Direct naar de inhoud.

Meer Nederlanders nemen verdedigingsmiddel in huis

8-b631bb90760a5221b2d908e27910f7dcGRONINGEN – Het aantal Nederlanders dat na een inbraak of een poging tot inbraak een verdedigingsmiddel aanschaft, neemt toe. Dat blijkt uit recent onderzoek van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken (NIPW). De 850 deelnemers aan het onderzoek zijn tussen de 25 en 75 jaar oud en wonen zelfstandig. Van degene die een inbraak(poging) meemaakten, heeft meer dan de helft (54%) een verdedigingsmiddel in huis. Dat is een stijging ten opzichte van 2015 toen dat percentage nog op 46% lag.

Bij 15% van de respondenten is in de afgelopen vijf jaar ingebroken of is daar een poging toe gedaan. Omdat het gevoel van onveiligheid daarna toeneemt, willen meer mensen een verdedigingsmiddel binnen handbereik hebben. Van de ondervraagden die al eens een inbraak meemaakten, heeft 27% een honkbal­knuppel of een ander voorwerp om een klap mee uit te kunnen delen in huis, zoals een hockeystick of grote zaklamp. Een hond als bewaker staat met 17% op de tweede plaats. Daarna volgt op de derde plaats met 12% een speciaal mes en 5% heeft de in Nederland verboden pepperspray in huis. Het verdedigingsmiddel ligt in bijna alle gevallen naast of onder het bed in de slaapkamer.

Klap met honkbalknuppel niet vanzelfsprekend
Volgens Coen Staal, voorzitter van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken, wil het feit dat meer mensen een verdedigingsmiddel in huis hebben, niet zeggen dat zij dit ook daadwerkelijk gebruiken wanneer er wordt ingebroken. “De deelnemers aan het NIPW onderzoek geven aan dat alleen al het bezit van een verdedigingsmiddel het gevoel van veiligheid vergroot. Bijna drie kwart van degenen die een verdedigingsmiddel in huis hebben, zegt dit waarschijnlijk (32%) tot zeker (41%) te durven gebruiken. Respondenten die zeggen waarschijnlijk of zeker hun verdedigingsmiddel niet te gebruiken, doen dit vooral uit angst om de confrontatie aan te gaan of omdat ze bang zijn voor de gevolgen”, aldus Staal. “Dat is trouwens het beste om te doen als je in je huis iets verdachts hoort. Doe het licht in je slaapkamer aan, maak geluid en bel 112. De inbreker zal dan snel het hazenpad kiezen, omdat ook hij de confrontatie liever uit de weg gaat.”

Over wat de consequenties zijn wanneer je een inbreker te lijf gaat, lopen de meningen uiteen. Ruim een derde van de respondenten (36%) denkt een celstraf te kunnen krijgen. Een taakstraf werd door bijna een kwart (24%) genoemd, 15% denkt aan een geldboete en twee op de vijf zijn van mening dat het geen consequenties voor hen zal hebben, omdat zij uit zelfverdediging handelden.

WhatsApp groep voor buurtpreventie voelt veiliger
Het aantal WhatsApp groepen voor buurtpreventie groeit gestaag in Nederland. En het werkt. Het aantal inbraken daalt in buurten en wijken waar WhatsApp voor buurtpreventie wordt ingezet. Deelnemers voelen zich veiliger. Van de deelnemers aan het onderzoek neemt een kwart deel aan buurtpreventie via deze digitale buurtwachten. Via WhatsApp groepen waarschuwen buurtbewoners elkaar voor verdachte situaties. Dat geeft zeven op de tien deelnemers aan het NIPW onderzoek een goed gevoel. Ook het samenwerken aan de veiligheid van de buurt wordt als positief ervaren. Van de deelnemers aan het onderzoek zijn in de provincie Flevoland de meeste deelnemers aan een WhatsApp groep actief (36%), op de voet gevolgd door Noord Holland (31%). De provincies met het laagste aantal deelnemers zijn Groningen (14%) en Utrecht (15%).

inbraakVaker de deur op slot na inbraak
Ruim 10% van de ondervraagden draait bij het weggaan zijn voordeur vrijwel nooit op slot. Nationale voorlichtingscampagnes waarschuwen hiervoor, want met de ‘flippermethode’ kun je een deur die niet op slot is gedraaid binnen een minuut openbreken. Ook de achterdeur wordt nogal eens vergeten. In ruim 3% van de huizen wordt deze bijna nooit op slot gedaan. Is er in de afgelopen vijf jaar ingebroken, dan gaan mensen hier bewuster mee om. Zij draaien hierna in nog maar 4% van de gevallen de voordeur nooit op slot. Regionaal verschilt het vertrouwen in de medemens sterk. In Groningen doet 22% en in Drenthe 21% de deur bijna nooit op slot. In Flevoland en Noord-Brabant zijn inwoners voorzichtiger. Daar draait slechts 4% van de mensen hun voordeur niet op slot.

inbraakElke dag nog 125 tot 250 inbraakpogingen
“Helaas komt woninginbraak nog steeds regelmatig voor; elke dag worden er tussen de 125 en 250 inbraakpogingen gedaan. Er zijn veel verschillende maatregelen die ervoor zorgen dat inbreken in een woning niet makkelijk is. De meeste inbrekers gaan voor een snelle buit. Hoe langer ze nodig hebben om de woning binnen te komen, hoe groter de kans dat ze het opgeven. Of er niet eens aan beginnen en naar de buren gaan”, aldus Staal. Op de website inbraakmislukt.nl staat informatie over woninginbraken en hoe die te voorkomen.

Over de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken
Stichting NIPW doet onderzoek in het kader van de najaarscampagne van de Nationale Inbraakpreventie Weken. De stichting is een publiek private samenwerking met als doel woningbezitters meer bewust te maken van het belang van inbraakpreventie. De stichting wil bijdragen aan het verlagen van het aantal inbraken en inbraakpogingen, nu op 65.000 per jaar, naar 60.000 in 2017. De stichting voert tweemaal per jaar campagne, in het voor- en in het najaar. In de stichting zijn verschillende partijen vertegenwoordigd waaronder het Verbond van Verzekeraars en SecuProducts, Assa Abloy en Nauta Veilig, alle bedrijven gespecialiseerd in inbraakpreventie. De stichting wordt ondersteund door het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Bron: Stichting Nationale Inbraakpreventie Weken (NIPW)

Datum 7 november 2016 Bert Jan Brinkman

Houd inbrekers buiten de deur als je op vakantie gaat

inbraakIn gedachten zijn we al op vakantie en staan de koffers reeds klaar. Voorpret is een van de leukste onderdelen van je vakantie. Maar een ander, heel belangrijk, aspect wordt helaas nog vaak vergeten. 15.000 inbraken in de zomerperiode lijkt misschien niet veel, maar je zal toch thuiskomen en je huis door inbrekers compleet overhoop gehaald vinden. Dan is het vrolijke vakantiegevoel wel heel snel verdwenen.

Soms houden niet alleen de buren, maar ook inbrekers je huis in de gaten als je een paar weken weg bent. De vakantieperiode vormt een prachtige gelegenheid voor dieven; ook ’s nachts is er dan niemand thuis, de inbreker grijpt zijn kans. Het zal je maar gebeuren. Kostbare spullen weg, kapotte achterdeur of raam. Maar het allerergste: je bent het gevoel van veiligheid in je eigen huis kwijt. Zo’n 75% van de mensen die een inbraak hebben meegemaakt, heeft daar nog lang last van. Slecht slapen en van elk geluidje wakker worden, “Ze zullen toch niet weer…?” Met een beetje aandacht kun je dit voorkomen.

De gelegenheid maakt de dief
Een dief gluurt over de schutting en ziet een achterdeur waar hij in een minuutje binnen is. Hij checkt of de mensen thuis zijn: Staat er een auto op de oprit? Wat ligt er op de tafel in de woonkamer en op het aanrecht in de keuken? De keurige Hollanders hebben namelijk de gewoonte om alles netjes achter te laten als ze weggaan. Of de buren maken nette stapeltjes van de post en kranten op de tafel in de woonkamer. Dit zijn allemaal signalen voor een inbreker: “Dit is mijn kans!” Zover moet je het niet laten komen; en dat hoeft ook niet. Met de volgende 8 tips, ga je goed voorbereid op vakantie.

Acht tips voor een goede vakantievoorbereiding
Maak het inbrekers niet te makkelijk, vooral niet tijdens de vakantie. Om straks met een goed gevoel op pad te gaan, heeft de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken 8 waardevolle tips voor je:

– Doe de Inbraak Preventie Check op www.inbraakmislukt.nl Je ziet daar foto’s van het beslag op voor- en achterdeur en ramen. Met de simpele check weet je meteen of je het goed voor elkaar hebt, of dat een inbreker jouw huis binnen 1 minuut binnen is. Je krijgt gericht advies over hoe je huis beter te beveiligen. Onderzoek geeft aan dat ongeveer 70% van alle achterdeuren voorzien is van slecht hang- en sluitwerk.
– Breng nog voor je weggaat het nieuwe slot of de anti-inbraakstrip aan, of laat dit door de dhz-zaak doen. Vaak zijn hier geen hoge kosten aan verbonden.
– Plaats tijdens de vakantie een extra auto (van jezelf of de buren) op de oprit.
– Laat een bewoonde indruk achter, dus zet een paar kopjes, een bordje met bestek op het aanrecht. Laat wat rommel, zoals een boek, oude sleutels en een enveloppe op de woonkamertafel liggen. Tijdschakelaars op enkele lampen werken simpel en effectief. Zo denkt de inbreker dat er nog steeds iemand in huis is.
– Vraag of iemand regelmatig de post wil weghalen uit de brievenbus of in de hal, zeker als de voordeur een raam heeft. Zo voorkom je dat een inbreker ziet dat er niemand thuis is.
– Zorg dat juwelen en andere kostbaarheden uit het zicht worden opgeborgen; liefst in een kluis. Vaak haalt de inbreker je hele slaapkamer overhoop, omdat hij weet dat de kostbaarheden daar vaak verstopt zijn in een stapeltje kleding of een lade. Treft de inbreker een goede kluis aan, dan stopt hij zijn zoektocht meestal snel.
– Vraag (bij langere afwezigheid) een tijdelijke bewoner in huis.
– Zet je vakantieplannen en -belevenissen niet meteen op social media als die voor iedereen in te zien zijn.

Nationale inbraakpreventieweken

Over de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken
De stichting Nationale Inbraakpreventie Weken is een publiek private samenwerking met als doel woningbezitters meer bewust te maken van het belang van inbraakpreventie. De stichting wil bijdragen aan het verlagen van het aantal inbraken en inbraakpogingen. Hiertoe voert zij tweemaal per jaar campagne, in het voor- en in het najaar. In de stichting zijn verschillende partijen vertegenwoordigd waaronder het ministerie van Veiligheid en Justitie, het Verbond van Verzekeraars en een aantal bedrijven gespecialiseerd in inbraakpreventie.

(Ingezonden)

Datum 13 juni 2016 Redactie

Inbraakslachtoffer slaat terug

inbraakSTADSKANAAL – Een groot deel van de slachtoffers van een inbraak koestert gevoelens van agressie richting de dader. Ruim vier op de tien ondervraagden die een inbraak of inbraakpoging meemaakten, zouden de inbreker weleens een flink pak rammel willen geven (43%). Volgens de slachtoffers is de huidige strafmaat voor de dader van een inbraak veel te laag. Bijna drie op de tien vinden een jarenlange celstraf het meest gepast (28%). Een kwart vindt dat de inbreker, wanneer hij in de kraag wordt gevat, moet worden verplicht tot het betalen van een ruime schadevergoeding. Dit zijn enkele resultaten uit een onderzoek van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken onder ruim 1000 respondenten.

Bijna een kwart van de ondervraagden is heel erg boos op de inbreker en een vijfde zou de inbreker weleens goed de waarheid willen vertellen over wat hen is aangedaan.

Coen Staal, voorzitter van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken: “Een inbraak overkómt mensen en veroorzaakt een flinke inbreuk op hun leven, hun privacy en hun veiligheidsgevoel. Na het meemaken van een inbraak of poging daartoe daalt het gevoel van veiligheid in de eigen woning gemiddeld van een 7,8 naar een 6,0. Dat slachtoffers verhaal willen halen bij degene die hen dit leed heeft berokkend, is logisch. Maar dat slachtoffers de dader ook echt iets aan willen doen, laat de enorme impact van een inbraak op slachtoffers zien. Dit is overigens vaker het geval bij mannen dan bij vrouwen. Vrouwen doen het liever af met woorden.” Een klein percentage van de ondervraagden (11%) hoopt dat de inbreker spijt heeft. Een even zo grote groep is bang dat de inbreker iemand uit de buurt is geweest en dus misschien wel een bekende. Deze angst leeft vaker onder bewoners van appartementen of flats dan bij bewoners van woonhuizen.

Flinke strafmaat voor inbreker
Slachtoffers van een inbraak zijn niet mild als het gaat om de bepaling van een straf voor de dader. Van hen vindt 28% een celstraf het meest gepast. De gemiddelde celstraf die men dan zou opleggen, bedraagt maar liefst 22 jaar. Een kwart van de slachtoffers meent dat de dief, wanneer hij in de kraag wordt gevat, verplicht zou moeten worden tot het betalen van een schadevergoeding van gemiddeld bijna drieduizend euro (€2.965). Een op de negen (11%) zou de inbreker straffen met een taakstraf van gemiddeld 117 uur.

“Als je bedenkt dat de maximumstraf voor het plegen van een eerste inbraak nu een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van gemiddeld 3 maanden bedraagt maar vaker nog een taakstraf wordt toegewezen, is de strafmaat van 22 jaar cel binnen onze samenleving natuurlijk niet reëel. Ik denk dan ook dat we de strafmaat die de ondervraagde slachtoffers noemen vooral als een gevoelsbarometer moeten interpreteren. Een inbraak kan hun leven zodanig vergallen, dat slachtoffers dit op deze manier vereffend willen zien. Je kunt hier echter wel uit opmaken dat een groot deel van de Nederlanders die een inbraak meemaakten, meent dat de huidige straffen veel te laag zijn”, aldus Staal.

Nationale inbraakpreventiewekenAls het kalf verdronken is…
Niet ieder slachtoffer van een inbraak is zich bewust van de gevolgen ervan. Bijna acht op de tien ondervraagden vinden dat de psychische en/of lichamelijke gevolgen van een inbraak of poging daartoe door de omgeving worden onderschat. Van de mensen die in hun leven te maken kregen met een inbraak geeft 40% aan dat zij, als ze vooraf hadden geweten wat de impact zou zijn, veel eerder maatregelen genomen zouden hebben om hun huis beter te beveiligen. “Bewustwording en aanzetten tot proactief handelen. Niet wachten totdat het jou overkomt. Dat is precies wat de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken voor ogen heeft. Een inbraak kun je nooit helemaal uitsluiten, maar je kunt wel, door zelf de juiste preventieve maatregelen te treffen, de kans erop zo klein mogelijk maken”, aldus Staal. De stichting ontwikkelde een InbraakPreventieCheck (http://stichtingnipw.nl/check/) waar mensen kunnen testen hoe inbraakveilig hun huis is.

Over de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken
De stichting Nationale Inbraakpreventie Weken (NIPW) is een publiek private samenwerking met als doel woningbezitters meer bewust te maken van goede inbraakpreventie. En zo bij te dragen aan de doelstelling van het ministerie van Veiligheid en Justitie om het aantal inbra­ken en inbraakpogingen te verlagen van 91.000 in 2012, naar 61.000 in 2018. De stichting voert tweemaal per jaar campagne, in mei en november. Partners in de stichting zijn de bedrijven ASSA ABLOY/Nemef, Nauta Veilig, SecuProducts in nauwe samenwerking met het ministerie van Veiligheid en Justitie en het Verbond van Verzekeraars. Kijk voor meer informatie over o.a. inbraakmethoden en inbraakpreventie op inbraakmislukt.nl

Datum 3 mei 2016 Bert Jan Brinkman

Achterdeursloten woningen makkelijk te forceren

deur-met-koevoet-open-wrikken-300x150STADSKANAAL – Achterdeuren zijn een stuk slechter beveiligd dan voordeuren. Dit, terwijl het merendeel van de inbraken (60%) plaatsvindt via de achterdeur. Een groot deel (43%) van de achterdeuren heeft zwak aluminium beslag dat bevestigd is met slechts enkele schroefjes. Met behulp van een schroevendraaier en een grote tang is zo’n slot door inbrekers makkelijk open te breken: binnen één minuut zijn ze bij je binnen. Huurwoningen blijken bovendien slechter beveiligd dan koopwoningen. Huurders werd gevraagd of zij vinden dat hun woningcorporatie het hang- en sluitwerk aan haar huurwoningen collectief zou moeten vervangen om zo volledig aan de huidige veiligheidseisen te voldoen. Ruim een derde van de huurders (37%) heeft hier wel oren naar. Dit zijn enkele resultaten uit onderzoek van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken onder 572 huishoudens, waarvan de helft eigen woningbezitters en de helft huurders.

Inbreker kiest huurwoning vaker als doelwit
Er wordt vaker ingebroken in wijken waar veel huurwoningen staan dan in wijken met het merendeel koopwoningen, zo wijst eerder onder­zoek uit (bron: RTL Nieuws). Volgens Coen Staal, voorzitter van de stichting Nationale Inbraak­preventie Weken, is dat niet vreemd. “Deze woningen hebben vaker slecht hang- en sluitwerk. Twee derde van alle huurwoningen in Nederland is eigendom van de in totaal 480 woningcorporaties. Voor ons was dit een reden om aan huurders, die via een woning­corporatie huren, te vragen of zij van mening zijn dat hun woningcorporatie voldoende doet aan inbraakpreventie. Twee op de vijf huurders vindt dat er op dit gebied voldoende gebeurt.”

Woningcorporaties maken vuist tegen inbrekersgilde
Volgens Staal zijn er een aantal mooie voorbeelden te noemen van woningcorporaties die inbraak­preventie speciale aandacht geven in hun beleid. Zo maakten woningcorporaties Lekstede Wonen in Vianen en Patrimonium Woonservice in Veenendaal inbraakpreventie al jaren geleden tot een van hun speerpunten. Hiertoe werken zij samen met partijen als politie en gemeente. Maar ook de bewoners zijn er actief bij betrokken. Om wat voorbeelden te noemen: Lekstede Wonen organiseert, met medewerking van een oud-inbreker, inbraakpreventieclinics voor bewoners. Ook promoot Lekstede burgernet en WAAKS, waar hondenbezitters worden ingezet om verdachte situaties te observeren. Bij Patrimonium komt het Projectteam Woninginbraken elke zes weken bijeen om met politie en gemeente de inbraken te bestuderen en maatregelen te nemen. Lekstede en Patrimonium zijn volgens Staal inspirerende voorbeelden van hoe je door het bundelen van krachten het aantal inbraken met tientallen procenten kunt terugdringen.

‘Hotspot-analyse’
Woningcorporaties zouden, samen met politie en gemeente, aan de hand van een zoge­naam­de ‘hotspot-analyse’ in kaart kunnen brengen welke woningen het grootste risico op inbraak lopen, stelt Staal. “Daarbij kijk je ook naar de zogenaamde modus operandi, dat is de manier waaróp er wordt ingebroken. De ene keer forceren inbrekers achterdeuren met een schroevendraaier of koevoet, de andere keer komt de inbreker binnen door kerntrekken. Op basis hiervan kun je gericht preventieve maatregelen nemen. Dit gebeurt nu al bij een aantal corporaties, maar zou op grotere schaal en vaker moeten worden toegepast”, aldus Staal. De eerder genoemde corporaties brengen dit al succesvol in praktijk.

Inbrekers steeds inventiever
Volgens Sybren van der Velden, Landelijk Projectleider Woning­inbraak, is het nodig om blijvend aandacht te besteden aan inbraakpreventie. “Inbrekers zitten niet stil en worden steeds inventiever. Inbreken met behulp van een schroevendraaier of koevoet komt nog steeds veel voor. Een andere populaire methode is ‘flipperen’, waarbij de dief simpel door gebruik te maken van een hard stukje plastic een deur die niet op slot is gedraaid, weet te openen. Een nieuwe methode, die een paar jaar geleden door professionele inbrekers is geïntroduceerd, heet kerntrekken, ook wel cilindertrekken genoemd. Hiermee opent de inbreker het slot door hard aan de kern, dit is de cilinder waar je je sleutel insteekt, te trekken waardoor deze afbreekt. Inbrekers gebruiken hiervoor speciale kerntrek-instrumenten.”

Collectieve vervanging sloten huurwoningen
Een groot deel van de huurders (37%) vindt collectieve vervanging van het hang- en sluitwerk aan huurwoningen door hun woningcorporatie, waarmee deze voldoen aan de huidige veiligheidseisen, een goed idee. Een kwart van hen is ook bereid hiervoor een huurverhoging te betalen. Het gemiddelde bedrag dat zij als maandelijkse huurverhoging accepteren is 8 euro. Ook werd hen gevraagd wat zij ervan vinden als woningcorporaties door de overheid verplicht zouden worden maatregelen tegen inbraak te treffen bij de renovatie van sociale huurwoningen. Maar liefst 4 van de 5 huurders (83%) is het daar mee eens.

Over de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken
De stichting Nationale Inbraakpreventie Weken is een publiek private samenwerking met als doel woningbezitters meer bewust te maken van goede inbraakpreventie. Om zo bij te dragen aan de doelstelling van het ministerie van Veiligheid en Justitie het aantal inbra­ken en inbraakpogingen te verlagen, van 91.000 in 2012, naar 61.000 in 2018. De stichting voert tweemaal per jaar campagne, in mei en november. Partners in de stichting zijn de bedrijven Alprokon, Assa Abloy, Nauta Veilig, SecuProducts en Verisure in nauwe samenwerking met het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Verbond van Verzekeraars.

Kijk voor meer informatie over o.a. inbraakmethoden en inbraakpreventie op inbraakmislukt.nl

Datum 8 november 2015 Bert Jan Brinkman

Groen zwaailicht moet Veendammers attenderen op voorzorgsmaatregelen

 

groen-licht-radiale-achtergrond_293-725VEENDAM – De politie in Veendam gaat deze maand extra surveilleren in woonwijken waar veel ingebroken wordt. De politie gaat dat doen met een groen zwaailicht om de zichtbaarheid te vergroten. Het idee van het groene zwaailicht is afkomstig van buurtagent John van Gelder. Die nam het weer over van de politie in Maassluis. Het groene zwaailicht wordt normaal gesproken gebruikt om de commandowagen aan te geven op een plaats van het incident.

Veendam heeft al maanden lang te maken met een inbraakgolf. ‘Met het houden van extra surveillances, onopvallende controles en aanhouden van verdachten is het aantal inbraken al fors verminderd’, aldus de politie. Het groene zwaailicht moet de inwoners erop vooral op attenderen voorzorgsmaatregelen te nemen. ‘Als ze het groene licht door de gordijnen zien hoop ik dat ze denken, ‘heb ik de deur wel goed op slot gedaan en de tijdschakelaar voor het licht aangezet?’, zegt buurtagent John van Gelder via RTV Noord.

De gemeente Veendam organiseert 27 mei een bewonersavond over preventieve maatregelen ter voorkoming van woninginbraken

 

Datum 13 mei 2014 Bert Jan Brinkman

Inbraakpreventieacties in Veendam en Ooststellingwerf

inbraakVeendam/Ooststellingwerf – De politie heeft donderdag in samenwerking met de gemeenten Veendam en Weststellingwerf en diverse andere partners een inbraakpreventieactie gehouden.

De ervaring leert dat ieder jaar in de donkere herfst- en wintermaanden de kans op woninginbraken toeneemt. Reden genoeg voor alle betrokken partijen om in actie te komen. Door middel van gesprekken, flyers en de zogenaamde voetstapjes werden aan de inwoners van Veendam-Zuid, Oosterwolde, Appelscha en Haulerwijk inbraakpreventieadvies gegeven. In tientallen gevallen konden de deelnemers aan de preventieactie een woning, schuur of auto binnen omdat deze niet goed was afgesloten. De bewoners en eigenaren werden vervolgens aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid. De komende periode volgen elders in Noord-Nederland meer van dergelijke acties.

Donkere dagen offensief

De politie let in deze donkere dagen extra op de veiligheid in uw buurt. Door plaatselijk meer te surveilleren, preventieve acties te houden, inbrekers, overvallers en straatrovers extra in de gaten te houden of door extra energie te steken in het opsporen van daders. Dit heet het Donkere Dagen Offensief.

Datum 9 november 2013 Bert Jan Brinkman


-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal