Huisarts voor tuchtrechter voor weigeren huisbezoek na noodmelding, patiënt moest eerst een coronatest

Zijn ouders belden die middag hun huisarts in Veendam. De lijn werd doorgeschakeld naar een dokterspraktijk in Wildervank, die op dat moment waarnam voor de praktijk in Veendam.

De waarnemend arts zei dat hij niet op de hoogte was dat hij ook die praktijk moest overnemen. Hij nam al waar voor drie andere huisartsen. Hij hoorde zijn assistente praten met de assistente van de praktijk in Veendam. ‘Ik hoorde dat het om een kortademige patiënt ging, zonder verdere klachten als hoesten of koorts. Volgens het beleid stelde ik eerst een coronatest voor’, zei de man tegen het Tuchtcollege.

De ouders voelden zich afgescheept door de arts. ‘Het ging die avond wel iets beter met onze zoon, maar de volgende dag gleed hij ineens weg. Hij overleed in het ziekenhuis’, verklaarden ze bij het college. Volgens hen heeft de waarnemend arts niet doorgevraagd. ‘Er hadden al alarmbellen moeten afgaan wanneer een ouder belt over hun kind van 32-jaar, die meervoudig gehandicapt is en een zeldzame spierziekte heeft.’

Volgens de vader heeft hij ook doorgegeven dat hij zelf met een saturatie-apparaat het zuurstofgehalte van zijn zoon heeft gemeten en dat dit zorgelijk laag was. De arts ontkende dat hij die gegevens door had gekregen.

De assistente van de praktijk in Veendam verklaarde op zitting dat zij die gegevens wel degelijk had doorgegeven. Bovendien veronderstelde ze dat de arts in het systeem mee kon kijken over de status van de patiënt. ‘Ik kon niet in het systeem kijken, ik had daarvoor geen code’, antwoordde de arts.

Hij zei dat hij erg was geschrokken, toen hij later hoorde dat de patiënt was overleden. Volgens hem had hij daarop de moeder gebeld, maar een goed gesprek was toen niet mogelijk. Hij had wel wat van dit incident geleerd, zei de man: ‘De volgende keer moeten hij en zijn collega’s beter over de vervanging communiceren.’

De uitspraak is op 25 januari.