REGIO – In de gemeentes Borger-Odoorn, Stadskanaal en Veendam zijn de laatste 5 jaar 15 procent van de bushaltes verdwenen. In totaal gaat het om 39 bushaltes. Landelijk is de grootste afname in bushaltes in Drenthe (17 procent) en Groningen (15 procent). Dat blijkt uit cijfers van de NOS, regionale omroepen en de lokale omroepen.
In de gemeente Borger-Odoorn is de afname het sterkst in cijfers. Daar zijn 18 bushaltes minder dan in 2018. Een afname van 16 procent. In de gemeente Veendam verdwenen 16 bushaltes, maar is de afname van het aantal bushaltes procentueel het sterkst. Daar verdween 20 procent van de bushaltes. In de gemeente Stadskanaal verdwenen de afgelopen jaren 5 bushaltes. Een afname van 7 procent.
De belangrijkste reden voor het schrappen van de opstapplaatsen is het ‘rechttrekken’ van busroutes. Daardoor rijdt een bus niet meer door een dorp of wijk, maar stopt alleen nog langs een hoofdweg. Het idee is dat de bus dan sneller van punt A naar punt B rijdt en daarmee een beter alternatief vormt voor de auto. Hierdoor wordt de afstand tot een bushalte in sommige gevallen wel veel groter.
Kilometers lopen voor bushalte
Een goed voorbeeld daarvan is Drouwenermond. Dat dorp merkt de grote verschraling van het vervoer per bus in onze regio het sterkst. In 2018 had Drouwenermond nog 4 bushaltes. Nu is daar niks meer van over. Het zorgt er voor dat de inwoners van het dorp nu maar liefst 2,1 kilometer moeten wandelen of fietsen naar de dichtstbijzijnde bushalte in Drouwenerveen.
In de Ommelanderwijk waren er in 2018 nog drie bushaltes, maar ook daar zijn ze allemaal verdwenen. De dichtstbijzijnde bushalte is nu op 1,7 kilometer. Ook in Bareveld zijn er geen bushaltes meer. De mensen daar hadden in 2018 nog wel een bushalte. Die halte staat nu buiten het dorp nabij de N33.
Landelijk
Landelijk zijn het aantal bushaltes gedaald van 22.194 naar 20.623. Dat is een daling van 7 procent. De provincies Drenthe (15), Limburg (14) en Groningen (12) kregen er het grootste aantal dorpen zonder bushalte bij. In Utrecht (4) en Friesland (1) kwamen er netto juist meer dorpen met een bushalte.
In Drenthe (-17 procent) en Groningen (-15 procent) nam het aantal haltes het sterkst af. In Zeeland (+1 procent) en Flevoland (+1 procent) kwamen er per saldo juist haltes bij. Toch betekent dat niet dat alle inwoners van Zeeland en Flevoland een betere toegang tot de bus kregen.
| VERANTWOORDING In dit onderzoek is alleen gekeken naar haltes die door lijnbussen met een vaste dienstregeling worden aangedaan. Metro, tram, veerboot, buurtbussen en hubtaxi’s zijn dus buiten beschouwing gelaten. Ook is niet gekeken hoe vaak en door hoeveel buslijnen opstappunten worden aangedaan. Door deze keuzes geeft dit onderzoek een indicatie van de verschraling van het openbaar vervoer in Nederland, maar geen totaalbeeld. |
Luister online
