Direct naar de inhoud.

Hoe verder met natuur en landbouw in de Veenkoloniën? ‘Niks door de strot duwen, maar praten’

  • door:
  • op:
© Hielke Bosch/RTV1

REGIO – In de Veenkoloniën is de laatste jaren hard gewerkt aan plannen voor natuurherstel en de toekomst van de landbouw. Het vorige kabinet had deze taak bij de provincies neergelegd, waarna er in verschillende regio’s werd overlegd over hoe de toekomst van de lokale landbouw en natuur eruit moest komen te zien. Het nieuwe kabinet-Schoof heeft echter besloten om het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) in de prullenbak te gooien. Een domper voor de betrokken partijen, maar in de Veenkoloniën laten ze de moed niet zakken en blijven ze ambitieus.

In de zomer van 2022 presenteerde het Rijk de opgaven voor het landelijke gebied. Daarin werden de doelen voor natuurherstel beschreven, waaronder stikstofreductie en verbetering van water- en klimaatkwaliteit. Het was aan de provincies om deze doelen vorm te geven. In Groningen werd hiervoor het programma Transitie Landelijk Gebied (TLG) opgestart. De provincie werd opgesplitst in zeven regio’s, waaronder Oldambt, Zuidelijk Westerkwartier, Westerwolde en de Veenkoloniën.

Bijeenkomst

Op een druilerige namiddag stroomt de Borgerswoldhoeve in Veendam vol met belangstellenden tijdens de inloopbijeenkomst over het conceptplan voor de toekomst van het landelijke gebied in de Veenkoloniën. Bewoners, lokale politici, agrariërs, ondernemers en vertegenwoordigers van de provincie zijn aanwezig. De olifant in de kamer is de recente beslissing van het Rijk om niets te doen met de gemaakte plannen.

‘Toch hebben we besloten deze bijeenkomsten door te laten gaan’, aldus Rieks van der Wal, gebiedsverkenner van de provincie Groningen. Samen met gebiedsregisseur Rens Riechelman heeft hij de afgelopen maanden gesprekken gevoerd met diverse organisaties en inwoners. ‘We vonden het respectloos om deze bijeenkomsten na al dat harde werk van zoveel partijen zomaar af te blazen.’

Gesprekken tijdens de inloopbijeenkomst | © Hielke Bosch/RTV1

‘Niks door de strot duwen’

Volgens Van der Wal was het doel van de gesprekken om de betrokkenen, zoals Stichting Innovatie Veenkoloniën, mee te laten denken, zonder er direct politiek beleid van te maken. ‘We hebben onze gebiedspartners laten zien wat Den Haag wil. Deze concrete opgaven, bijvoorbeeld over natuurherstel en stikstofreductie, leidden tot heftige reacties. Daarom hebben we niet gezegd wat ze móesten doen, maar gevraagd wat ze kúnnen doen. Dus niets door de strot duwen, maar in gesprek gaan over kansen en mogelijkheden.’

Overeenkomsten

En dat werkte: de gesprekken zorgden ervoor dat de betrokken partijen elkaar leerden kennen en de dialoog aangingen. Dat heeft geleid tot een positief gevoel, vindt ook Tanja Beuling van Innovatie Veenkoloniën. ‘De gesprekken met de provincie hebben we in de Veenkoloniën als zeer positief ervaren’, zegt Beuling. Voor haar stichting kwamen de gesprekken ook goed uit, aangezien zij zelf bezig waren met een gebiedsplan voor de agrarische toekomst van de Veenkoloniën.

‘We zagen veel overeenkomsten’, vervolgt Beuling. ‘We hebben samen opgetrokken, ieder vanuit een eigen verantwoordelijkheid. In ons gebiedsplan staan dezelfde maatregelen als in het concept van de provincie.’ Een van de belangrijkste maatregelen is de aanpak van de wateropgave. Beide partijen sturen aan op een gezamenlijke visie om de waterkwaliteit en -kwantiteit te verbeteren.

De zeven gebieden van het gebiedsplan Groningen | © Provincie Groningen

‘Poten in de modder’

Ook de gemaakte contacten worden gezien als een start voor een vruchtbare samenwerking in de toekomst, zo ziet de gebiedsverkenner. Hij zag hoe iedereen elkaars wereld leerde kennen. ‘Er was een akkerbouwer die op een ochtend van een overleg het land op moest om te oogsten’, memoreert Van der Wal. ‘Toen hebben we met elkaar de laarzen aangetrokken en zijn we met onze poten in de modder gaan staan. Fantastisch! Ik kreeg een beetje een Remkes-ervaring; weet wat er achter de deur speelt’, zegt de gebiedsverkenner, doelend op de gesprekken die oud-minister Johan Remkes (VVD) eerder op het platteland voerde. 

Mogelijkheden

Het klinkt allemaal mooi en positief, maar hoe realistisch is dit nu het nieuwe kabinet een streep heeft gezet door het Nationaal Programma? Hoewel het een teleurstelling is, laten ze zich in de Veenkoloniën niet ontmoedigen. ‘We hebben hier samen een fundament gebouwd. Het zou doodzonde zijn om dat nu af te schieten,’ aldus gebiedsverkenner Van der Wal. ‘Deze transitie-vraagstukken blijven bestaan, ongeacht of je een links of rechts kabinet hebt.’

Tanja Beuling noemt het spannende tijden voor het gebied, maar blijft nuchter. ‘Iedereen raakt in paniek nu de geldkraan is dichtgedraaid, maar ik zie aanknopingspunten.’ Een groot deel van het gereserveerde geld was bedoeld om boeren uit te kopen voor de stikstofreductie, maar dat speelt in de Veenkoloniën nauwelijks een rol. ‘En het budget voor innovatie blijft bestaan,’ legt Beuling uit. ‘Daarnaast krijgt het agrarisch natuurbeheer meer geld. Dus er zijn zeker mogelijkheden.’

Toch blijft Beuling de beslissing van landbouwminister Femke Wiersma (BBB) apart vinden: ‘Ze heeft het geld weggegooid voordat er een alternatief was,’ stelt ze. Ze ziet wel een kans om de Veenkoloniën als voorbeeld te laten dienen voor de rest van het land. ‘Wij hebben wél een alternatief, met heldere plannen voor behoud van natuur en landbouw. En dat allemaal vanuit de regio. Zo kan het dus ook.’



-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal