STADSKANAAL-Vorig jaar oktober was het groot in het nieuws: demissionair onderwijsminister Dijkgraaf riep havo- en vwo-leerlingen op om ook eens te kijken naar mbo-opleidingen. ‘Zonder vakmensen valt ons land stil,’ benadrukte hij. Esmee Groothuis, die haar propedeuse social work al op zak had, staat hier helemaal achter. Na haar ervaring op het hbo besloot ze om een andere weg in te slaan.
Esmee ging naar de middelbare school in Stadskanaal en koos na het behalen van haar havodiploma voor een vervolgopleiding op het hbo. Ze begon aan de studie Social Work in Groningen. Een stap die menig havo-examenleerling zou nemen. ‘Ik ben begonnen aan het hbo omdat ik dacht dat dit de logische stap was na de havo. Maar al snel voelde ik dat dit niet mijn plek was.’
Het hbo bleek dus niet de plek te zijn waar ze zich thuis voelde. Ze kon haar draai in haar klas niet vinden en de lessen waren te onpersoonlijk naar haar mening. Ze ging in gesprek over het zoeken van een nieuwe richting en samen met haar ouders ging ze op pad om opendagen te bezoeken. Zowel hbo als mbo.
Allround schoonheidsspecialiste
Al was de overstap naar het mbo wel een bewuste keuze voor Esmee. ‘Ik was altijd al bezig met make-up en nagels, en de opleiding tot schoonheidsspecialist sprak me enorm aan. Het was een meisjesdroom die ik altijd al had,’ legt ze uit. ‘Toen ik eenmaal de stap had gezet, voelde ik me direct op mijn plek. Het mbo biedt een veel praktischere aanpak, en dat past beter bij mij.’
De stap van het hbo naar het mbo wordt vaak niet goed begrepen. Ondanks dat dit is wat Esmee echt graag wilde, moest ze ook nog wel wennen aan het idee. ‘Het voelt niet echt als falen, maar ik vond het wel moeilijk om de keuze te maken. Het voelde als zonde van mijn tijd en energie.’
Inmiddels zit ze enorm op haar plek. Naast dat ze naar school gaat, loopt ze stage en leert ze alle kneepjes van het werk in de praktijk. ‘Maar nu zie ik dat het me ook veel heeft opgeleverd, zoals vrijstellingen en achtergrondinformatie waardoor ik sommige vakken makkelijker door kom.’
‘Ze zagen hoe ongelukkig ik was’
Ook haar ouders waren eerst wat sceptisch over de keuze die ze ging maken. ‘Vooral mijn moeder vond het belangrijk dat ik niet te snel koos. Ze wilde dat ik verder keek dan alleen de make-upjes en nagels,’ vertelt Esmee. ‘Maar ze zag ook hoe ongelukkig ik was op het hbo, dus uiteindelijk steunde ze mijn keuze.’
Esmee voelt zich nu gelukkig met haar keuze voor het mbo. ‘Ik doe wat ik leuk vind en vermaak me enorm,’ zegt ze. ‘Het mbo-onderwijs is persoonlijker en ik krijg de ondersteuning die ik nodig heb.’ Ze merkt op dat er een stigma rust op mbo-opleidingen, maar ziet dat dit langzaam verandert. ‘Er is zeker aandacht vanuit de regering voor mbo-vakken en -beroepen, en dat is belangrijk.’ Ze sluit af: ‘Als dit hetgeen is wat je gelukkig maakt, laat je vooropleiding dan niet beïnvloeden wat je kiest. Het gaat er uiteindelijk om dat jij blij bent met de keuze en leert waarvoor je wil leren.’
De boodschap van minister Dijkgraaf heeft voor Esmee betekenis gekregen. ‘Mbo’ers zijn hard nodig. Zonder hen kunnen we geen huizen bouwen of andere praktische taken uitvoeren. Het is belangrijk dat we de waarde van mbo-opleidingen erkennen en waarderen,’ besluit ze.
Luister online
