VEENDAM – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft 30 maanden cel geëist tegen een 22-jarige man uit Veendam, waarvan 15 voorwaardelijk. Hij wordt verdacht van een steekpartij in zijn woonplaats, op 23 april van dit jaar.
De verdachte zou het latere slachtoffer hebben gevraagd te helpen bij het repareren van zijn auto. Voor zijn hulp zou de 21-jarige man 300 euro krijgen. Dat geld kwam er niet. De man zou die dag samen met een vriend van hem verhaal halen bij de woning van de vader van de verdachte, waar de verdachte op dat moment niet was.
Onderweg kwam de verdachte de twee mannen tegen, die hem vervolgens achtervolgden in hun auto. De verdachte reed vervolgens naar de woning van zijn vader, waar het kwam tot een fysieke aanvaring en waarbij de verdachte met een klapmes zou hebben gestoken in de buik van het slachtoffer.
Geen hulp
Met het steken in de buik heeft de verdachte het risico genomen dat het slachtoffer het niet zou overleven, stelt het OM. De man liep een geperforeerde darm op. Nadat de vader van de verdachte zijn zoon zou hebben weggehaald bij het slachtoffer, zou het slachtoffer zijn weggerend.
‘Het bloed spoot meters weg op de grond’, stelde hij in een slachtofferverklaring. Naar eigen zeggen kreeg hij geen hulp van de mensen ter plaatse, maar wist hij vanuit zijn militaire opleiding dat hij druk moest uitoefenen op de wond. Nadat zijn vriend 112 had gebeld, zakte hij door zijn benen. ‘Ik dacht dat ik mijn laatste adem zou uitblazen. Ik ben die dag compleet het vertrouwen in de mensheid verloren.’
Duidelijke grens
Het OM over de eis: ‘We zien ons steeds meer geconfronteerd met dergelijke steekpartijen’ stelde de officier. ‘Die hebben ernstige gevolgen en moeten stoppen. Er moest een duidelijke grens worden getrokken waarbij duidelijk wordt dat er bij dat soort feiten een degelijke straf volgt.’
Volgens de advocaat van de verdachte was er sprake van een noodweersituatie, waarbij haar cliënt zich zeer bedreigd voelde. Volgens haar wilde de verdachte alleen met zijn handen slaan, en is het mes per ongeluk gebruikt. Ook waren volgens haar ‘de gedragingen van verdachte niet gericht op de dood’ van het slachtoffer, maar was haar cliënt juist erg bang. Daarom zou hij moeten worden vrijgesproken van het feit.
De rechtbank in Groningen doet uitspraak op 15 oktober.