Direct naar de inhoud.

Van onderduiker in de Veenkoloniën tot hofleverancier van schoenen

  • door:
  • op:
Aby de Lange © Archief familie de Lange

STADSKANAAL – Abraham Jacob de Lange. Hij ontwierp, maakte en verkocht schoenen aan de Nederlandse jetset, inclusief de toenmalige prinses Beatrix. Zijn leven dankte hij aan verzetsmensen uit de Drentse en Groningse Veenkoloniën.

Jan-Willem van de Kolk uit Stadskanaal schreef eerder voor het historisch tijdschrift Veerten artikelen over verzetsmensen in de Drentse Veenkoloniën. Daarbij stuitte hij op het verhaal van Abraham Jacob de Lange (1928-2015), kortweg Aby genaamd. Van de Kolk: “Hij was een jongen van Joodse afkomst en had voor zijn leven te vrezen. Zijn ouders waren afgevoerd naar Auschwitz. Na een reis langs vele onderduikadressen, onder meer in Gasselternijveen, Gieterveen en Bonnerveen, vond hij in Stadskanaal in het woonhuis van Jantina Brouwer-Groenwold en haar dochter Aaltje een schuilplaats tot aan de bevrijding.”

Aby’s vluchtverhaal werd, zoals vele duizenden getuigenissen van Joodse oorlogsslachtoffers, vastgelegd door Steven Spielberg’s Shoah Foundation, aldus Van de Kolk in zijn artikel. Hij vertelt dat hij dankzij deze video-opnames het verhaal van De Lange kon noteren, bijna zo goed als uit de eerste hand.

Een bestaan zonder horizon

Aby, op dat moment 15 jaar oud, verlaat de veiligheid van het gezin voor een onzeker bestaan op de vlucht: “We voelden ons vrij, waren Amsterdams, liberaal en tolerant. Ik was Jood door mijn afkomst, maar een bewuste, positief beleefde Joodse identiteit had ik niet. Ik voelde me niet anders dan andere kinderen. Maar dat veranderde na het uitbreken van de Tweede wereldoorlog. De Duitse bezetter maakte ons ruw wakker. (…) Op 12 juni 1942 om 9.00 uur ’s ochtends veranderde mijn leven drastisch. Mijn moeder vertelde dat de Duitsers ons om 11.00 uur wilden ophalen. Ik moest me netjes aankleden. Ik zou de straat oversteken zonder om te kijken en in mijn eentje naar mevrouw Callenbach gaan, een oudere vrouw die verderop woonde, aan de Reguliersgracht 93a. Geen enkel bezit mocht ik meenemen. Alles en iedereen moest ik achterlaten.”

“Ik heb mijn leven te danken aan de Trouwgroep, een groep orthodoxe protestanten, die niets moest hebben van de Duitse overheerser. Mijn helpers waren principiële mensen. Ze deden hun werk belangeloos. Ik heb nooit betaald voor een verblijf. Eerst was mijn naam Bon, later Andre, en het laatste oorlogsjaar Piet. Ik was een gast, die geen eigen identiteit had. Iemand, die het niet toegestaan werd om te leven. Een geest. Iemand die geen plek verdiende op aarde. Het einde van de oorlog was onbekend. Tijdens mijn hele onderduikperiode bestond er geen horizon. Ik had geen besef van tijd.”

Tekst gaat door onder de foto

Weduwe Jantina Brouwer-Groenwold was 81 jaar oud toen ze Aby en andere onderduikers een veilige schuilplaats bood in haar woning. Hier staat ze op de foto samen met haar schoondochter Watsina en dochter Aaltje © Archief familie Brouwer

“Ik heette toen Piet”

Op weg naar een volgend onderduikadres moet Aby vanuit het Westen van het land met een trein naar Assen: “Dat was een gevaarlijk avontuur. Onderweg vlogen Engelse gevechtsvliegtuigen over. Ze schoten met mitrailleurvuur. In de trein controleerden de Duitsers de passagiers. Mijn koerier bevond zich voor de veiligheid aan de andere kant van de wagon. Net voordat ik aan de beurt was, stopten de Duitsers. Op het station Assen glipte ik langs de landwacht. Ik ben vaak door het oog van de naald gekropen.”

In Gasselternijveen hervindt hij tot zijn blijde verrassing zijn broer Jack; ” Ik kon hem nauwelijks verstaan. Binnen de kortste keren had hij het Drents-Gronings dialect geleerd. Net als ik werd hij geholpen door de Trouwgroep. Jack verbleef bij de koster. Ik kon er slechts een nacht blijven.”

In Gieterveen krijgt hij een schuilplaats in een grote schuur, achter een hoge muur van stro. Daar waren zo’n twaalf onderduikers verborgen. Verzetsmensen, Joden, vluchtelingen met verschillende achtergronden: “De namen van de onderduikers herinner ik me niet. Het was beter om geen namen te kennen. Je bezat weinig informatie, zodat je ook weinig zou kunnen vertellen mocht je in handen vallen van de Duitsers. De naam van de boer herinner ik me ook niet goed. Was het Van der Veen? Zeker weet ik het niet. We hadden trouwens allemaal nepnamen. Ik heette toen Piet.”

Aby de Lange overleeft, dankzij de inzet van de dapperen die hem en vele anderen verborgen hielden. Wonderlijk genoeg overleeft zelfs het hele gezin de Lange de oorlog: “Mijn vader, moeder, Jack en ik, alle vier bleken we de oorlog overleefd te hebben. Een ongelooflijk groot wonder. Ik heb er geen woorden voor. Mijn ouders waren levend uit Auschwitz thuisgekomen. Volgens mijn vader is dat slechts één ander echtpaar overkomen. Mijn ouders waren wel getekend door de verschrikkelijke kampervaringen. Het hoofd van mijn vader was beschadigd. Hij zag er nog steeds uit als een gevangene. Mijn moeder had tuberculose. Het zou enkele jaren van herstel vergen. Elke nacht beleefde ze nachtmerries. Bijna alle andere familieleden zijn vermoord.”

Tekst gaat door onder de foto

“De Lange staat op het programma van iedere modeshow die in ons land belangrijk is.” De Telegraaf 21-12-1968 © Delpher

Navragen bij Beatrix

Na de oorlog vat het gezin het oude leven weer op, de schoenenzaak die ze voor de oorlog hadden wordt nieuw leven ingeblazen. Dankzij de inzet van Aby en zijn broer Jack nemen de zaken aan het Amsterdamse Koningsplein een hoge vlucht. Op het hoogtepunt zijn er landelijk zes filialen.

Het Parool schrijft op 29 januari 2015, na het overlijden van De Lange: “Aby de Lange, een naam in ‘mooie schoenen voor dametjes’. De exclusieve schoenenzaak aan het Koningsplein die hij had samen met zijn jongere broer Jack was een begrip – zoals Aby de Lange dat zelf ook was. Een flamboyante, charmante man met een uitgesproken gevoel voor mode en kleuren. ‘Hij was maatjes met alle grote couturiers van zijn tijd”, zegt zoon Abel. ‘Frans Molenaar, Max Heijmans. Als er een modeshow was, liepen hun modellen op schoenen uit zijn winkel.”

In het artikel van Jan-Willem van de Kolk wordt ook prinses Beatrix genoemd als onderdeel van de klandizie van de Lange. Van de Kolk: “Hij was dus hofleverancier. Dat moet ik nog eens navragen bij de Rijksvoorlichtingsdienst. Misschien dat prinses Beatrix nog wel herinneringen aan hem heeft die ze zou willen delen.”

Yad Vashem onderscheiding familie Brouwer uit Gasselternijveenschemond

De getuigenis van Aby de Lange is een belangrijke onderbouwing voor de recente Yad Vashem aanvraag voor vier leden van de familie Brouwer uit Gasselternijveenschemond. De erkenning als ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’ is een hoge onderscheiding van de staat Israël voor niet-Joodse personen, die met gevaar voor eigen leven Joden hebben gered. Jantina Brouwer-Groenwold (1864-1962) en Aaltje Brouwer (1904-1988) boden, evenals zoon Thie en zijn vrouw Watsina, tijdens de Tweede wereldoorlog doorlopend onderdak aan onderduikers.

Dit is een bericht van RTV Drenthe. RTV1 en RTV Drenthe werken nauw samen om de lokale journalistiek te verbeteren.



-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal