Direct naar de inhoud.

Trots op de Veenkoloniën: Een goed politicus in de regio? ‘Nait soezen moar doun’

  • door:
  • op:
Vier politici uit de regio, vlnr: Frits Brink, Johan Hamster, John Goeree en Pieta Loots | © Hielke Bosch/RTV1

REGIO – Er is één groep in de Veenkoloniën die dagelijks de regionale problemen onder ogen krijgt, maar aan de andere kant ook trots uit wil stralen: de lokale politici. Hoe is het om in deze regio te besturen en politiek te bedrijven? Wat maakt het speciaal? En wat maakt nu een goed Veenkoloniaal politicus? We vragen het een aantal (oud) bestuurders en raadsleden. 

Van notulist tot beste bestuurder

Johan Hamster is oud-raadslid en wethouder van Stadskanaal. Hij groeide van notulist namens de toenmalige RPF uit tot de beste bestuurder van Nederland en is inmiddels gedeputeerde in de Provinciale Staten van Groningen. ‘Bij de RPF kreeg ik 75 gulden per maand om twee raadsvergaderingen te notuleren, en dat is vervolgens een beetje uit de hand gelopen’, vertelt Hamster in zijn kantoor op het Provinciehuis. 

Hij weet daarom als geen ander hoe je moet werken in de verschillende lagen van de lokale en provinciale politiek. In 2006 werd hij raadslid voor de ChristenUnie om vier jaar later op zijn 28ste wethouder te worden. ‘Ik ging het proberen en dat ging eigenlijk best goed’, zo omschrijft Hamster het veertien jaar later. 

‘Ik denk dat wij in de regio weten wat belangrijk is. Dat je niet te veel moet kletsen of je groter moet voordoen dan je bent.’

-Gedeputeerde Johan Hamster (CU)

De oud-wethouder prijst zich nog altijd gelukkig met de goede start die hij had. Hamster kwam in een ervaren college terecht en kon het vak mooi afkijken van mensen als oud-burgemeester Galama en wethouders Van de Kolk en Bessembinders. ‘Ik denk dat de kracht in zo’n team zit’, stelt Hamster. ‘Je moet zowel als burgemeester als wethouder zoveel kunnen.’ 

Tegeltjeswijsheid

Hamster kreeg de daaropvolgende jaren zware dossiers te verduren. Met financiën in zijn portefeuille zag hij van dichtbij hoe Stadskanaal afgleed van financieel gezonde gemeente tot één van de armste van Nederland. Maar dat kon niet opwegen tegen de mooie kanten van het vak. Als hem gevraagd wordt naar de sterke punten van de regio, staat Hamster op en haalt een tegeltje uit de kast achter hem. Op de tegel staat met Delfts blauwe letters: ‘Nait soezen moar doun’, een lijfspreuk van Hamster. 

‘Ik denk dat wij in de regio weten wat belangrijk is. Dat je niet te veel moet kletsen of je groter moet voordoen dan je bent. Hoewel we dat misschien ook wel te weinig doen. Er gebeurt zoveel in deze provincie.’ Hij wijst naar buiten, naar de Groninger universiteit: ‘We brengen hier nobelprijswinnaars voort. Dat benoemen we veel te weinig naar buiten. Maar ja, dat is nou eenmaal onze aard. Ik ben ook opgevoed met: doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg.’

Johan Hamster (ChristenUnie) met zijn tegeltjeswijsheid | © Hielke Bosch/RTV1

‘Kop boven het maaiveld’

D66-raadslid van Borger-Odoorn, John Goeree, vindt ook dat de regio wel wat meer mag laten zien wat het in haar mars heeft: ‘Laten we onze kop eens wat vaker boven het maaiveld uitsteken, ook al zit dat niet in onze aard’, aldus Goeree. De geboren Buunermonder voelt zich tot in zijn vezels een Veenkoloniaal. En dat in een gemeente waar de scheiding tussen zand en veen nog iedere dag voelbaar is. ‘Of het nu gaat om besteedbaar inkomen of stemgedrag, die scheiding is er’, legt hij uit. ‘Daar moeten we nou eens vanaf. Het betekent niet dat we dit verschijnsel maar moeten negeren, maar we moeten er iets aan doen. We zijn gewoon één gemeente. Het veen moet niet een ondergeschoven kindje worden door zo’n splitsing van gebieden.’

Veenkoloniale denktank

Het valt of staat volgens Goeree bij de trots die je voelt bij je gebied. En die trots is bij de D66’er groot. ‘We hebben zoveel te bieden’, benadrukt Goeree. ‘Vanuit techniek, onderwijs, innovatie kunnen wij het voortouw in Nederland nemen.’ Daarmee ligt er volgens hem ook een kans om voor eens en altijd af te rekenen met de problemen die de regio kent, zoals overerfbare armoede. ‘Als we niks doen, en we blijven er maar over praten, dan zitten we over twee generaties met hetzelfde probleem.’

Goeree ziet een ‘sneeuwbaleffect’ aan kansen en voorspoed voor zich als de Veenkoloniën zich blijft innoveren. Hij oppert een soort Veenkoloniale denktank die over provinciegrenzen heen kijkt en zich bezig gaat houden met de toekomst. ‘We denken nu te provinciaal, binnen onze eigen grenzen. Als je naar de kaart kijkt zie je dat de Veenkoloniën die grenzen overstijgen.’

D66-raadslid uit Borger-Odoorn, John Goeree | © Hielke Bosch/RTV1

‘Vijf dagen per week raadslid’

Om dat voor elkaar te krijgen ben je in alle gemeenten een groot aantal goede politici nodig. Maar wat maakt nu eigenlijk een goed politicus in de Veenkoloniën? Wat moet je kunnen, wat zijn de do’s en dont’s? Om die vraag te beantwoorden kun je in Veendam het beste aankloppen bij PvdA-raadslid Pieta Loots. Ze kwam in 2006 in de Veendammer gemeenteraad, en wel door voorkeurstemmen. Ze stond in dat jaar eigenlijk op plek 7, maar werd door de kiezer op nummer 2 gezet. En ook bij de verkiezingen die volgden haalde ze telkens honderden voorkeurstemmen. ‘Je moet dicht bij de burger staan’, benadrukt Loots bij haar thuis in de Parkstad. ‘Je bent eigenlijk wel vijf dagen per week raadslid. Op straat word ik altijd aangesproken, wat ik heel leuk vind. Daar moet je ook open voor staan vind ik. Je zit tenslotte in de raad voor de inwoners.’

‘Ik hou van Veendam!’

-Raadslid Pieta Loots (PvdA)

Herkenbaarheid

Het is volgens Loots daarnaast belangrijk dat je weet wat er speelt, niet in een ivoren toren gaan zitten, maar juist met mensen blijven praten. Ook is volgens haar een goede dosis herkenbaarheid, realiteit en levenservaring belangrijk voor een volksvertegenwoordiger. Loots had toen ze in de raad kwam een ruime ervaring in sociale en maatschappelijke banen, waarin ze vooral veel met kinderen werkte. Daarnaast was ze sinds de jaren ’80 een alleenstaande moeder en leefde ze een tijdje van de bijstand. ‘Je snapt dus heel goed wat mensen in zo’n situatie doormaken. Puur omdat je het zelf hebt meegemaakt.’

‘Ik hou van Veendam!’

Gek is het dan ook niet dat Loots zich als volksvertegenwoordiger hard maakt voor het belang van de kinderen in haar gemeente. ‘Daarom ben ik ook zo trots op onze wethouder’, zegt ze enthousiast. ‘Ans Grimbergen is iemand die op een hele goede manier probeert om de kosten van de jeugdzorg te beheersen.’ 

Loots is nu over de zeventig, maar denkt voorlopig nog niet aan stoppen in de politiek. ‘Ik hou van Veendam!’, roept ze. ‘En ik weet dat er ellende is en ontevredenheid. Maar dat proberen op te lossen, dat is je taak.’

Burgemeester in moeilijke tijden

Een politicus die in de woelige wateren van de Veenkoloniën altijd het hoofd koel moet houden en boven de partijen moet blijven staan, is de burgemeester. Tussen 1985 en 1992 werd de ambtsketting in Stadskanaal gedragen door CDA’er Frits Brink. De oud-politieman en statenlid van Drenthe kwam in de jaren ’80 over uit Nieuwleusen en trof een gemeente aan die ook toen de nodige uitdagingen kende. ‘Ik zat er nog maar kort en toen volgde een massaontslag bij Philips: 1100 banen gingen verloren’, vertelt Brink. Het was een flinke klap voor de gemeente, waar Philips de grootste werkgever was. ‘Gelukkig had ik een sterk college met goede wethouders. Dus ik zag in Stadskanaal een mooie uitdaging, eentje waarvoor je burgemeester wilt worden.’ 

‘Als Willem-Alexander dan langskomt om het Pagecentrum te openen, komt toch die stiekeme trots naar boven.’

– Oud-burgemeester Frits Brink

Stadskanaal in bezit van Stadskanaal

Brink beschikte daarnaast over een groot netwerk en had goede contacten met Den Haag. Hij probeerde subsidies los te peuteren om dingen op ’t Knoal voor elkaar te krijgen. Dat netwerk kwam ook van pas toen Brink iets aan het kanaal wilde doen. ‘Dat kende ik als een soort stinkend riool, dus daar moest iets aan gebeuren.’ In die jaren was het Stadskanaal in bezit van de stad Groningen. Brink kende de toenmalig burgemeester van Groningen, Jos Staatsen, goed: ‘Soms heb je burgemeesters in Stad die niet naar het Ommeland kijken. Maar Staatsen zocht veel de samenwerking met de regio. Hij heeft toen de doorslag gegeven om het kanaal over te dragen waardoor wij konden ontwikkelen.’

Ook stond Brink aan de wieg van het Pagecentrum en het winkelcentrum, iets dat hem en de Knoalsters met trots vervulde. ‘We voelen ons in Stadskanaal soms wat minder dan de Stad. Maar als Willem-Alexander dan langskomt om het Pagecentrum te openen, komt toch die stiekeme trots naar boven.’

Bekendmaking door Youp van ’t Hek

Na zijn burgemeesterschap in Stadskanaal vertrok Brink in 1992 naar Veenendaal. Op het moment van de bekendmaking van zijn overstap, zat de burgemeester in theater Geert Teis bij een voorstelling van cabaretier Youp van ’t Hek. ‘De toenmalig directeur van het theater had Youp ingeseind over mijn vertrek.’ Brink begint te lachen: Van ’t Hek maakte toen aan de hele zaal bekend dat ik naar Veenendaal zou gaan met de woorden: ‘Jullie burgemeester zit nu in een gereformeerde plaats, maar waar hij naartoe gaat is het helemaal erg’. 

De mening van Rutte

Naast zijn functies als burgemeester was Brink onder meer voorzitter van de NCRV, vice-voorzitter van het NOC*NSF en bestuurder van Philadelphia Zorg. Door al deze functies zag Brink alle uithoeken van het land, maar kwam na zijn pensioen toch terug naar Stadskanaal. Af en toe gaat hij nog naar de randstad om zijn kinderen te bezoeken of voor een politieke reünie. Daar hoort hij hoe er zoal over de noordelijke regio gedacht wordt. En hoewel dat niet altijd even positief is, begint dat beeld volgens Brink toch wel te kantelen ‘Bij zo’n gelegenheid kwam ik laatst premier Mark Rutte tegen’, vertelt Brink. ‘Hij wist heel nadrukkelijk over de goede plannen voor deze streek. Dat is ook de verdienste van de goede bestuurders die we vandaag de dag hebben. Dat vind niet alleen ik, maar Rutte ook.’

Oud-burgemeester van Stadskanaal, Frits Brink (CDA) | © Hielke Bosch/RTV1


-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal