Direct naar de inhoud.

Studenten fietsen Terug Naar Westerbork: ‘Fietstocht met een lach en een traan’

De fietstocht komt aan in Stadskanaal | Foto: Hielke Bosch/RTV1

REGIO – Ruim 50 studenten uit verschillende landen fietsen in het kader van 75 jaar vrijheid de tocht ‘Terug naar Westerbork’.  Deze 850 kilometer lange tocht, die begon in Polen, bracht ze langs verschillende gedenkplaatsen uit de Tweede wereldoorlog zoals Auschwitz en Dresden. Na 1,5 week bereikten ze de Nederlandse grens waarna ze de laatste etappe naar Westerbork fietsten.

Via Westerwolde fietsten ze naar Onstwedde, alwaar ze opgewacht werden door de burgemeester van Stadskanaal, Klaas Sloots. Die reed vanaf daar een stukje met het peloton mee naar Borger.

Verhaal moet worden doorgegeven

‘Je hoort van iedereen dat deze tocht ongelofelijk veel indruk heeft gemaakt’, aldus de Knoalster burgemeester bij aankomst in Borger. ‘Ik vind het prachtig dat zoveel jonge mensen hieraan meedoen. Het is namelijk enorm belangrijk dat het verhaal van de Tweede Wereldoorlog ook doorgegeven wordt aan de volgende generatie.’

Burgemeester Sloots fietste een stukje mee | Foto: Hielke Bosch/RTV1

Vriendschappen

De lange tocht door drie verschillende landen is vele studenten dan ook niet in de koude kleren gaan zitten. Het fietsen is fysiek zwaar, maar de bezoeken aan bijvoorbeeld de vernietigingskampen zijn mentaal misschien nog wel zwaarder. ‘Daarom hebben we ook om de avond een sessie gehouden waarin studenten met elkaar kunnen praten’, zo vertelt tourbegeleider Karel Eggen. ‘Dan merk je meteen geen verschil meer tussen Nederlandse of Duitse studenten. Er zijn daardoor ook veel vriendschappen ontstaan. Dat is echt prachtig om te zien.’

Fietsen met een lach en een traan

Na Borger fietste het peloton door richting herdenkingskamp Westerbork. Daar eindigde de tour voor de studenten en docenten. Karel Eggen kijkt met een goed gevoel terug op de afgelopen dagen. ‘Gisteren hebben we ons afscheidsdiner gehouden. Dat was wel heel emotioneel, met veel tranen. We hebben natuurlijk met elkaar veel gezien de afgelopen tijd. Maar ondanks dat was de sfeer altijd goed. Het was fietsen met een lach en een traan.’

Datum 31 augustus 2021 Hielke Bosch

Borger herdenkt bevrijding Nederlands-Indië: ‘Waarom wel op 4 mei en niet op 15 augustus?’

Het herdenkingsmonument aan de Torenlaan in Borger. Foto: Nationaal comité 4 en 5 mei

Op veel plekken in Nederland werd gisteren een herdenking gehouden voor de bevrijding van Nederland-Indië op 15 augustus 1945. Na een initiatief van Teja van Geenen was er ook een herdenking in Borger aan de Torenlaan waarbij ook locoburgemeester Freerk Buijtelaar aanwezig was.  (meer…)

Datum 16 augustus 2021 Jelmer Wijnstra

Reacties op mijn artikel over Jacob Maarsingh: ‘Er zijn geen verzachtende omstandigheden, hij was gewoon fout’

Jacob Maarsingh NSB
Jacob Maarsingh liep tijdens de oorlog altijd in NSB uniform en met een revolver op zak (foto: Collectie Streekhistorisch Centrum Stadskanaal).

Op 5 mei plaatste RTV1 mijn artikel over Jacob Maarsingh, een hooggeplaatste NSB’er uit Stadskanaal. Hierin vroeg ik me af hoe het kon dat hij vrij snel na de Tweede Wereldoorlog vrijkwam en zijn oude leven oppakte. In mijn zoektocht naar een verklaring sloeg ik volgens sommige lezers de plank volledig mis. Jacob Maarsingh zou in het artikel worden vergoelijkt, terwijl hij, zo stelt een lezer, ‘een schandvlek voor de geschiedenis van Stadskanaal is’.

‘Het artikel over Jacob Maarsingh, dat notabene door uw redactie op 5 mei is geplaatst, geeft niet alleen een vertekend beeld, maar is ook onvolledig en onjuist.’ (dhr. Van de Kolk)

 ‘Wat een baggerjournalistiek’ (dhr. Duit)

Deze niet mis te verstane reacties lieten mij niet onbewogen. Hoewel niet iedereen het met de kritiek eens was, vond ik het belangrijk nogmaals naar het verhaal van Maarsingh te kijken. Daarom ging ik in gesprek met Jan-Willem van de Kolk en Jaap Duit, twee van de lezers die hadden gereageerd. Beide zijn oud-wethouder van Stadskanaal en bijzonder betrokken bij het oorlogsverleden.

Niet onwaar, wel onvolledig

‘Ja, ik ben boos, want hij dreigt te worden weggezet als held en dat verdient hij absoluut niet’, zegt Van de Kolk. Wat in het artikel staat is volgens hem misschien niet onwaar, maar wel onvolledig en schetst daardoor een verkeerd beeld. Van de Kolk: ‘Maarsingh is onmogelijk louter een goed mens geweest. Hij was het onbetwiste kopstuk van de NSB in Noord-Nederland’.

Jacob Maarsingh was de Gemachtigde voor de Noordelijke Provincies van Mussert. Ook zat hij voor de NSB in de Eerste Kamer. Na de oorlog wordt hij veroordeeld tot drie jaar en drie maanden gevangenschap. Ook verliest hij zijn kiesrecht. Een zeer milde straf gezien zijn positie en in vergelijking met andere veroordelingen.

Volgens Van de Kolk heeft het er dan ook alle schijn van dat Maarsingh zijn straatje heeft schoongeveegd: ‘Maarsingh zat van 1933 tot 1945 in de top van de NSB en vergaderde met nazi’s. Het is moeilijk te geloven dat hij geen oorlogsmisdaden heeft begaan. Zo werden in de omgeving actief razzia’s uitgevoerd. Hij wist daarvan, ook van de schanddaden in het Scholtenhuis. Zijn tuinman kreeg notabene na de oorlog een veel zwaardere straf’.

Gemachtigde Jb. Maarsingh strekt de arm tijdens de begrafenis van Hendrik Hekman die in 1944 door het verzet werd geliquideerd (foto: Mobilisatie, Collaboratie, Libertatie – Hans Onderwater)

Gebrek aan bewijs

Dat Maarsingh in juni 1948 alweer vrijkomt is deels te danken aan de getuigenverklaringen van onder andere zijn pachtboeren. Die komen vaak neer op ‘aardige vent, alleen jammer dat hij bij de NSB zat.’ En belangrijker: niemand beschuldigt hem van het verraden van mensen.

Maarsingh was herenboer en de ‘ongekroonde burgemeester van Stadskanaal’. Veel mensen, waaronder zijn pachtboeren, waren van hem afhankelijk. Duit vraagt zich af welke invloed deze afhankelijkheidsrelatie heeft gehad op de milde getuigenissen.

Een aantal feiten spreken tegen Maarsingh. Zo is hem ten laste gelegd dat hij Heerbancommandant was van de WA, de knokploeg van de NSB. Ook heeft hij Hendrikus Drenth aangegeven nadat deze ‘Heil Moskou’ had geroepen. In 1942 vraagt ene meneer Bolwijn uit Ter Apel Maarsingh om hulp nadat zijn vader door de SD is gearresteerd. Maarsingh laat weten dat hij niks voor de man kan doen: ‘Als hij door de Sicherheitsdienst is gearresteerd, dan zal daarvoor wel beslist een reden zijn geweest’, schrijft Maarsingh. Ook wordt Maarsingh ervan verdacht te hebben geholpen bij het samenstellen van gijzelaarslijsten. Hierop stonden de namen van burgemeesters en andere notabelen die bij bepaalde gebeurtenissen moesten worden opgepakt.

Misdrijf tegen de menselijkheid

Anders dan bijvoorbeeld Mussert, die onder andere werd veroordeeld voor het afpersen van Joodse gezinnen, zijn Maarsingh geen strafbare feiten nagedragen. De bestuurlijke functies zijn hem toen niet aangerekend. Maar hoe zit dat tegenwoordig? Dat vraag ik aan advocaat Hans Klopstra, ook uit Stadskanaal. Klopstra: ‘In deze tijd zou Maarsingh voor het internationaal strafhof hebben moeten verschijnen wegens misdaden tegen de menselijkheid’.

In 1946 werden door de Verenigde Naties de zogenoemde Neurenberg verdragen opgesteld. Daarin werden oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid, zoals genocide, wereldwijd strafbaar gesteld. (Daarvoor kon je alleen voor individuele moordzaken berecht worden).

Als leden binnen je partij gekke dingen doen ben je daar als bestuurder niet automatisch voor verantwoordelijk. Maar wanneer je als bestuurder een systeem organiseert of in stand houdt waardoor oorlogsmisdrijven of misdaden tegen de menselijkheid plaats kunnen vinden, ben je daar evenzeer schuldig aan.

‘De trein richting Westerbork liep bijna langs Maarsingh zijn huis. Gezien zijn positie heeft hij geweten wat er speelde. Enkel die wetenschap is niet strafbaar. Maar bestuurlijk het apparaat in stand houden en bestuurders de ruimte laten, terwijl je wel in had kunnen grijpen, is voldoende om veroordeeld te worden. Maarsingh was in de positie om burgemeesters te benoemen en te ontslaan. Door burgemeesters als Fransema, een actief Jodenvervolger, op hun post te zetten en te houden is hij strafbaar.’ Klopstra vergelijkt het met Karadzic: ‘Hij heeft misschien niet zelf de trekker overgehaald, maar dat hij Mladic op zijn post heeft laten zitten is voldoende’.

Echter, die regels golden pas na de oorlog. Je kunt iemand niet veroordelen voor iets dat niet strafbaar was op het moment dat hij het deed. Maar voor Duit is het duidelijk: ’Maarsingh heeft actief meegewerkt aan het bouwen van een nationaal-socialistisch systeem waarin mensen systematisch zijn vermoord. Hij heeft ruimte gegeven aan sadisten.’

NSB topmannen. Derde van links Jacob Maarsingh, in het midden Anton Mussert
NSB topmannen. Derde van links Jacob Maarsingh, in het midden Anton Mussert (foto: Collectie Streekhistorisch Centrum Stadskanaal).

Schuldbelijdenis

De lage straf wordt ook deels verklaard door de ‘schuldbelijdenis’ die Maarsingh aflegde in 1947. In deze Verklaring van Wezep erkennen een dertigtal vooraanstaande NSB’ers schuld voor hun oorlogsverleden en vragen om vergeving en verzoening. Het initiatief hiertoe kwam van Carolus Huygen, de voormalig secretaris-generaal van de NSB. Huygen was bevriend met Maarsingh. Doel was mede een verzoening tussen de tienduizenden ex-NSB’ers en de maatschappij. De verklaring werd in de kerken voorgelezen.

Maarsingh en de familie Drenth

De uitspraak in mijn artikel dat Jacob Maarsingh mogelijk geweten zou hebben van het ‘Knoalster Achterhuus’, een citaat van zijn achterneef Roelf Aike Maarsingh, heeft Duit als stuitend ervaren.

Willem Drenth, Hindertje van der Sluis en hun dochters Lammie en Fennie wisten in hun boerderijtje 21 onderduikers veilig door de oorlog te krijgen. Duit is voorzitter van de stichting Drenth Monument die in 2019 een monument voor hen realiseerde. Honend merkt Duit op: ‘Je zou bijna gaan denken dat het aan hem te danken is dat deze familie nooit is verraden en dus 21 personen aan de dood zijn ontsnapt.’

Van de Kolk is stellig: ‘Het is zeer onwaarschijnlijk dat Maarsingh heeft geweten van Drenth. Als Maarsingh het zou hebben geweten, dan zouden meer NSB-ers op de hoogte zijn geweest en zou het Achterhuis opgerold zijn. De suggestie dat hij het wel wist doet te kort aan de mensen die met angst en gevaar voor eigen leven vanuit onbaatzuchtigheid een persoonlijk offer hebben gebracht.’

Monument 21 (foto: Stichting Drenth Monument)
Monument 21 voor de bewoners van het Knoalster Achterhuus (foto: Stichting Drenth Monument)

Waarom bij de NSB

Leden van de NSB kwamen uit alle sociale lagen van de bevolking. Ook veel (arme) boeren uit Drenthe en Groningen sloten zich in de crisisjaren aan. In het boek ‘Een leven lang gezwegen’ van Alie Noorlag valt te lezen hoe de slechte economische omstandigheden hen hiertoe aanzetten. Er was armoede en de mensen wilden verandering.

Uit armoede en zonder politiek besef een bepaalde keuze maken valt misschien te begrijpen. Maar deze verontschuldigende factoren gelden volgens Van de Kolk niet voor Maarsingh: ‘Hij mag niet worden neergezet als iemand die slechts de kleine boer wilde vertegenwoordigen. Maarsingh heeft vanuit eigen belang en met volle overtuiging de keus voor de NSB gemaakt’. Volgens Van de Kolk en Duit was Maarsingh een overtuigd nationaal-socialist, iemand die er vanaf het begin bij was en de NSB mede heeft vormgegeven.

Na de oorlog

Als de Polen Stadskanaal bevrijden worden Jacob Maarsingh en zijn vrouw Catharina opgepakt. In de eerste dagen na de bevrijding biedt hun woning, Huis ter Marse, onderdak aan een groep Poolse bevrijders en een doktersgezin. In het verslag van de hulp Mieke valt te lezen: ‘ ’s Avonds maken we er een feestje van, waarbij we gebruik kunnen maken van de zeer goed gevulde provisiekelder, met champagne en prima wijnen.’ Het zijn dit soort verhalen die boosheid oproepen bij Van de Kolk: ‘Hij heeft geen vinger uitgestoken naar lokale verzetsstrijders als Anne Rutgers en Johannes Vis, die fel anti-NSB waren, opgepakt en gefusilleerd zijn. Hij heeft vooral goed voor zichzelf gezorgd tijdens de oorlog’.

In 1946 keert Catharina Maarsingh terug naar Huis ter Marse. In juni 1948 mag ook Jacob Maarsingh weer naar huis. De verhalen van voormalig NSB’ers die volledig berooid terugkwamen uit hun detentie en door de samenleving met de nek werden aangekeken zijn legio. Het verbaasde mij dan ook dat Maarsingh ogenschijnlijk geruisloos terugkeerde. Was hij zo machtig, zo onaantastbaar? Sommige lezers namen het me kwalijk dat ik hem in de kop ‘NSB’er en gerespecteerd burger’ noemde. Ik heb hier mee willen aangeven dat hij voor sommige inwoners van Stadskanaal al snel weer ‘mijnheer’ Maarsingh was.

Daar tegenover staan ook verhalen van mensen die de naam Maarsingh uit pure afkeer niet meer over hun lippen kregen.  De oorlog was na 1945 in veel gezinnen lange tijd onbespreekbaar. Carla Schrik schrijft in een reactie op Facebook: ‘Misschien is vroeger doodzwijgen en negeren, en wellicht nog angst, aangezien voor respect. Ook ik ben opgegroeid in de directe omgeving van Huis ter Marse en de anti-Duitse sentimenten waren in het Noorden zèker niet minder dan in het Westen. De afkeer zat diep en ging generaties door.’

Catharina Maarsingh-Westerhuis en Jacob Maarsingh
Catharina Maarsingh-Westerhuis en Jacob Maarsingh (foto: Collectie Streekhistorisch Centrum Stadskanaal).

Tot slot

De reacties op mijn artikel laten zien hoe gevoelig het onderwerp nog altijd ligt. En dat hoe mensen ernaar kijken altijd gekleurd is door de eigen achtergrond. Tegenover de reacties van de heer Van de Kolk en de heer Duit staat de reactie van een lezeres (zelf dochter van een NSB’er) die boos en verdrietig is omdat ik volgens haar vooringenomen kwaadspreek over Maarsingh.

Volgens de officiële papieren heeft Maarsingh geen strafbare feiten op zijn geweten. Tegelijkertijd is het voor Van de Kolk en Duit moeilijk voor te stellen dat hij geen strafbare feiten heeft gepleegd. Tegenover verhalen die een menselijke kant van Maarsingh laten zien staat de afkeer die elke suggestie van goedheid nog steeds oproept. Wat Maarsingh zijn beweegredenen waren, wat hij wist of heeft gedaan, we zullen het nooit precies kunnen weten. De mensen die erbij waren leven niet meer. Maarsingh zelf heeft nooit iets opgetekend.

 

 

 

Datum 23 mei 2021 Arienne Dozeman

Gemeenten doen samen onderzoek naar verdwenen Joods bezit

Burgemeester Sipke Swierstra van de gemeente Veendam. Foto: Huisman Media

VEENDAM – De gemeenten Veendam, Westerkwartier en Oldambt gaan gezamenlijk onderzoek doen naar de rol van de gemeenten in de onteigening van Joods bezit in oorlogstijd. Ook word bekeken of Joodse inwoners tijdens en na de Tweede Wereldoorlog naheffingen kregen van gemeentelijke belastingen.

Aanleiding voor het onderzoek is de publicatie van de zogenaamde ‘Verkaufsbücher’ door het Nationaal Archief. Hieruit blijkt dat, net als in een aantal andere gemeenten in Nederland, ook in Groningse gemeenten tussen 1940-1945 Joods bezit onteigend is.

Veendam, Westerkwartier en Oldambt doen het onderzoek in navolging van de gemeente Groningen, dat daarmee al is begonnen.

Rechtsherstel

Volgens burgemeester Sipke Swierstra van Veendam vinden de gemeenten het belangrijk om helderheid te verschaffen over de rol van de overheid in oorlogstijd.

‘Als blijkt dat er gevallen zijn waarbij rechtsherstel niet heeft plaats gevonden ten aanzien van onteigend Joods bezit, gaan de gemeenten inventariseren hoe om te gaan met rechtsherstel en de mogelijk te nemen vervolgstappen.’

Gekwalificeerde onderzoekers

Inmiddels is er een ambtelijke werkgroep opgericht waarbinnen afspraken worden gemaakt over de onderlinge samenwerking van de gemeenten.

Wethouder Jurrie Nieboer van Oldambt: ‘De bedoeling is dat er een onderzoeksteam wordt aangesteld met gekwalificeerde historisch onderzoekers. Zij gaan eerst verkennend onderzoek doen, onder meer in archieven, en op basis daarvan een onderzoeksplan opstellen.’

De verwachting is dat het onderzoek een jaar gaat duren.

Nauw contact

Gedurende die tijd houden de gemeenten nauw contact met de gemeente Groningen, die in februari van dit jaar gestart is met een onderzoek. De verwachting is dat op korte termijn ook andere Groningse gemeenten aanhaken.

Datum 21 mei 2021 Arienne Dozeman

Dominik Podgórski: De bevrijder die hier het geluk vond

Dominik Podgórski | Foto: Familiearchief

Van Poolse bevrijder tot de ‘eerste asielzoeker’ van Sellingen. Dat is het verhaal van de Poolse soldaat Dominik Podgórski. Hij kwam als één van de bevrijders, in het regiment van de Poolse generaal Maczek, Nederland binnen. Hij kon toen nog onmogelijk vermoeden dat hij hier in de Veenkoloniën zijn grote liefde zou vinden en op de Groningse bodem een nieuw leven zou beginnen. Wij spreken met Dominik’s dochter Anastasia en zijn kleindochter Claire. Aan de hand van hun verhalen schetsen we een portret van zijn leven.

Krijgsgevangen

Het verhaal begint in het Poolse plaatsje Potok Zloty (inmiddels Oekraïne), waar Dominik Podgórski op 13 juli 1921 wordt geboren. Als Dominik 18 jaar is, vallen de Duitsers Polen binnen. Een jaar later sluit Dominik zich aan bij het Poolse verzet en wordt hij uiteindelijk door de Duitsers in Warschau opgepakt en krijgsgevangen gemaakt. 

Atlantikwall

In krijgsgevangenschap moet Dominik onder andere werken aan de Atlantikwall, de verdedigingslinie tussen Frankrijk en Noorwegen die een invasie van de Geallieerden zou moeten tegenhouden. Maar ondanks de 5000 kilometer lange Atlantikwall komt de Geallieerde invasie toch. Op 6 juni 1944, oftewel ‘D-day’, komen 125.000 Geallieerde soldaten bij de Normandische kust aan land. Dominik Podgórski ziet het allemaal vanaf een afstandje gebeuren. Hij zit op dat moment met een aantal andere krijgsgevangenen op het eiland Alderney, vlak voor de Franse kust. 

De mannen kijken vanaf het kleine Kanaaleiland hun ogen uit naar de grote militaire operatie, die op slechts enkele kilometers afstand gaande is. Velen wisten niet eens dat er zoveel militair materiaal bestond om aan te vallen. 

Dominik Podgórski | Foto: Familiearchief

België

Het wordt de Duitsers, na D-day, al snel te heet onder de voeten op het eiland. Dominik en de andere gevangenen worden daarom op transport naar België gezet. Ergens bij het plaatsje Kortemark, in een oude school op het platteland worden de mannen gevangen gehouden. Daar hoort één van de gevangenen wat er daarna met ze zou gebeuren; ze zouden op transport worden gesteld naar Berlijn om daar verder te werken, of ze zouden naar Auschwitz worden gebracht om daar te worden gefusilleerd. De krijgsgevangen mannen besluiten dat er nog maar één uitweg is; ontsnappen.

Op een avond, na de avondklok, vluchten de mannen de school uit. Ieder rent een andere kant op, zodat de Duitsers geen vast doelwit hebben. Onder een regen van Duitse kogels rennen Dominik en zijn kameraden de bossen in. Een goede vriend van Dominik wordt tijdens de vlucht door de Duitsers doodgeschoten. Dominik zelf overleeft de vlucht en vindt onderdak bij de boerderij van Gustaaf en Irma, waar hij drie dagen blijft ondergedoken.

Generaal Maczek | Foto: Archief Podgórski

Maczek

Daarna sluit Podgórski zich aan bij de 1e Poolse pantserdivisie onder leiding van generaal Maczek, die op dat moment met zijn regiment door de regio van Kortemark komt, onderweg naar Antwerpen. Dominik kreeg de taak van motorordonnans, een verkenner voor de troepen uit.

Podgórski vecht zich samen met zijn wapenbroeders van de 1e Poolse pantserdivisie door België heen. Ze bevrijden onder meer Antwerpen en uiteindelijk via Terneuzen, Axel en Hulst ook de Nederlandse stad Breda. De strijdmakkers trekken in noordelijke richting en komen, in april 1945, aan in de Veenkoloniën. Veel soldaten waren verrast door de hoeveelheid tegenstand die ze nog te verduren kregen van de Duitsers. Het was inmiddels wel duidelijk wie de oorlog ging winnen, maar de Duitse vijand weigerde zich over te geven. De troepen van Maczek moesten dan ook nog een flink gevecht leveren, onder meer bij Noordbarge, Buinen en Borger biedt de Wehrmacht veel tegenstand.

Giny

Uiteindelijk worden ook Borger en Buinen bevrijd en trekt het Poolse bevrijdingsleger Zuid-Groningen binnen. Op een dag wordt er aangeklopt bij drogisterij Lukkien in Ter Apel. Even gaat er een schrik door het huis; de Duitsers zullen toch niet terug zijn? Als mevrouw Lukkien voorzichtig de deur opent is ze opgelucht; het is de Poolse bevrijder Dominik Podgórski die onderdak voor hem en andere stafleden moet vinden. Generaal Maczek heeft intussen zijn intrede genomen in het hoofdkwartier aan de Hoofdkade 21 in Ter Apel. Dominik en een deel van de andere soldaten vindt een slaapplaats in de drogisterij, die aan de andere zijde van het kanaal schuin tegenover het hoofdkwartier staat.

Dominik maakt kennis met dochter Giny Lukkien. ‘Het was liefde op het eerste gezicht’, zo vertelt Dominik’s dochter Anastasia van der Werff-Podgórski. Mijn vader kende een paar Nederlandse woorden, de rest van de communicatie ging met handen en voeten.’

Maar de oorlog liet niet op zich wachten, er moest nog een klein deel van Nederland bevrijd worden, Dominik moet verder.

“Het was liefde op het eerste gezicht” – Anastasia van der Werff – Podgórski

Bevrijd

Dan is het 6 mei 1945, in de Noord-Duitse Wilhelmshaven aanvaardt generaal Maczek de onvoorwaardelijke overgave van de daar aanwezige Duitse Kriegsmarine. Zijn manschappen, waaronder ook Dominik Podgórski zijn daarvan eveneens getuige. Hij is opgelucht en blij dat het eindelijk voorbij is.

Maar één iemand speelt al bijna een maand door zijn hoofd: Giny uit Ter Apel. Hoe zou het met haar zijn?

Dominik besluit weer contact met haar te zoeken en schrijft brieven. Giny werkt op het lokale postkantoor en ziet dan ook als eerste de vele brieven die voor haar binnenkomen, afzender: Dominik Podgórski. Eén maal ontvangt ze zelfs tien brieven tegelijkertijd.

Bij de bevrijding van Stadskanaal zetten Poolse soldaten hun handtekening op een papier van het verzet

Echte liefde

Dominik blijft nog een tijdje gestationeerd in Duitsland, onder meer Haren, destijds Maczków. Vanwege de politieke situatie in Polen en de invloed van het Russische regime was terugkeer naar hun vaderland onmogelijk.

Tijdens verlof gaat hij vaak naar Giny. Na een tijdje vindt Dominik werk bij een garagebedrijf in Ter Apel, hij vertrekt uit het leger om in het zuidoosten van Groningen een bestaan op te bouwen, uiteraard met zijn grote liefde Giny. ‘Hij noemde zich de eerste asielzoeker van Sellingen, zo vertelt dochter Anastasia erover. ‘Het is echt een citaat van hem, zo heeft mijn vader dat ervaren.’

In 1951 trouwen Giny Lukkien en Dominik Podgórski, ze beginnen een automobielbedrijf aan de Brink in Sellingen. In 1965 verhuisd hun bedrijf naar Stadskanaal. Het echtpaar krijgt twee kinderen, een zoon Michael en Anastasia, die het automobielbedrijf later in 1983 samen met haar man Marinus van der Werff overneemt.

Dominik Podgórski en Giny Lukkien tijdens hun huwelijk | Foto: Familiearchief

Nuchter

Ondanks dat Dominik Podgórski zich dus als ‘eerste asielzoeker van Sellingen’ vestigde in de Veenkoloniën had hij een goede relatie met de rest van de bewoners. ‘Volgens mijn vader was die klik er doordat de Noorderlingen dat ‘nuchtere’  hebben’, zo legt dochter Anastasia uit. ‘Dat was in het Poolse dorp waar hij opgroeide niet veel anders.’

Daarnaast heeft Dominik Podgórski ervaren, dat hij veel waardering kreeg van zijn dorpsgenoten. Aangezien hij een van de bevrijders was.

Ondertussen leert Dominik Nederlands en zelfs Gronings en een beetje Westerwolds. In het begin ging dit niet altijd even vlekkeloos, zo vertelt Anastasia: ‘Waar leg je de klemtoon bij woorden als gevel en bevel? Dat vond hij moeilijk. Of toen mijn vader geslaagd was voor zijn patroonsdiploma, stapte hij uit de auto en riep door de straat: “Ik ben geslacht ik ben geslacht!”, oftewel geslaagd’, vertelt ze lachend.

Concentratiekamp syndroom

Net als veel mensen die de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt praatte Dominik Podgórski in het begin eigenlijk nooit over de verschrikkelijke dingen die hij had meegemaakt.

Totdat Dominik in 1985 een zware operatie moest ondergaan. ’Daar in het ziekenhuis kreeg hij het “concentratiekamp syndroom” zoals dat in de medische wereld wordt genoemd’, aldus Anastasia van der Werff-Podgórski. ‘Die metalen kluisjes die je toen nog in het ziekenhuis had, die deden hem herinneren aan die kampen. Hij kreeg angst, wij hebben hem daar opgehaald en hij is daarna ergens anders helemaal hersteld. Na die tijd is hij gaan praten over de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog.’

‘Wij als kleinkinderen konden toen ook vragen stellen’ zo vult Anastasia’s dochter Claire aan.’

“Mijn vader droeg altijd een erfenis met zich mee, hij moest iets doen als eerbetoon voor Generaal Maczek en zijn Poolse wapenbroeders.” – Anastasia van der Werff – Podgórski

Nagedachtenis

Voor Dominik Podgórski was het enorm belangrijk om zijn oude strijdmakkers te eren. Zo was hij de drijvende kracht achter onder andere het Generaal Maczekplein in Stadskanaal en het Poolse Oorlogsmonument aldaar. Met hulp van burgemeester Henk Rebel, een vasthoudend Herdenkingscomité en de Poolse ambassade konden deze nagedachtenissen gerealiseerd worden.

Anastasia: ’Mijn vader droeg altijd een erfenis met zich mee, hij moest iets doen als eerbetoon voor Generaal Maczek en zijn Poolse wapenbroeders. Toen dit allemaal gerealiseerd werd zag je hem echt gelukkig worden.’

Anastasia van der Werff-Pódgorski geeft een speech bij het oorlogsmonument op met Maczekplein tijdens de 4 mei herdenking 2021 | Foto: RTV1
Datum 12 april 2022 Hielke Bosch

De vlag van mijn moeder

STADSKANAAL – Bij Aike Maarsingh wappert op 5 mei een wel heel bijzondere vlag. Zijn moeder maakte de vlag tijdens de Tweede Wereldoorlog van restjes stof. Maarsingh: ‘Hij is vaal en versleten, we hebben wel een nieuwe, maar toch gaat ieder jaar deze weer in top.’

aike maarsingh vlag 5 mei
Aike Maarsingh bij de vlag die zijn moeder in de oorlog maakte (foto: Arienne Dozeman / RTV1)

De familie Maarsingh was erg oranjegezind. Vader Jan pootte bijvoorbeeld Goudsbloemen rondom de boerderij.  ‘Als mensen vroegen waarom hij dat deed antwoordde mijn vader; ik vind de kleur zo mooi want ik hou van oranje’, vertelt Aike, ‘oftewel, ik hou van ons koningshuis.’

Ook in het gezin Maarsingh werd reikhalzend uitgekeken naar de bevrijding. Omdat de Hollandse driekleur nergens meer te krijgen was maakte moeder Elizabeth zelf maar een vlag, voor als het moment eindelijk daar was.

Elizabeth Maarsingh-Nienhuis (foto: eigen foto)

Moeder was een zorgzame vrouw. Zo kwamen er in de oorlog ook drie meisjes vanuit Rotterdam bij het gezin wonen. Aike: ‘Met zijn drieën op twee fietsen zonder banden waren ze naar het Noorden gestuurd, totaal vermagerd.’

Ik weet nog dat mijn vader over me heen ging liggen om me te beschermen (Aike Maarsingh)

Aike is zelf geboren in 1943, zijn vroegste herinnering gaat terug naar de oorlogsjaren: Vlak voor de bevrijding zaten ze met een man of tien rond de keukentafel. Er werd geschoten en moeder vertrouwde het niet. Ze gingen in de kelder zitten. Aike: ‘Ik weet nog goed dat mijn vader over me heen ging liggen om me te beschermen.’ Niet veel later vliegt een granaat de keuken in, precies op de plek waar ze kort daarvoor nog hebben gezeten.

Aike hecht veel waarde aan de vlag, ondanks dat hij oud en versleten is. Hij heeft wel een nieuwe, maar ieder jaar gaat toch deze weer in top. Dat is trouwens nog een heel gepruts, want de vlag moet met touwtjes aan de paal worden gebonden. Aike: ‘Het is een herinnering, een erfstuk van mijn ouders die de oorlog hebben meegemaakt.’

 

 

Datum 5 mei 2021 Arienne Dozeman

Podcast over boer en verzetsman Thie Brouwer

Verzetsman Thie Brouwer podcast in Drenthe Toen bij RTV Drenthe

GASSELTERNIJVEENSCHEMOND – RTV Drenthe besteedt op vier achtereenvolgende zondagen in de maand mei aandacht aan het levensverhaal van Thie Brouwer (1902-1988) in het programma Drenthe Toen. Elke zondagmiddag tussen 12.00 en 14.00 uur is een podcast te beluisteren over het leven van deze voormalige boer en verzetsman.

Geboren

Thie is geboren in Gasselternijveenschemond en bezocht de christelijke school in Stadskanaal. Hij logeerde de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog bij zijn moeder, weduwe Jantje Groenwold, in het ouderlijk huis aan de Handelskade. Ze verborg daar ook vier onderduikers.

Oorlogsjaren

Tijdens zijn leven was Thie van jongs af aan bevriend met Jan Smallenbroek en Johannes Post. Tijdens de oorlogsjaren had hij ook contact met de bekende verzetslieden Leendert Valstar en Roelof Jan Dam tot vlak voor hun gevangenname en executie. Na de oorlog werd hij voedselcommissaris van de provincie Drenthe en kreeg hij het beheer over de boerderijen van 1300 NSB-boeren. Ook was hij al die jaren wethouder en gedeputeerde.

Jan Willem van de Kolk

Op zich een opvallend levensverhaal, ware het niet dat Thie Brouwer tijdens z’n leven er niet over sprak. Jan-Willem Van de Kolk uit Stadskanaal stuitte na onderzoek van zijn familiestamboom op zijn levensverhaal en kreeg authentieke geluidsopnamen van gesprekken tussen Thie en zijn kinderen en kleinkinderen.

Podcast

Journaliste Lydia Tuijnman maakte de podcast, die in delen elke zondagmiddag in mei te beluisteren is op RTV Drenthe. Na afloop is de uitzending te beluisteren via uitzending gemist op RTVDrenthe.nl. Daar staat de podcast, die over Thie Brouwer wordt gemaakt, dan ook online. 

Datum 3 mei 2021 Bert Jan Brinkman

Dodenherdenking 2021 sober in Borger-Odoorn

dodenherdenking 4 mei 

EXLOO – Op dinsdag 4 mei 2021 wordt er in zeven dorpen van de gemeente Borger-Odoorn stil gestaan bij de dodenherdenking. De burgemeester en wethouders, zullen allen aanwezig zijn bij één van deze herdenkingen, met uitzonderding van Exloo en Valthermond. Ook de kersverse kinderburgemeester Jan Jaap Lanting zal aanwezig bij de herdenking in Borger. Alle herdenkingen vinden in aangepaste vorm en zonder publiek plaats.

Herdenking Borger, 19.00 uur
Bij het monument aan de Torenlaan zal wethouder Freek Buijtelaar samen met mevrouw Dineke Veldkamp een krans leggen namens de gemeente en het Bevrijdingscomité Borger. Vervolgens legt de heer Lauwrens Wanders een krans namens de Protestantse Gemeente. De heer Titus Troelstra zal de herdenking begeleiden op de trompet.

Vervolgens gaat men vanaf de Torenlaan naar het Joods herinneringsmonument aan de Hunebedstraat. Hier zal kinderburgemeester Jan Jaap Lanting samen met mevrouw Veldkamp een krans leggen namens de gemeente en het Bevrijdingscomité Borger. De heer Wanders legt ook hier een krans namens de Protestantse Gemeente. Trompettist Troelstra is hierbij ook aanwezig.

De scholen in Borger herdenken, net als vorig jaar, op hun eigen wijze de geschiedenis.
De kerkklok in Borger zal rond 19.50 uur worden geluid door de heer Jacob Engels.

Herdenking Exloo
Op 11 januari 1944 stortte in de Staatsbossen bij Exloo een Amerikaanse B-24 bommenwerper neer. Op de plaats waar het vliegtuig neerstortte en de bemanning omkwam, werd in 1990 een monument onthuld. De herdenking in Exloo vindt op een bescheiden manier plaats. Hier zal geen afvaardiging van de gemeente bij aanwezig zijn.

Herdenking Nieuw-Buinen, 19.00 uur
Bij het monument aan de Kerklaan zal wethouder Albert Trip en de heer Bram van der Schoot een krans leggen namens de gemeente en het Bevrijdingscomité Borger. Vervolgens legt mevrouw Maria Hoving, namens OBS de Poolster, een bloemstuk. De school heeft het monument geadopteerd. De trompettist tijdens deze sobere herdenking is de heer Eric Groenbroek.

Herdenking Odoorn, digitaal
De herdenking in Odoorn vindt digitaal plaats. Er worden op een eerder moment filmopnames gemaakt van de toespraak in de kerk en van de kranslegging bij het monument aan de Boshof in Odoorn. De film zal op 4 mei voor iedereen digitaal beschikbaar worden gesteld. Burgemeester Jan Seton zal namens de gemeente op 3 mei aanwezig zijn bij de opnames van de kranslegging.

Datum 1 mei 2021 Bert Jan Brinkman

Aangepaste 4 mei dodenherdenking Veendam

Foto: Peter Panneman

VEENDAM – De jaarlijkse Dodenherdenking op 4 mei is een belangrijk moment in het jaar. Op 4 mei herdenken wij iedereen die sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog is omgekomen in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Door de maatregelen rondom het coronavirus zijn er op 4 mei, bij de verschillende monumenten in de gemeente Veendam, geen herdenkingen met publiek. In plaats van gezamenlijke herdenkingsbijeenkomsten heeft de gemeente Veendam een alternatieve herdenking samengesteld die op 4 mei online en via televisie te volgen is.

Herdenken
Burgemeester Sipke Swierstra: “De 4 mei herdenkingen in de gemeente Veendam kunnen dit jaar, vanwege de maatregelen rondom het coronavirus, weer niet met publiek doorgaan. Juist nu is het belangrijk om de verbondenheid in de samenleving te laten zien. Ik wil de inwoners daarom vragen om op 4 mei de vlag halfstok te hangen. Plaats daarnaast op 4 mei van 19.00 tot 21.00 uur een kaars of waxinelichtje in een windlicht of glazen pot. Zet deze voor het raam, bij de voordeur, op het balkon of in de tuin. Zorg er wel voor dat deze op een veilig plek staat. Op deze manier herdenken wij vanuit ons eigen huis, maar zijn wij toch verbonden.”

Programma op TV
Op 4 mei 2021 zijn er geen herdenkingsbijeenkomsten, maar is er vanaf 19.30 uur een videoverslag van de kransleggingen te zien bij RTV1, via de kabelkrant van Parkstadveendam.nl en Stichting Kabelnet Veendam (SKV kanaal 996) en de online kanalen van de gemeente Veendam. Hierin zijn de herdenkingen bij het monument in Wildervank, de oorlogsgraven op de begraafplaats en de kranslegging bij het monument bij de Grote Kerk in het centrum van Veendam te zien. Ook het carillon heeft hierbij een speciale rol.

Datum 29 april 2021 Bert Jan Brinkman

Vrijheidsexpress maakt opnamen van Drenth Monument

De boerderij van de familie Drenth
Foto: Stichting Drenth Monument

STADSKANAAL – De  uitgestelde viering van de bevrijding in 1945 wordt momenteel voorbereid. Daarvoor rijdt de Vrijheidsexpress, met een Amerikaanse legertruck, kriskras door de provincie Groningen om bevrijdingsverhalen op te tekenen.

 

,,Eigenlijk komen we in alle gemeenten’’, zegt Anja Reenders van De Verhalen van Groningen. Het project maakt deel uit van het programma 75 + 1 jaar vrijheid in Groningen. De Verhalen van Groningen vertelt het verhaal van de Tweede Wereldoorlog aan de hand van 75 bijzondere verhalen. Op basis van die verhalen zijn de culturele producties ontwikkeld die met de Vrijheidsexpress worden bezocht.

,,Er is op elke locatie ontzettend hard gewerkt. Mensen hebben een muzikaal verhaal gemaakt, een theaterstuk of tentoonstelling, films of een podcast. Allerlei culturele uitingen geënt op eigen, lokale oorlogsverhalen. Omdat het ook dit jaar niet mogelijk is om als bezoeker langs de projecten te gaan, hebben we besloten zelf op toer te gaan’’, zegt Reenders.

“Hoeske aan de Kromme Wiek” – (F: RTV1 / tekening H. Lucassen. )

Het Achterhuis van Stadskanaal is een van de verhalen. Op vrijdag 30 april ’s middags worden er opnames gemaakt van het Drenth Monument en van het door Jan Henk de Groot geschreven en gecomponeerde lied “Hoeske aan de Kromme Wiek”. Dit lied wordt vertolkt  door de folkband FATH uit Ter Apel. Alle opnames worden op 5 mei via Radio Noord uitgezonden. FATH zal op 5 mei tussen 17.00 en 18.00 uur ook live optreden in Groningen.

 

De studenten van de Hanzehogeschool zijn inmiddels druk  doende met de documentaire over het Achterhuis van Stadskanaal. Een oproep in verschillende regionale bladen heeft succes gehad. Er zijn reacties gekomen, ook van personen die de oorlog nog meegemaakt hebben. Zoveel als mogelijk zullen hun verhalen opgetekend worden en binnenkort ook te lezen zijn op de website van de stichting. Voor de documentaire moeten extra kosten worden gemaakt die destijds niet zijn begroot. Voor wie nog wil doneren, wordt verwezen naar de website https://monument21.nl.  Personen die minimaal 250,- doneren, krijgen een ingelijst en genummerd certificaat en een opname van het lied “Hoeske aan de Kromme Wiek” als aandenken.

Datum 27 april 2021 Bert Jan Brinkman


-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal