MUSSELKANAAL – Omwonenden van het Willem Diemerplein in Musselkanaal zijn er helemaal klaar mee. Elke avond zijn er knallende uitlaten en piepende banden te horen. ‘Als de politie niks doet, dan ga ik er binnenkort zelf even langs.’
Door: Ariënne Dozeman en Jelmer Wijnstra
Dat het hoog zit is wel duidelijk als je met Harry Gerrits praat. Hij woont in verpleeghuis De Heggerank en zit in een rolstoel. Zijn appartement kijkt uit op het plein. Gerrits heeft vier herseninfarcten en vijf beroertes overleefd en is daardoor gebaat bij rust. ‘Als de zuster mij zware medicijnen heeft gegeven om 20.00 uur, dan ga ik op bed. Maar juist dan begint het gedonder. Het is één grote gekkenboel.’
Met kleren aan in bed
Gerrits ligt tegenwoordig met zijn kleren aan in bed. ‘Mocht ik wat horen dan kan ik naar beneden. Ze kennen me ondertussen. Dan zeggen ze dat ze weten waar ik woon. Ik ben er niet bang voor. Ze komen maar. Ik sla ze voor hun kop. De koek is gewoon op.’
Een andere omwonende laat weten dat het is begonnen toen de McDonalds in Stadskanaal is afgebrand. ‘De jeugd is toen hun plek kwijt geraakt. Gelukkig heb ik er geen last van omdat ik aan de achterkant van het gebouw woon, maar ik hoor de verhalen wel.’
Kentekens opgeschreven
De politie komt volgens Gerrits niet. ‘Ik bel elke avond, maar ze doen niks. Ik heb alle kentekens opgeschreven. Daarmee ga ik dan naar Welstad (welzijnsorganisatie van de gemeente Stadskanaal red.). Zij werken met de jongeren en hebben goede contacten.’
‘De burgemeester móet wat doen’ (Harry Gerrits – omwonende)
Hij merkt dat andere bewoners van het verpleeghuis er ook last van hebben, maar niet durven te bellen. ‘Ik ben de enige die dat durft. Ik heb geen idee waarom zij dat niet durven.’
Een woordvoerder van Zorggroep Meander, waaronder verpleeghuis De Heggerank valt, bevestigt de klachten van overlast. ´We staan in nauw contact met de wijkagent. Als er vanuit De Heggerank een melding komt, is de politie er binnen tien minuten, zo is onze ervaring.´
Als er in januari nog geen verandering in de zaak is gekomen, wil Gerrits contact zoeken met burgemeester Klaas Sloots van de gemeente Stadskanaal. ‘Hij móet er wat aan doen.’
Politie vraagt hulp
De gemeente laat weten dat ze op dit moment niet boven tafel kunnen krijgen bij de politie hoeveel recente meldingen er gedaan zijn. ‘De politie geeft wel aan dat zij contact hebben gehad met een melder. Daarbij is afgesproken het serieus op te pakken, maar de politie vraagt hen te helpen door meteen te melden als er wat speelt. Ze vragen daarbij ook om kentekens door te geven’, zo laat een woordvoerder van de gemeente weten.
Burgemeester Klaas Sloots is volgens de woordvoerder op de hoogte van de situatie. ‘Het is ook besproken in het overleg van de driehoek (burgemeester, Openbaar Ministerie en politie, red.), maar op dit moment is het echt een zaak van de politie.’
Luide muziek en vuurwerk
Als we op een avond poolshoogte nemen zien we wat jongeren zitten onder de muziekkoepel op het plein. Er klinkt luide muziek uit een speaker en er wordt zo’n twintig minuten lang vuurwerk afgestoken met behoorlijke knallen. De jongeren geven zelf aan dat er drie verschillende groepen jongeren op het plein komen. ‘Er is hier een groepje met scooters, eentje met auto’s en wij als oudere garde dan.’
Ze begrijpen dat de ouderen het als overlast ervaren. ‘Maar aan de andere kant, waar moeten wij heen? De enige plek die wij nu hebben is hierzo. De gemeente geeft ons ook geen plek.’ Volgens hen heeft de gemeente eerder meerdere beloftes gedaan, maar zijn die nooit nagekomen.
De gemeente laat weten dat dit lastig is in coronatijd. ‘Jeugdcentrum De Kwinne in Stadskanaal was een locatie waar men wel samen kwam en ook Welstad kan de jongeren iets bieden, maar door corona is dat nu helaas niet mogelijk. Het heeft zeker onze aandacht, maar het is niet iets wat we nu op korte termijn kunnen regelen.’
Jongeren willen in gesprek
De jongeren zeggen dat ze wel met de omwonenden in gesprek willen. ‘Maar als zij dreigend op ons afkomen dan moeten zij ook begrijpen dat wij zeggen blijf maar even op afstand jij. Maar als ze gewoon op ons afstappen en met ons willen praten willen wij best over oplossingen nadenken.’
Naast Gerrits zijn er meer omwonenden die er last van hebben. Zo woont de zoon van Gerrits aan de andere kant van het plein. ‘Mijn kleinkinderen kunnen niet slapen. Ze gaan daarom ook verhuizen.’
Voor hetzelfde geld hebben we morgen een steen door de ruit (anonieme omwonende)
Als de jongeren horen dat een gezin wil verhuizen door deze situatie schrikken ze. ‘Dat vind ik heel heftig om te horen,’ zegt een jonge vrouw. ‘Dat kan ook nooit de bedoeling zijn, wij willen gewoon een plek waar we kunnen chillen. Niet alleen ouderen zijn eenzaam, ook jongeren hebben elkaar nodig. Maar we willen niemand wegjagen.’
Steen door de ruit
Ook een andere omwonende, die anoniem wil blijven, en haar gezin ervaren overlast. ‘Wel meer in de zomer dan nu. Ze zijn er wel, maar we horen het minder.’ Haar man maakte zich in de zomer ook erg druk over de overlast. ‘Ik denk dan hou je maar rustig want voor hetzelfde geld hebben we morgen een steen door de ruit.’
Zelf vindt ze het ook niet fijn om er langs te lopen. ‘Als ik met de hond uit ga en ik moet daar langs dan bel ik voor dat laatste stukje mijn man.’ Ze vraagt zich ook wel eens af wat jongeren anders moeten in deze tijd. ‘Ze slopen verder niks, het is alleen lawaai. In huis horen wij dat verder niet, maar voor die oudjes die echt aan het plein wonen snap ik dat wel.’ Ze vindt dat de ouders van de jongeren ook een verantwoordelijkheid hebben: ‘Je wil toch weten waar je kind uithangt?’
‘Het moet afgelopen zijn’
Gerrits is er ook al eens uit geweest en heeft de jongeren toen ’te pakken gehad’. ‘Dan roepen ze dat ze 112 gaan bellen, nou dat moeten ze vooral doen. Dan ben ik de winnaar.’ Gerrits heeft er geen probleem mee als de jongeren zich gewoon op het plein verzamelen. ‘Dat heb ik ze ook gezegd, maar die knallende uitlaten en piepende banden, dat moet echt afgelopen zijn.’