Minister wil herten achter een hek verbieden: ‘Ik dacht dat het een grap was’

REGIO – Tot grote verbazing van betrokkenen kondigde landbouw-minister Piet Adema (ChristenUnie) deze week in de Tweede Kamer aan dat hij een einde wil maken aan de hertenkampen in Nederland. Herten mogen vanaf 1 januari 2024 niet meer gefokt worden in hertenkampen of kinderboerderijen.

‘Ik dacht dat het een grap was’, reageert een verbaasde Franciska Vley. Ze is al sinds jaar en dag verzorger van de dieren in het hertenkamp aan de Manegelaan in Stadskanaal. ‘De grote vraag die hebt is: wat gaat er nu gebeuren met de dieren?’

Wel hindes, geen bokken

Zoals het nu lijkt zullen de mannetjes (bokken) moeten verdwijnen en mogen de vrouwtjes (hindes) blijven in het kamp tot ze overlijden. Zo kunnen de dieren zich niet meer voortplanten. ‘Het is fijn dat de hindes mogen blijven. Maar de bokken? We hebben nog geen idee wat er met hun gaat gebeuren’. Volgens Vley is uitzetten in het wild geen optie: ‘Die dieren zijn hier geboren en zullen in het wild niet kunnen overleven.’

Veendammer politiek

Ook de lokale politiek maakt zich zorgen over de beslissing van minister Adema. Gemeentebelangen Veendam gaat het Veendammer college vragen actie te ondernemen om het hertenkamp in het Veendammer centrum te kunnen behouden. ‘We gaan vragen aan het college om de minister aan te schrijven’, aldus Gemeentebelangen fractievoorzitter Robert de Jonge. ‘Met de vraag of we op de uitzonderingslijst mogen komen.’ Deze lijst is nu nog bestemd voor bijvoorbeeld dierentuinen, die wel deze dieren mogen houden.

‘Positieflijst’

Nu vallen kinderboerderijen en hertenkampen nog onder de ‘positieflijst’. Hier staan in totaal dertig dieren op die als hobby- of huisdier gehouden mogen worden. Het hert zal van deze lijst afgehaald worden. Maar dieren als buffels, geiten en zelfs kamelen blijven er nog wel op staan.

De minister vindt dat dam- en edelherten in velden en bossen moeten kunnen leven, en niet in een beperkte ruimte achter een hek moeten worden gehouden. ‘Dat hoort niet bij deze dieren’, vindt hij. Volgens verzorger Vley is dit onzin: ‘De dieren hebben hier een beter leven dan in het wild’, zo zegt ze.