Direct naar de inhoud.

Het verdwenen socialisme: hoe ontstond een politieke aardverschuiving in Zuidoost-Groningen?

  • door:
  • op:
Vakbondsleider Fré Meis tijdens de stakingen bij de strokartonfabriek in Oude Pekela | © Beeldbank Groningen

REGIO – Het was altijd een vaste basis voor sociaaldemocraten en socialisten om stemmen te trekken: Zuid-Oost Groningen. Net als veel andere Nederlandse periferieën stemden de ouderwetse arbeiders steevast op de Partij van de Arbeid en SP. Van ouder op kind werd dat overgedragen en door de verzuiling was een stemwijzer toen dan ook nog niet nodig. Zo anders is het vandaag de dag waar de roden zijn ingehaald door partijen als de PVV, BBB en NSC. Hoe is die verandering ontstaan? En is er in de Veenkoloniën nog wel een toekomst voor het linkse geluid?

Eerst even terug naar de geschiedenis: hoe ontstond die socialistische beweging in deze regio? Daarvoor moeten we terug naar eind negentiende eeuw, de tijd van de veenarbeiders. ‘Toen maakten de socialisten al gebruik van alle mogelijke media om hun geluid aan de man te brengen’, vertelt schrijver Arend Hazekamp, die kortgeleden nog een boek schreef over de vrije socialisten. ‘Je moet niet vergeten dat veel mensenrechten, die we nu doodnormaal vinden, toen nog helemaal niet bestonden’, vervolgt Hazekamp. Er werd in die tijd gezegd dat arbeiders hun ‘lot’ moesten dragen. Een beter leven? Dat kwam in het hiernamaals. 

Totdat de socialisten opstonden en de arbeiders probeerden wakker te schudden. ‘Ze wezen de arbeiders op hun rechten. Iets waar de mensen zelf zich helemaal niet bewust van waren.’

Eerste Wereldoorlog

Door de verschillende media, zoals het blad ‘De Arbeider’ in Groningen, waaide deze socialistische wind richting de Veenkoloniën. ‘Daarna zag je, in de twintigste eeuw, dat met het groeien van de welvaart en het algemeen kiesrecht het communisme en socialisme steeds meer voeten aan de grond kreeg’, legt Hazekamp uit. De armoede die er toen heerste bleek een voedingsbodem voor deze politieke bewegingen. ‘Voor de Eerste Wereldoorlog bemoeide de overheid zich eigenlijk nergens mee. Daardoor verpauperde de wijken ook, er was namelijk geen sociale woningbouw.’ Maar volgens Hazekamp veranderde dit door de Eerste Wereldoorlog, toen de overheid zich wel met het volk moest bemoeien, al was het alleen maar voor de distributie van voedsel. Dat werkte zich later door in een achturige werkdag en het Poldermodel.

Fré Meis

Op die manier wisten de sociaaldemocraten, socialisten en communisten hun wortels definitief in de Veenkoloniën te krijgen. Door de verzuiling ontstond er een trouwe aanhang van stemmers. De linkse beweging werd een grote machtsfactor in de naoorlogse politiek. In die tijd wisten ook de communisten veel in Oost-Groningen voor elkaar te krijgen. Met als ultiem boegbeeld: Pekelder Fré Meis. Hij leidde onder meer de grote stakingen bij strokartonfabrieken De Vrijheid in Veendam en De Union in Oude Pekela.

Den Uyl

De linkse beweging wist ook de jonge generatie mee te krijgen, met als hoogtepunt de opleving van de PvdA in de jaren ’70 onder Joop den Uyl waarbij de partij uitgroeide tot maar liefst 53 zetels. Een derde van alle kiezers sloten zich hiermee aan bij Den Uyl. Schrijver Hazekamp groeide zelf in een links gezin op en zag die opmars van dichtbij. ‘Toen ik opgroeide waren mijn ouders ook van Den Uyl’, vertelt hij. ‘Dat was toen een volkspartij in de ware zin van het woord. Mijn vader heeft in de oorlog niet kunnen leren en moest op zijn dertiende al aan het werk in de kledingindustrie. Maar later werd hij postbode, een kans die hij grotendeels te danken heeft aan de socialistische bewegingen uit die tijd.’ 

De verkiezingsuitslag in 1977, met in het rood de PvdA | © Wikipedia

Toch kleefde er ook een nadeel aan die grote macht; de ware volkspartij verdween steeds meer naar de achtergrond. ‘De cultuur, de grote binding met de achterban, is verdwenen. Eigenlijk net als bij het CDA is gebeurd’, stelt Hazekamp. ‘Het zijn bestuurderspartijen geworden, waar het veelal draait om een baantjescultuur.’

De partijen leefden op, en daalden soms net zo hard weer neer. Toch bleven de arbeiders in de Veenkoloniën plichtsgetrouw op de linksen stemmen. Tot het dieptepunt van de PvdA in 2017, van 38 naar 9 zetels, waarmee ze ook hun bodem in Zuidoost-Groningen kwijtraakten. Volgens Hazekamp het directe gevolg van het neoliberale beleid dat de PvdA samen met de VVD heeft doorgezet. ‘Plus de verwaarlozing van de klassieke thema’s waarop ze zich konden profileren. Het ontbreekt ook aan sterke leiders, sterke figuren die toch wel aanspreken. Vroeger had politiek aanzien, maar ook die functie lijkt helemaal weg.’

De verkiezingsuitslag in 2012 en die in 2017, met het grote verlies voor de PvdA | © NOS

‘Linkse samenwerking is logisch’

Met dat laatste is niet iedereen het eens. Volgens PvdA-fractievoorzitter in Veendam, Rob Haye, komt zijn partij nog altijd op voor de arbeiders. ‘De partij heeft na Rutte II een enorme dreun van de kiezer gekregen’, onderkent Haye ‘Maar is op de goede weg met overigens nog dezelfde basisbeginselen. Bestaanszekerheid voor iedereen is een nog steeds actueel thema waarbij bij oprichting van de PvdA al aandacht voor was.’

Nadat de PvdA na 2017 nauwelijks in landelijke zetels wist te winnen, besloot de partij de samenwerking op te zoeken met GroenLinks, een keuze die niet iedereen in het noorden onderschrijft, maar Haye wel. ‘Bestaanszekerheid heeft ook duidelijk te maken met klimaat en de dreigingen op dat thema. GroenLinks is een partij die meer vanuit de drijfveer van klimaat is opgericht, maar ook op vele sociale thema’s gelijk in de wedstrijd zit als de PvdA. Bundeling van de krachten en komen tot een Linkse samenwerking is dan niet meer dan logisch.’

De Veendammer is er dan ook van overtuigd dat op een dag de kaartjes in het noorden weer rood kleuren bij de Tweede Kamerverkiezingen. ‘De oplossing zit in de sociaaldemocratie en niet in bangmakerij en onrealistische voorstellen. Ook in Oost-Groningen wonen redelijke mensen die dat zullen inzien.’

Stigma

En dan is er nog de SP, de Socialistische Partij, die je toch wel het (nog) linksere broertje van de PvdA kan noemen. Ontstaan in de jaren ’70 en nog eigenlijk de enige partij die zich volmondig socialistisch noemt. Ondanks een aantal oplevingen is het die partij nooit gelukt in een regering te komen. En door de rechtse opmars van achtereenvolgens Fortuyn, PVV, Forum voor Democratie, BBB en NSC kunnen kunnen ook zij hun ideeën maar moeilijk bij de kiezer krijgen. ‘Je zou verwachten dat de weglopers bij de PvdA naar GroenLinks of SP stappen, maar beide hebben daar totaal niet van geprofiteerd’, aldus SP-fractievoorzitter in Stadskanaal, Machteld Luijken. Ondanks dat haar fractie nog redelijk scoort onder de Knoalsters, merkt ook zij een imagoprobleem voor de socialisten. ‘Al jaren wordt door rechts gezegd: het is de schuld van links. Zelfs Rutte werd links genoemd, wat hij helemaal niet is. Dan krijg je jarenlang het stigma van; links heeft het allemaal gedaan. Dat is niet zo. In die zin moeten mensen weer wakker worden.’

‘Alle kaartjes dieprood’

Lian Veenstra was jarenlang wethouder voor de SP in Stadskanaal en de voormalige gemeente Menterwolde. Ze zag van dichtbij hoe mensen hoop op haar en haar partij vestigden om de regio beter te maken, maar toch lukte dat nauwelijks. ‘Zowel sociaaldemocratie als socialisme hebben er enorm hun stinkende best voor gedaan’, aldus Veenstra. ‘Alleen is het effect onvoldoende bereikt. Het had moeten resulteren in betere leefomstandigheden, woningen en gezondheid. Maar als je nu naar het kaartje kijkt, op heel veel problemen scoren we het hoogst.’

Dat merkte Veenstra goed toen ze voor een bezoek van een minister een kaartje wilde maken met daarin alle problemen waar de regio mee te maken heeft. Of het nou ging om woningen, leefomstandigheden of kansen, overal scoorde Zuid-Oost Groningen slecht. ‘Alle kaartjes waren dieprood. Ik hou van rood, maar dit was de verkeerde kleur. Zowel socialisten als sociaaldemocraten hadden daar het verschil moeten maken. Maar het is ons, om verschillende redenen, niet gelukt.’

Het gemiddelde inkomen in Nederland, met het noorden in het rood | © Kansenkaart

‘Het doet pijn’

SP-collega Machteld Luijken noemt een gevoel van moedeloosheid als ze ziet dat haar geluid zo slecht gehoord wordt. ‘Ja, het doet pijn. Voor wie doe ik het als het niet gewaardeerd wordt?’, vertelt ze. Voor wie ze het dan doet? ‘Misschien wel voor m’n opa. Dat was een echte communist. Daarnaast voel ik gewoon de oneerlijkheid en dat het eerlijker kan. Ik snap graaien niet, ik snap discriminatie niet, ik snap het individualisme niet. Ik wil er iets aan doen.’

In haar tijd als wethouder stelde Lian Veenstra zich een doel: Om op een stoel in mijn tuin te zitten, naar Zuid-Oost Groningen te kijken en kunnen constateren; we hebben het beter gemaakt. En dat is nog niet gelukt.’

Of er dan nog hoop is voor het socialisme in de Veenkoloniën? Luijken: ‘Je moet nooit stoppen met tegengas geven. Hoe klein je achterban ook is geworden, je moet voor ze blijven opkomen.’



-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal