BORGER – De afgelopen twee maanden hebben studenten van de WEAG ( Werkgroep Experimentele Archeologie Groningen), onderzoek gedaan naar houtteer in haardkuilen. Op het terrein van het Hunebedcentrum werden verschillende typen haardkuilen nagebouwd en getest. In 2020 is overeengekomen met de archeologiestudenten, verbonden aan de Rijksuniversiteit in Groningen, dat er nieuwe onderzoeken en experimenten op het terrein zullen worden uitgevoerd.
Directeur Harrie Wolters is blij met deze ontwikkeling: “Het Hunebedcentrum wil het Archeologisch Centrum van Drenthe worden en daarin past deze samenwerking heel goed.” In 2020 zullen verschillende studentengroepen van de WEAG, experimenten uit gaan voeren op het terrein van het Hunebedcentrum. Vanuit het Hunebedcentrum wordt er zelfs een plan gemaakt voor een speciaal onderzoeksterrein. “We zijn bezig met een stuk grond waarop deze studenten nog beter archeologische experimenten uit kunnen voeren. Dat willen we medio 2020 voor elkaar hebben.“
Geen betere plek
Volgens Harrie Wolters is het Hunebedcentrum een goede plek voor experimentele archeologie. De uitkomsten kunnen direct vertaald worden naar de bezoekers. Zo hebben we steeds nieuwe verhalen te vertellen. Archeologie als wetenschap krijgt zo een betere plek binnen het Hunebedcentrum.
Haardkuilenexperiment
Het eerste experiment is geslaagd. Er is onderzoek gedaan naar haardkuilen. Deze worden soms met honderden en soms duizenden samen aangetroffen op zandgronden in Nederland en voornamelijk in Noord-Nederland. De daadwerkelijke functie van deze kuilen is tot nu toe onzeker. Omdat er veel koolstof in zit, zijn deze kuilen te dateren en het is gebleken dat ze behoren tot de periode van de Middensteentijd (10.000 tot 5000 v.Chr). Jochem Dorrestein, Jeljer Huisman en Hester Kamstra reconstrueerden verschillende typen haardkuilen om te onderzoeken of deze haardkuilen kunnen zijn gebruikt voor de productie van teer.