
STADSKANAAL – Gisteren waren zo’n 180 mensen tijdens de tweede werkconferentie ‘KANS 2’ bijeenkomen in het kader van het programma Kans voor de Veenkoloniën. Tijdens deze werkconferentie, die gehouden werd in het Pagecentrum Stadskanaal, kwamen initiatieven aan bod en werden de hoofdlijnen van het programma bekend gemaakt. Kans voor de Veenkoloniën is het programma dat als doel heeft om gezondheidsverschillen te verkleinen in het Veenkoloniale gebied van Groningen en Drenthe, door zoveel mogelijk de regie aan inwoners over te laten.
Vertellen en inbrengen
Geheel volgens de filosofie van het programma was tijdens de bijeenkomst niet de programmaorganisatie bepalend, maar waren de aanwezigen dat. Zo werd er gebrainstormd tijdens deelsessies waarin iedereen kon meepraten over de invulling van de diverse thema’s.
De verenigingen van Groninger en Drentse dorpen vertelde over het gezamenlijke initiatief om van inwoners te horen wat er leeft en wat er gedaan kan worden om gezondheid op een positieve manier te beïnvloeden. Ook studenten van de Academie Minerva leverden een eigenzinnige bijdrage. Huistroubadour Erwin de Vries vulde het programma muzikaal aan met zijn liederen.
Invulling geven
Tijdens de bijeenkomst werden de hoofdlijnen van het programma gepresenteerd. De werkconferentie was daarnaast bedoeld om nadere invulling te geven aan het plan 2016 – 2019. ‘De komende maand ronden we het plan af en bieden we het aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan’, aldus een woordvoerder van de werkconferentie
In kaart brengen
Kans voor de Veenkoloniën is een acht jaar durend programma, waarmee inwoners met eigen initiatieven en met steun van uiteenlopende organisaties hun leefsituatie kunnen verbeteren. Het doel dat daarmee centraal staat is de gezondheidsverschillen in deze regio aanzienlijk en duurzaam te verkleinen. Dit gebeurt door allereerst goed in kaart te brengen waar er behoefte aan is en door initiatieven te versterken en verbinden. Het ministerie van VWS stelt voor een periode van 8 jaar, 10 miljoen euro ter beschikking.
Het is toch bekend dat armoede en gezondheid met elkaar te maken hebben.
Daar moet op gefocust worden. Mensen met een hogere opleiding en met een goed salaris eten voldoende en gezonder, hebben meer afleiding door lid te zijn van sportclubs, gaan vaker naar concerten, enz.
Dus meer geld = meer sport meer cultuur en gezonder eten.
De groep waar problemen ontstaan zijn de mensen aan de onderkant van de samenleving. Ze hebben geen geld om lid te kunnen zijn van een sportclub. Missen daardoor ook de sociale contacten om beter te worden. Deze armoedegrens zorgt ervoor dat deze groep niet de beste voeding krijgt omdat daar ook op bezuinigd moet worden. Het ergste is dat het al bij de kinderen begint die een achterstand oplopen die ze nooit meer zullen inhalen.
Als elk kind aan sport zou doen dan komen ze ook niet in een sociaal isolement.
Sport kan ervoor zorgen dat ze in hun jonge leven de juiste keuzes kunnen maken door met andere kinderen te socialiseren.
Ik pleit ervoor om sport gratis aan te bieden aan kinderen tot en met 16 jaar.
Dan maak je geen onderscheid. De ouders kunnen dan als ze dat willen een vrijwillige bijdrage storten in de kas van de sportclubs.
Verder moet er op scholen gratis fruit worden aangeboden zodat je zeker weet dat ze dat in ieder geval nog krijgen.
Verder moet je de mensen niet teveel betuttelen want de schaamte is groot.
Als men om hulp vraagt bij de gemeentes dan doen ze dat niet omdat ze dit leuk vinden.
De ellende moet wel heel groot zijn wil je deze weg bewandelen.
Het zou daarom ook goed zijn dat de gemeentes hun ambtenaren een training geven zodat ze niet asociaal en bot reageren als iemand om hulp vraagt.