Direct naar de inhoud.

Tijdslijn veranderingsprogramma lokale omroep

  • door:
  • op:

OmroepsignaalColumn Bert-Jan Brinkman

De lokale omroep sector moet sterker worden door samenwerking. Als het aan de OLON (Organisatie Lokale Omroepen Nederland) ligt is dit de goede weg voorwaarts. Het toverwoord is ‘Bovenlokaal’. Het liefst zo snel mogelijk, volgens de OLON.

Hobby 
Nederland kent publieke en commerciële omroepen. Ons publieke bestel is hierbij onderverdeeld in drie lagen: Landelijke omroep, regionale omroep (provincie) en de lokale omroep (gemeente). Die laatste groep heeft er altijd maar een beetje bijgehangen. De omroepwet liet in de jaren tachtig van de vorige eeuw lokale omroep toe onder strikte voorwaarden. Veel enthousiaste radio- liefhebbers zagen toen hun kans schoon om via de lokale omroep hun eigen programma te maken. Allemaal vrijwillig want een lokale omroep kreeg maar een beetje subsidie om het hoofd boven water te houden. Lokale radio werd dan ook wel hobby-radio genoemd met een klein bereik zendertje die in de volksmond ook wel  ‘puddingzender’ werd genoemd. Den Haag had lokale omroep misschien wel bedoeld om de etherpiraterij uit te bannen, wie zal het zeggen.

Medialandschap
Jaren zijn voorbij gegaan, media spelregels zijn aangepast. De overheid kijkt iets minder strak toe. De financiële regeling is een stuk beter en naast deze subsidie van 1.30 euro per woonunit zijn er nu ook reclame en neveninkomsten toegestaan. Leuk, vooral voor de grote stadsomroepen in de Randstad of de grote gemeenten in ons land met meer dan 100.000 inwoners. Die kunnen hiermee een lokale omroep neerzetten met een gezond financieel plaatje, ruimte voor betaalde krachten en beschikken over voldoende Lokaal Toereikend Media Aanbod (LTMA). Deze zenders kunnen dus goed concurreren met andere omroepvormen. Maar ons land telt ook nog een heleboel kleine gemeenten. Hoe gaat het met deze mini omroepjes? Lukt het nog om luisteraars te binden? Nu ook nog eens het medialandschap is veranderd door de komst van de regionale commerciële muziekzenders en het mobiele internet zal dat zeker niet gemakkelijk zijn. Bovendien ontvangen ze veel minder subsidie (minder woonunits=minder subsidie) waardoor er nauwelijks geïnvesteerd kan worden. En geloof mij, het in de lucht houden van zo’n ‘pudding’zender kost veel geld.

OLON
Daarom heeft de OLON stappen gemaakt in opdracht van de eigen achterban om het tij te keren. Deze besluiten zijn onlangs aangenomen op de algemene ledenvergadering (ALV). De OLON wil lokale omroepen omvormen tot streekomroepen die aansluiten bij de leefwereld van de burger, zonder daarbij de lokale verankering te verliezen. Dat betekent dus in de praktijk dat we in Nederland terug gaan van 280 lokale omroepen naar ongeveer 100 streekomroepen die allemaal tussen de 100.000 en 500.000 inwoners zullen moeten gaan bedienen. Dat zal dus nog een hele opgave zijn in dunbevolkte provincies zoals de onze!! Gelukkig is er een oplossing. De vorming van een streekomroep kent namelijk twee varianten in het convenant van de OLON: of er is één omroeporganisatie met één zendmachtiging van het Commissariaat voor de media, of er is een samenwerkingsverband van meerdere lokale omroepen, die gezamenlijk (bovenlokaal) invulling geven aan het LTMA in de regio. De grootte van die regio bepalen de lokale omroepen zelf. Daarbij wordt gekeken naar het gebied waarin de inwoners wonen, werken, sporten, winkelen, uitgaan etc. Ook mag men over de provinciegrens heen kijken met een samenwerking. Het gaat om de natuurlijke habitat van de burger. Door de vorming van een Regionaal Media Centra (RMC) kunnen deze samenwerkende omroepen uit kleine gemeenten toch zelfstandig blijven en daarnaast samenwerken met bepaalde programma’s en nieuws items. Het zal nog een hele kluif worden om het plan van de OLON uit te voeren want er zullen altijd kleine gemeenten blijven bestaan met een eigen omroep die hier absoluut niet aan mee wil werken. Dat is hun (goed) recht. Maar of ze in de toekomst nog voldoende luisteraars/kijkers zullen genereren?

Tijdslijn
Er zijn nu heel veel omroepen anno 2013/2014. Vooral veel commerciële muziekzenders. Er bestaat spotify en de jongeren hebben hun eigen social media. De derde laag van de publieke omroep is juist nu meer dan ooit van meerwaarde met lokaal en bovenlokaal nieuws of met lokale infotainment! Door het nadrukkelijk ‘bovenlokaal’ aanwezig zijn via radio/tv, internet kan de publieke lokale omroep zich nestelen in de lokale samenleving en kan het zich onderscheiden. Hiermee ben je als omroep weer interessant voor regionale adverteerders en andere partijen. Maar dan moet er wel professioneel bedrijfsvoering en journalistiek bedreven worden. Met vrijwilligers wordt dat best heel moeilijk. Bekwame vrijwilligers liggen nu eenmaal niet voor het oprapen. Samenwerking is dus de beste optie. Een mooi voorbeeld zie je al in de regio Twente waar een aantal omroepen de handen in één geslagen hebben door samenwerking in een regionale mediacentra. Lokale omroep is het amateur stadium voorbij. De luisteraar zal hobby-omroep in de toekomst niet meer pikken. Ik kan de gedachten van de OLON dus best wel weer begrijpen. Een tijdslijn van het veranderingsprogramma is inmiddels naar alle lokalo’s toegezonden. Afronding december 2014!! Tja, dat lijkt mij toch wel iets te kort door de bocht. Zo’n proces heeft tijd nodig denk ik dan.

Tenslotte

Op 3 december aanstaande zal bekend zijn hoe de gemeentelijke herindeling er uit gaat zien in de provincie Groningen. Niet alleen de gemeenten gaan dan bij ons groter worden maar ook de lokale omroepen. Verkennende gesprekken tussen een zevental lokale omroepen zijn er ook al geweest. Een tijdslijn veranderingsprogramma lijkt hier in de provincie Groningen echter niet van toepassing. Het gaat wel goed komen. De omroepen in de provincie hebben vier jaar om zich gedegen voor te bereiden.. Dat moet lukken!

Brinkieman

Bert-Jan Brinkman is redacteur van RTV Stadskanaal en schrijft de columns op persoonlijke titel



-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal