VEENDAM – De gemeente Veendam gaat meer geld uitgeven aan groenonderhoud. Daar heeft de voltallige gemeenteraad van Veendam maandagavond mee in gestemd. Daarmee hopen de partijen dat Veendam weer de Parkstad wordt die het altijd was.
In de afgelopen vergaderingen van de gemeenteraad werd al vaker gesproken over de slechte staat van het onderhoud in de publieke ruimte. Zo hebben coalitiepartijen Gemeentebelangen (GB), PvdA en VVD maandagavond een amendement ingediend voor extra geld richting het groenonderhoud, namelijk €1.200.000,-.
Storend
Robert de Jonge, fractievoorzitter van Gemeentebelangen, gaf dan ook de voorzet voor deze wijziging. ‘Veel Veendammers storen zich aan het onkruid op verhardingen en het overwoekerende groen in onze waterwegen. Om deze uitdagingen aan te pakken, pleiten wij voor aanvullende financiële middelen. Jaarlijks is er tot 300.000 euro nodig voor regulier beheer en specifieke verbeteringen in onkruidbestrijding en 100.000 euro voor het onderhoud van vijvers en de bestrijding van exoten.’
Wijziging
De oppositie, SP, VUK, D66 en CDA, stemden in met het voorstel, maar wilden nog wel een kleine aanpassing. De partijen vinden het onwenselijk om het bedrag dat over is gebleven van afgelopen jaar te reserveren voor cofinanciering en dat de gemeente dit bij de algemene bestemmingsreserves moet zetten. Dat is geld wat vrij besteedbaar is voor de gemeente. ‘Nu de meerjarenbegroting een groot tekort laat zien, achten de ondertekenaars het verstandiger dit bedrag zonder specificatie op te nemen in de algemene bestemmingsreserve’, aldus de vier oppositiepartijen in hun voorstel.
Volgens wethouder Henk Jan Schmaal (GB) is het onverstandig om dit in de algemene reserves weg te zetten en niet weg te zetten als cofinanciering. Volgens Hilly Venema (VUK) kan dit bedrag prima in de algemene bestemmingsreserve en het later gebruiken voor cofinanciering. De SP sluit af met dat ze groot voorstander zijn voor dat er meer geld beschikbaar komt voor de groenvoorziening. ‘Alleen als cofinanciering niet zo belangrijk is of niets uit maakt, begrijpen wij niet waarom dat vermeld moet worden?’