschijn kwam compleet met pannetjes. Tot haar grote verrassing was het andere cadeautje een porseleinen serviesje die ze altijd al zo graag wilde hebben. Ze keek vol bewondering naar Sinterklaas, hoe wist hij dat toch allemaal, wat een knappe man was hij toch omdat hij ieder jaar van elk kindje wist wat ze graag wilden hebben.

“Ik vind”, zei vader, “dat jullie nog wel een liedje mogen zingen voor Sinterklaas en Zwarte Piet voor al dat moois wat jullie hebben gekregen. Ze overlegden samen wat ze zouden gaan zingen, ze kozen voor Sinterklaas kapoentje. Moeder schonk nog een chocolademelk in, ook Sinterklaas en Zwarte Piet genoten er van, al dronk Sinterklaas het met een rietje, want, zei Sinterklaas tegen de kinderen, ik klieder nog wel eens zo af en toe en dan zit mijn witte baard onder de vlekken en dat is niet zo leuk. “Kijk nog maar eens in de zak Piet, want er moeten ook nog chocoladeletters in zitten, ook voor vader en moeder heb ik er één meegebracht. Ondertussen hadden Natasja en Mariska hun mooie tekeningen aan Sinterklaas gegeven die daar heel erg blij mee was.

“Geef mij het grote boek nog eens aan Piet, want de tekeningen mogen niet gekreukt worden want je moet ze ophangen in mijn paleis als we terug zijn in Spanje. Heb je dat duidelijk begrepen Piet?” “Natuurlijk Sinterklaas, ik hang ze in uw aller- mooiste kamer”, stamelde Piet verlegen. “Mooi zo”, bromde Sinterklaas. Weer bladerde de Sint in het grote boek, het duurde even voor hij had gevonden wat hij zocht. “Van Dijk”, zei Sinterklaas, en hij richtte zich tot vader, “Van Dijk, ik lees hier dat u een paar maanden geleden noodgedwongen bent ontslagen omdat de timmerman waar u werkte met pensioen is gegaan. Klopt dat?”

“Ja hoor Sinterklaas”, zei vader, “zo was het precies.” Vader had een kleur gekregen van spanning en knikte. “Van Dijk”, zei Sinterklaas weer, “gisteren was ik in het naburig dorp en ik werd toen aangeklampt door de plaatselijke timmerman die dringend een nieuwe timmerman zocht omdat zijn huidige knecht met pensioen is gegaan. “Sinterklaas”, zei de timmerman gisteren, “u komt overal, wilt u eens uitkijken of u een goede timmerman kunt vinden die hier wil komen werken? Ik zit heel dringend om iemand verlegen en als u iemand vindt, stuur hem dan zo gauw mogelijk hier naar toe. Ik heb aan u gedacht Van Dijk, want iedereen is over u tevreden en zegt dat u een hele goede timmerman bent. Gaat u morgen maar naar het dorp en zegt u maar dat ik u gestuurd heb, want ik ben ervan overtuigd dat u direct bij hem aan de slag kunt.”

Vader had met stijgende verbazing geluisterd wat Sinterklaas allemaal had verteld. Hij keek naar moeder en zag dat er tranen blonken in haar ogen. Wat een grote verrassing toch, vader kon weer aan het werk, en dat zo vlak voor de kerst nog wel. Jeetje, wie had dat gedacht. “Dank u wel Sinterklaas dat u aan mij gedacht heeft”, stamelde vader verlegen. “Wat fijn, wat ben ik hier blij om.” “Ik zie dat ik u een fijne boodschap heb gebracht Van Dijk, en wens u alvast heel veel plezier bij u nieuwe baan. Maar, eh, wilt u het paard voor mij weer uit de schuur halen want het is nu de hoogste tijd om op te stappen.

Vader stond op en opende de deur. De wind was nog steeds niet afgenomen en huilde door het bos. Maar wat was dat? Vader wist niet wat hij zag, het sneeuwde, grote witte vlokken werden voortgedreven door de wind die in zijn gezicht werden gesmeten. “Het sneeuwt Sinterklaas, riep vader, er ligt al een paar centimeter.” “Dacht ik het niet”, zei Sinterklaas, ook dat nog. Dat maakt het er niet gemakkelijker op Piet. Vannacht maar niet het dak meer op, dat is veel te gevaarlijk.” Vader en moeder, Mariska en Natasja, namen afscheid van Sinterklaas en Zwarte Piet die nog een heel eind moesten rijden door het bos. De goede Sint klom in het zadel, daarbij weer geholpen door Zwarte Piet en de witte schimmel zette zich in beweging. Ze zwaaiden hun na tot Sint en Piet uit het gezicht waren verdwenen en ze werden opgeslokt door het grote donkere bos.

Toen even later de beide meisjes in bed lagen en vader en moeder nog even kwamen kijken, keken ze neer op hun twee slapende kinderen die tevreden en gelukkig in hun warme bedjes lagen te slapen. Vader drukte moeder tegen zich aan, “wat een heerlijke avond he moeder”, fluisterde hij zachtjes aan haar oor. “We zijn gezegend met twee schattige kinderen en de allerbeste Sint zorgde er voor dat ik weer werk heb gekregen. Kom, laten we dat gaan vieren, heb je nog chocolademelk?” “Ik maak wel nieuwe”, fluisterde ze zachtjes. Ze trok de dekentjes recht en met de armen om elkaar heen geslagen verlieten ze zachtjes en vol geluk de kinderkamer.

Datum 23 januari 2014 Bert Jan Brinkman


-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal