Direct naar de inhoud.

Hoe Poolse soldaten 79 jaar geleden onze regio bevrijdden: van vuurgevechten in Alteveer tot chocolade en sigaretten

  • door:
  • op:
Poolse bevrijders op een tank | © De Verhalen van Groningen

REGIO – Het is 5 april 1945 als de 1e Poolse Pantserdivisie, samen met een aantal Belgische soldaten, vanuit Duitsland de Nederlandse grens bij Coevorden oversteekt. Het zou de bevrijding van het laatste stukje bezet Nederland inluiden: de koers werd gezet naar de Veenkoloniën. Hoe ging deze veldtocht in die aprildagen, vandaag precies 79 jaar geleden?

De Poolse divisie bestond uit ruim 15.000 Poolse soldaten die na de val van Polen in 1939 naar Frankrijk waren gevlucht. Ze stonden onder leiding van generaal Stanislaw Maczek en hadden bij hun aankomst in Noord-Nederland al een behoorlijke tocht achter de rug. Eind juli maakten ze vanuit Engeland de oversteek naar het Franse Normandië en vochten, samen met de Canadezen, zich een weg door Noord-Frankrijk naar Nederland. Zo bevrijdden ze onder meer Terneuzen en Breda.

Aankomst in Drenthe

Begin 1945 werd de divisie overgeplaatst naar Overijssel waarna ze via Duitsland oprukten naar Drenthe en Groningen. Coevorden werd als eerste Drentse stad bevrijd, waarna de soldaten tezamen met Belgische verkenners doortrokken naar Emmen. Daar stuitten de geallieerden op het Oranjekanaal bij Noordbarge, waar de Duitsers flink weerstand boden. Er ontstond een twee uur durend gevecht, waarbij de Poolse soldaat Stanislaw Nowak sneuvelde. Op 10 april om 17:00 uur hadden de soldaten het bruggenhoofd aan de andere zijde van het kanaal gerealiseerd: Emmen was bevrijd en de pantserdivisie kon verder naar het noorden oprukken.

De bevrijding van noordoost-Nederland | © Harold de Jong/Liberation Route

Dode in Odoorn

Het grootste deel van de soldaten ging na Emmen door naar Ter Apel en via Valthermond naar Musselkanaal. Een andere groep marcheerde ondertussen richting de dorpen Odoorn, Borger, Exloo en Buinen om ook die te bevrijden. Daarbij werd, op de weg van Klijndijk naar Odoorn, de 30-jarige opperwachtmeester Boleslaw Laskowski dodelijk verwond. Vlak voor Odoorn stopte hij zijn Cromwelltank om de omgeving te verkennen. Terwijl hij door zijn verrekijker zocht naar een Duitse stelling werd hij in zijn hoofd geraakt door een kogel. De tankbemanning schrok op en schoot met alle wapens die ze ter hand hadden in Duitse richting. 

Enkele Poolse oud-strijders, tijdens de herdenking in 1980 van de bevrijding van Borger | © Archief gemeente Borger-Odoorn

Hulp van het verzet

Ondertussen bereikt de andere groep de grens met Groningen op 11 april. De bevrijding van de provincie voltrok zich in drie regio’s: de stad Groningen, het ‘bruggenhoofd Delfzijl’ en de grensstreek tussen Musselkanaal en de Dollard. De bevrijding van die laatste regio is in handen van het Poolse bataljon ‘Strelcow Podhalanskisch’, onder leiding van generaal Maczek.

Zijn mannen lopen bij de provinciegrens tegen een probleem aan. Alle bruggen in de wijde omtrek waren opgeblazen door de Duitsers. Op één na; de IJzeren Klap van Musselkanaal. Deze was door leden van het verzet uit handen van de Duitsers gehouden. Toen de Duitse soldaten Musselkanaal eenmaal ontvlucht waren en richting Stadskanaal en Onstwedde trokken ging verzetsman Klaas Jan Smit naar de Polen om te melden dat de soldaten de IJzeren klap over konden steken om zo over het kanaal te komen. Dit deden ze op 11 april 1945 en vervolgden vanuit Musselkanaal snel hun weg richting Mussel en Stadskanaal.

Aan het einde van de dag wordt de watertoren van Stadskanaal bereikt, met de naastgelegen Villa Ter Marse. Ten tijde van de oorlog woonhuis van de NSB’er Jacob Maarsingh. Op deze, toch wel iconische plek, nemen de soldaten stelling en overnachten daar om de volgende dag verder richting Stadskanaal te trekken.

Poolse militairen tijdens de bevrijding in de Ceresstraat, waar Huis ter Marse staat
Poolse militairen tijdens de bevrijding van Stadskanaal | © Streekhistorisch Centrum Stadskanaal

‘No smoking’

De opgeblazen bruggen bemoeilijken de opmars van de bevrijders. Ooggetuige Harm Venema (1930) uit Veendam weet nog goed hoe dat ging. Hij vertelde er in 2015 over tijdens het Verhalencafé ‘Herinneringen aan de bevrijding’ in Stadskanaal. ‘Aan de andere kant van de Gele Klap zaten de Canadezen’, zo vertelde hij. ‘Het is vreemd dat Stadskanaal nooit genoemd is in de verslagen van de Polen, terwijl ze er toch een dag zijn gebleven omdat de bruggen eruit lagen.’

Venema herinnerde zich ook nog hoe dit probleem, met behulp van de inwoners, door de Poolse soldaten opgelost werd: ‘Bij de Pekelderbrug hebben de Polen samen met omstanders van stropakken een provisorische brug gemaakt. Elke brug kreeg van de Polen een naam en deze werd heel toepasselijk “No Smoking” gedoopt.’

Chocolade en sigaretten

Op deze manier kunnen de mannen van de ‘Strelcow Podhalanskisch’ zich toch een weg banen langs de Kanaalstreek. Op 12 april 1945 wordt uiteindelijk ook de rest van Stadskanaal bevrijd. En ze komen niet met lege handen; net als in andere delen van het land brengen de bevrijders onder meer chocolade, kauwgom en sigaretten mee.

Hans Dijkstra was toen vier jaar en hij vertelde bij het verhalencafé in 2015 over de Poolse giften. ‘Iedereen herinnert zich chocolade en witbrood. Ik was te jong om bang te zijn in de oorlog, maar bij de bevrijding waren we natuurlijk blij dat we van de Duitsers af waren. Maar wat bleek? Communiceren met de Polen ging nog het beste in het Duits! Dus wij vroegen in het Duits om chocolade.’

Bij de bevrijding van Stadskanaal zetten Poolse soldaten hun handtekening op een papier van het verzet | © RTV1

Oorlogsbuit van de Duitsers

Een dag later kwamen de Poolse bevrijders met dertien Cromwell-tanks Veendam binnengerold, waar ze zonder weerstand door konden rijden. De Parkstad wordt, een dag later dan Stadskanaal, op 13 april 1945 zonder slag of stoot bevrijd.

En er wacht de geallieerden aldaar nog een verrassing. In de loodsen van strokartonfabriek De Vrijheid vinden de bevrijders een enorme oorlogsbuit: drank, sigaretten, radiotoestellen, blikken vlees, gedroogde groente, suiker en laarzen liggen daar opgeslagen. De Duitsers hadden dit bedoeld voor de soldaten aan het oostfront.

De ritmeester van de dertien tanks (ook wel kapitein genoemd) Jan Salwa wordt door de Veendammers als grote bevrijder binnengehaald.

Vuurgevecht in Alteveer

Op diezelfde 13e april trekt een andere groep verkenners, onder leiding van luitenant Janusz Bloch, richting Alteveer. Er werd in het kleine dorp niet veel weerstand verwacht, echter bleek Tange-Alteveer vol gevluchte Duitsers te zitten. De Poolse verkenners werden onthaald door een Duits geweervuur. De Polen reageerden door het dorp met granaatvuur te bestoken. De eerste granaten raakten echter niet de Duitse linies, waardoor in het dorp grote paniek ontstond. Bij het bombardement werden twee Alteveerse jonge mannen gedood en raakte meerdere mensen gewond. 

Monument ter nagedachtenis aan de gevallenen bij de bevrijding van Alteveer | © Groninger Archieven

Toen de rook was opgetrokken marcheerden Poolse soldaten, onder begeleiding van een aantal tanks, Alteveer binnen. Bij de boerderij van boer Prins ontstond een tweede vuurgevecht waarbij de Poolse soldaat Bernard Grabowski sneuvelde. De Poolse tanks reageerden door de schuur, waar de Duitse mariniers in zaten, te beschieten. De schuur vloog in brand en de Duitsers renden voor hun leven. Bij het verlaten van de schuur liepen de Wehrmacht-soldaten in een Pools spervuur, waarbij negen soldaten omkwamen. De andere 107 werden krijgsgevangen gemaakt. Daarmee was aan het einde van de middag uiteindelijk ook Tange-Alteveer bevrijd. 

Monumenten en pleinen

Ter nagedachtenis aan de gevallenen werden er na de oorlog verschillende monumenten opgezet verspreid over de regio. Ook zijn de bevrijders en verzetshelden op verschillende manieren geëerd. Onlangs werd bekend dat Nieuw-Buinen een aantal nieuwe straten naar lokale verzetshelden gaat benoemen. Waaronder de Annie Post-Salomonsstraat, vernoemd naar Annie Post-Salomon.

Ook zijn de namen van de bevrijders nog terug te vinden. Stadskanaal vernoemde een plein en een monument naar de Poolse generaal Stanislaw Maczek. In Veendam wordt hun bevrijder, kapitein Jan Salwa, voor altijd onthouden door het naar hem vernoemde plein en een straat.

Het Jan Salwaplein in Veendam (L) en het Maczek-monument in Stadskanaal (R) | © Thijs Hendriksen/RTV1 / Wikipedia


-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal