Direct naar de inhoud.

George Wilbrink: vermogend likeurstoker en ‘zakelijk collaborateur’ met vreemde streken

  • door:
  • op:
George Wilbrink in 1969 | © Eigen foto

STADSKANAAL – Georgius Adrianus Wilbrink werd in de volksmond ook wel ‘Sjors Rhumpunex’ genoemd. Deze naam had hij te danken aan de Rhumpunex likeur die hij zelf stookte in Stadskanaal ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Wilbrink werd door zijn drank schatrijk, strooide met zijn centen en haalde er rare kapriolen mee uit. Om goede zaken te doen collaboreerde hij met de Duitse bezetter en hun SD (Sichterheids Dienst). Een combinatie die hem geliefd, maar ook gehaat maakte. 

George Wilbrink werd op 23 juli 1915 geboren in Borger, als zoon van eveneens een likeurstoker. George’s vader Adriaan Wilbrink bestierde een stokerij in Nieuw-Buinen; De Noordster. Op die manier kwam George zelf ook in het vak terecht. Eerst nog als reiziger in wijnen en likeuren, maar in 1941 zet hij zichzelf op de kaart door een speciale likeur op de markt te brengen onder de naam ‘Rhumpunex’. 

Rhumpunex en Limonex

‘Rhumpunex werd veel verkocht, voornamelijk aan Duitsland’, vertelt Wilbrink’s zoon Adriaan. Hij is inmiddels 80 jaar, maar weet zich het turbulente leven van zijn vader nog heel goed te herinneren door de verhalen die zijn oom hem verteld heeft. ‘Met de likeur Rhumpunex, maar ook met Limonex (een soort ranja red.) heeft mijn vader enorm veel geld verdiend. En er hele goede banden met de Duitsers door opgebouwd.’ Zo gaf Wilbrink feesten voor zijn Duitse vrienden, waarvan sommige gelieerd waren aan de beruchte SD. 

Kinderlijke streken

In Stadskanaal en omstreken stond George Wilbrink voornamelijk bekend om zijn rare, soms kinderlijke streken. Zoon Adriaan noemt één van de vele voorbeelden die zijn oom hem ooit verteld heeft: ‘Mijn vader ging samen met ome Joop naar Amsterdam. Daar kwamen ze ’s avonds terecht in het huis van een prostituee om feest te vieren. Het viel mijn ome Joop op dat die vrouw hele mooie schoenen aan had. Hij vroeg haar of hij voor hem dezelfde zou kunnen regelen op de zwarte markt. Zogezegd zo gedaan, die vrouw ging weg om de schoenen te halen. Toen hebben mijn vader en oom alles in dat huis ondersteboven gezet, letterlijk. Kasten, tafels, schilderijen, de radio alles ondersteboven. En zijn toen vertrokken. De buren hebben toen overigens geen oog dichtgedaan van het lawaai.’

‘Hij organiseerde kermissen voor kinderen uit de regio’

Adriaan Wilbrink over zijn vader

Het was het vele geld en zijn connecties die hem hiertoe in staat stelde. Zo hield hij zich niet aan de spertijden, leverde hij zijn radio niet in aan de Duitsers en liep hij zelfs met wapens rond. Als hij dan op een zeldzaam moment toch aangehouden werd kon de lokale politie al snel op een telefoontje van hogerhand rekenen: ‘Wilbrink onmiddellijk vrijlaten!’ 

‘Maar hij heeft naast rare ook hele goede dingen met zijn geld gedaan’ vult zoon Adriaan aan. ‘Zo organiseerde hij bijvoorbeeld kermissen voor de kinderen uit de regio. Waar zijn ranja Limonex dan rijkelijk vloeide natuurlijk.’

De likeurstokerij van Wilbrink werd na de oorlog een gezondheidscentrum, op de achtergrond Villa de Beuk dat tijdens de oorlog eigendom van Wilbrink was | © Collectie Streekhistorisch Centrum Stadskanaal

Onderduikers bij familie

Wilbrink’s onaantastbaarheid zal echter niet voor eeuwig duren. Het feit dat er Joden ondergedoken zaten bij zijn zwager zou Wilbrink later de das om doen. Op een zekere dag vertelt Wilbrink’s zwager Pieter Smit aan hem dat hij doodsbang is dat de Duitsers erachter komen. 

Smit is zo bang dat Wilbrink besluit actie te ondernemen, zo valt te lezen in het boek van Hans Onderwater over collaboratie in de Veenkoloniën. Wilbrink gaat naar Het Scholtenhuis, het SD-hoofdkwartier aan de Grote Markt in Stad. Daar wendt hij zich tot een bekende van hem, de SD’er Helmut Schäper. Een graag geziene gast bij de vele drinkgelagen die Wilbrink organiseert. Wilbrink denkt dat met deze man wel te praten valt en vertelt over de ondergedoken Joden bij zijn zwager. ‘Hij wil dat de Joden worden opgehaald maar daar mogen geen nadelige gevolgen aan vast zitten voor zowel de Joodse familie als die van hemzelf’, zo schrijft Onderwater. 

‘Ik werd als klein jongetje op het aanrecht gezet en moest toekijken hoe alles werd meegenomen.’

Adriaan Wilbrink

Eerder in de oorlog lukte het Wilbrink wel om, door omkoping van lage officieren, mensen te laten vluchten. Zo blijkt uit getuigenissen in de latere rechtszaak tegen Wilbrink. Bijvoorbeeld bij de toenmalig burgemeester van Borger, die op de lijst van de Duitsers stond om opgepakt te worden. 

In dit geval loopt het echter anders. De SD doet een huiszoeking bij zwager Smit en neemt de ondergedoken familie Stoppelman mee. Er is hierna nooit meer iets van de familie vernomen. 

Van doodstraf tot vier jaar gevangenschap

Dit komt Wilbrink later duur te staan als de Duitsers worden verslagen. In eerste instantie hoeft Wilbrink alleen in de rechtszaal te verschijnen voor het niet betalen van belasting, maar later wordt hem ook het bovengenoemde ten laste gelegd. George Wilbrink wordt veroordeeld tot de doodstraf, later wordt dit omgezet in levenslang. Hij zit zijn straf uit in interneringskamp Westerbork. Ondertussen worden al zijn bezittingen zoals huizen, auto’s en het vele geld in beslag genomen. Adriaan Wilbrink weet zich nog goed te herinneren hoe hij op een dag thuiskwam en ineens alle meubels weg werden gehaald. ‘Ik werd als klein jongetje op het aanrecht gezet en moest toekijken hoe alles werd meegenomen.’

Op het schoolplein

Ook op school merkt Adriaan dat hij een ‘foute vader’ had. ‘Als ik op het schoolplein kwam begonnen schoolgenootjes een liedje over NSB’ers te zingen.’ Ruim 70 jaar later weet Adriaan het liedje, dat daar over het schoolplein galmde, nog te herinneren: ‘Op de hoek van de straat staat een farizeeër, het is geen mens het is een beest, het is een NSB’er.’

‘Toen pa weer thuis was kwam het geld ook weer binnen rollen.’

Adriaan Wilbrink

Geamputeerd been

In 1949 wordt Wilbrink uiteindelijk vrijgelaten uit Kamp Westerbork, levenslang betekende uiteindelijk slechts vier jaar gevangenschap. Bij zijn vrijlating was hij inmiddels invalide doordat hij bij een auto-ongeluk met een bewaker zijn been is kwijtgeraakt. ‘De auto sloeg over de kop’, vertelt Adriaan Wilbrink. ‘Mijn vader zat echter met handboeien om achterin en kon dus niet loskomen, terwijl de bewaker bewusteloos voorin lag. Omstanders hebben mijn vader uiteindelijk uit de auto gekregen en naar het ziekenhuis in Groningen gebracht. Daar werd, zonder verdoving, zijn been geamputeerd.’

‘Drank in de fietstassen’

Toen Wilbrink sr. In 1949 weer naar huis mocht was zijn ondernemerslust nog niet verdwenen: ‘Toen pa weer thuis was kwam het geld ook weer binnen rollen. Hij had namelijk gek genoeg nog een vergunning om drank te stoken. Daar begon hij dus ook direct weer mee.’ Hoewel Wilbrink’s drank stook vergunning dus nog niet verlopen was, had hij geen vervoervergunning. De drank naar de kroegen krijgen was dus ook een hele operatie, onder andere voor zoon Adriaan. ‘Ik ging op zaterdag vaak op de fiets, met drank in van die bruine fietstassen met een theedoek erover, naar alle uithoeken van onze regio.’

Villa De Beuk in Stadskanaal met daarachter de voormalige likeurstokerij, ook de villa was ten tijde van de oorlog eigendom van Wilbrink | © Archief gemeente Stadskanaal

‘Goed voor de familie’

George Wilbrink overlijdt op 31 maart 1973, op 57-jarige leeftijd. ‘Of mijn vader een lieve vader was?’, bij die vraag is Adriaan even stil. Hij kijkt naar de trouwfoto van zijn ouders die in een hoek van de kamer hangt. ‘Nee, eigenlijk niet. ‘Maar hij was wel goed voor de familie. En vond altijd een weg om geld te verdienen.’

Collaboreren voor het geld

Of Wilbrink nu werkelijk fout of goed was is moeilijk te zeggen. Adriaan kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn vader die hele goede maar ook minder goede dingen deed. ‘Samenwerken met de Duitsers deed hij puur om het geld, niet uit idealisme of politiek. Lid van de NSB was hij dan ook niet, al dachten sommigen dat wel. Hij was vreemd, jazeker. Maar iedereen is op zijn of haar manier vreemd, jij ook. We hebben allemaal een eigen ik. En dat is zo mooi aan het leven in een vrij Nederland, dat we dat mogen zijn wie we zijn en mogen zeggen wat we willen, zonder mensen te beledigen. En weet je? Dat was mijn vader, ondanks alles, ook.’



-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal