BOEDAPEST – Bij het Openbaar Ministerie in Boedapest snappen ze het even niet meer. De rechter legde maandag Roelf B. en Gert-Jan N. uit Stadskanaal ‘maar’ vijf jaar cel op. ‘De logica van de rechter is een andere dan die van de aanklager.’ OM-woordvoerder Ference Rab doet nauwelijks moeite zijn verbazing en onbegrip te verbergen als hem wordt gevraagd wat hij vindt van het vonnis voor de twee Stadskanaalsters, die zijn veroordeeld voor grootschalige drugssmokkel en -handel.
Rab: ‘De rechter moet bij zijn afweging rekening houden met zowel de subjectieve als de objectieve omstandigheden. Kennelijk heeft hij vooral gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachten. Volgens mij heeft hij een andere logica gevolgd dan wij.’
Goed georganiseerd
Die objectieve omstandigheden zijn duidelijk, zegt Rab: ‘Ze hadden meer dan zevenduizend xtc-pillen en ruim vijftien kilo marihuana bij zich. En iemand heeft voor financiering gezorgd, waardoor ze in staat waren dit te doen. Het was al met al heel goed georganiseerd. Vijf jaar, de wettelijke minimumstraf voor ernstige drugsmisdrijven, is in dit geval echt te weinig.’
Van de naïviteit van de twee mannen, die door de verdediging als een van de verzachtende omstandigheden is aangevoerd, lijkt het OM dus weinig te geloven. Maar wat de aanklager vooral stoort, is dat de ‘deal’ die het OM en de verdachten hadden gesloten, door de rechter aan de kant is geschoven.
Verbaasd
De aanklager bood Roelf B. acht jaar en Gert-Jan N. tien jaar, op voorwaarde dat ze schuld zouden bekennen. Daarmee zouden ze de kans op een nog zwaardere straf ontlopen, namelijk tot twintig jaar of zelfs levenslang.
Rab: ‘We hebben een strafvoorstel gedaan. Ze hebben een aantal weken de tijd gehad om daarover na te denken. Toen het zover was, gingen ze akkoord en bekenden daarmee schuld. We waren het dus met elkaar eens. Toen het vonnis werd uitgesproken, keken ook de advocaten verbaasd op. Ja, de rechter heeft het uiteraard recht deze overeenkomst terzijde te schuiven, maar zo is de wet volgens mij niet bedoeld’.
Politieke druk?
Die wet, waaraan Rab refereert, is in 2018 ingevoerd en maakt het mogelijk dat verdachten, als ze dat willen, een (langdurig) proces vermijden. Ze weten dan eerder waar ze aan toe zijn. Ook voor de aanklager scheelt het tijd. Daarmee weten alle partijen waar ze aan toe zijn. Het is dan het einde van het strafproces, legt de woordvoerder uit.
Het komt daarom bijna nooit voor dat de Hongaarse rechter zo’n strafovereenkomst tussen het OM en een verdachte niét overneemt. Waarom in dit geval dan wel? Is er sprake van politieke druk? De zaak van B. en N. krijgt veel aandacht in de media, mede omdat B. tot zijn arrestatie bekend stond als een talentvolle atleet.
‘Van politieke druk is absoluut geen sprake’, zegt Rab beslist. ‘Misschien komt het omdat een rechter in een grote stad vaker te maken heeft met drugsmisdrijven. Het kan zijn dat die onbewust met elkaar gaat vergelijken. Een rechter in een landelijk gebied, waar dit soort misdrijven veel minder voorkomt, is geneigd strenger te straffen. Maar of dat in dit geval ook meespeelt, weet ik niet.’
Met welke lagere straf was het OM eventueel wel akkoord gegaan? Rab: ‘Wij hebben gezegd: acht en tien jaar. Niet meer, niet minder. Het strafvoorstel is heel precies geformuleerd, zoals de wet voorschrijft. Maar als de rechter een half jaar minder had opgelegd, waren we niet in beroep gegaan. Want een hoger beroep kost tijd, en dat weegt dan niet op tegen dat half jaar.’
Vluchtgevaar
Het OM heeft niet alleen beroep aangetekend tegen de strafmaat. Ook het huisarrest, waaronder B. en N. in afwachting van het hoger beroep zijn geplaatst, stuit op bezwaar. De aanklager is bang dat de twee de benen zullen nemen, ook al moeten ze een enkelband dragen en mogen ze hun appartement niet uit.
Rab: ‘Ook al krijgen ze bijvoorbeeld zes of zeven jaar cel, het blijft een zware straf. Dus is het risico groot dat ze vluchten.’
Dat de rechter huisarrest heeft opgelegd in plaats van de twee Stadskanaalsters voorlopig weer naar hun cellen terug te sturen, kan dat bedoeld zijn om te voorkomen dat het hoger beroep door het OM onnodig lang wordt gerekt?
Rab: ‘Nee, dat denk ik niet. De wet schrijft voor dat we een onderzoek binnen twee jaar afronden. De politie heeft tijd nodig, er moeten getuigen worden gehoord. Dat is in dit geval binnen een jaar gebeurd. Ik vind dat het snel is gedaan, zeker gezien de gevolgen van de corona-pandemie [Door de uitbraak van het coronavirus lag de rechtspraak in Hongarije een paar maanden vrijwel stil – redactie].’
‘Hoger beroep komend najaar’
Hoe gaat het nu verder? De OM-woordvoerder verwacht dat binnen enkele weken een besluit wordt genomen over het bezwaar tegen het huisarrest. De beslissing in het hoger beroep over de strafmaat zal waarschijnlijk komend najaar worden genomen, denkt hij.
Het hoger beroep hoeft niet veel tijd te kosten, zegt Rab: ‘De schuldvraag hoeft niet meer te worden beantwoord, want de verdachten hebben bekend. Dat betekent ook dat wij geen hogere straf kunnen eisen dan de acht en tien jaar. Wij hadden met beiden immers overeenstemming.’
Bron: RTV Noord