Direct naar de inhoud.

Komt er naast LPAM ook LPFM ?

RTV1 – LPAM is een afkorting voor low-power amplitude modulation, ofwel met een klein vermogen via de radio een lokale gemeenschap voorzien van muziek en nieuws uit de omgeving. Mogelijk dat hier binnenkort ook LPFM aan wordt toegevoegd. Kleine commerciële radiostations kunnen dan op FM in hun regio gaan uitzenden. Momenteel wordt er gekeken welke frequenties hiervoor bruikbaar zijn. “Het gaat hierbij om frequenties met een beperkt bereik”, aldus Radio.nl op haar website.

Cultuur

Bij menig etherpiraat gaat nu het hart sneller kloppen. Want wie wil dit nu niet. Legaal plaatjes draaien zonder winstbejag. En dit op de FM band. Sommigen vinden dat het fenomeen ‘geheime zenders’ inmiddels tot onze nationale cultuur behoort. Vooral populair in Noord en oost Nederland. Met LPFM trek je het uit de illegaliteit.

Enkele jaren geleden werd er al voorzichtig gestart met Low Power AM. Nu blijkt dit een enorm succes. Voor de middengolf heb je echter wel grote (lange) antennes nodig en ook is de ontvangst vaak gestoord door diverse piepjes en kraakjes veroorzaakt in de omgeving door o.a. zonnepanelen en led verlichting. Met FM heb je dit alles niet.

Klein bereik

LPFM kan wel eens de grote doorbraak zijn in Nederland om van de etherpiraterij af te komen. Met een etherzendertje van 15 watt en een rondstraal antenne op 15 meter hoogte bereik je al gauw 20 km in het rond. Precies genoeg voor de vele hobby piratenzenders in ons land. Bovendien kun je voor een groter bereik je muziekstation koppelen aan het internet. Natuurlijk kost het wel geld (Buma rechten). Maar een hobby kost nu eenmaal geld en een boete van illegaal zenden is nog veel hoger.

Hoe dit alles zich verder gaat ontwikkelen en of dit überhaupt te coördineren is kun je lezen op radio.nl en volg ook de discussies hierover op het alom bekende radioforum op de website radiofreak.nl

Datum 5 mei 2020 Bert Jan Brinkman

675 AM is te beluisteren met Team FM

GRONINGEN – Radio Babylona uit Musselkanaal was razend populair met zijn Hollandse muziek op de Middengolf. De zender op de 675 kHz stopte per 1 januari 2019. De plek is nu ingenomen door Radio Calypso uit Oostwold (Gr). Opnieuw klinken veelal Hollandse klanken en gezellige muziek op de 675 AM.

Zender

De antenne is een omgekeerde L vorm waarvan het verticale deel maar liefst 31 meter is. Het zendvermogen is 100 watt uit een mosfet zender. De uitzending is geheel legaal onder een LPAM zendvergunning. Je kunt de zender prima ontvangen in de Gronings/Drentse Veenkoloniën en zelfs uit Overijssel en Friesland komen er ontvangstrapporten.

Team FM

Radio Calypso werkt samen met Team FM, een bestaand station met een internetstream en een regionale DAB+ frequentie. Team FM wordt gedragen door een collectief van particulieren. De muziekzender is 24/7 te beluisteren op de middengolf.

Legaal

Lowpower AM (LPAM) is in Nederland sinds enkele jaren legaal toegestaan op de middengolf nadat de grote landelijke zenders hier uitgezet zijn. Om de etherpiraten tegemoet te komen is een vergunning laagdrempelig. In de Veenkoloniën kun je ook luisteren naar (hobby)radio Tpot uit Gasselterboerveen (1224 AM).

Datum 17 februari 2019 Bert Jan Brinkman

Herinneringen aan etherpiraterij jaren 70

Etherpiraten jaren 70

RTV1 – Nu de etherpiratencultuur een plek hebben verworven op de website van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland dankzij Peter Zwiers (PvdA) werd het de hoogste tijd om een serie herinneringen aan deze mensen te updaten en nogmaals te publiceren.

Oud ‘Free Radio Magazine’ (Kanaalstreek) correspondent Anton de Wijk schreef ongeveer tien jaar geleden op verzoek van Bert Jan Brinkman een serie herinneringen aan de roemruchte jaren zeventig waarin vooral de middengolf piraterij bloeide in onze regio.

Destijds zijn de verhalen gepubliceerd op de oude website van RTV Stadskanaal. Nu RTVS en RTV Parkstad opgegaan zijn in RTV1 werd het hoogtijd voor een update. Anton zijn verhalen zijn met recht lokale cultuur en mag niet verloren gaan, daarom opnieuw bewerkt en gepubliceerd.

Datum 29 december 2018 Bert Jan Brinkman

Etherpiraterij in de 70e jaren (1)

Geheime zender

door Anton de Wijk

De vroegere Kanaalstreekcorrespondent
van Free Radio Magazine

De beginperiode
Op een mistige novembermorgen in 2007 gaat de telefoon.
Voor jou, zegt mijn vrouw en overhandigd mij de hoorn.
Aan de andere kant hoor ik een vriendelijke mannenstem, “spreek ik met Anton de Wijk?” “Daar spreekt u mee”, oh zegt de stem vervolgens, “neemt u  mij niet kwalijk dat ik u stoor, maar bent u de vroegere Kanaalstreekcorrespondent van Free Radio Magazine? “Ja, dat ben ik”, “fijn hoor ik hem zeggen, “dan hebben wij u eindelijk gevonden. “Gevonden?” “Ja, er is een boek uitgekomen over de etherpiraten van vroeger waarin ook een hoofdstuk aan u is gewijd.

Mijn naam is BertJan Brinkman van de lokale omroep RTV-Stadskanaal, ik zou graag een interview met u willen hebben over die tijd dat u voor het blad schreef.” “Maar meneer, we praten over een tijd van dertig jaar geleden, wilt u daarover nog een interview?”.. Zo begon een telefoongesprek die voor mij het één en ander zou gaan veranderen.

Het zal begin vijftiger jaren zijn geweest. We woonden destijds nog in Tange Alteveer, een klein plaatsje in noordoost Groningen gelegen tussen de plaatsen Stadskanaal en Nieuwe Pekela. Op een zonnige zondagmorgen kwam op de fiets een jonge vent uit Roswinkel die bij ons thuis een clandestiene radio-uitzending zou gaan verzorgen. Ja, op de fiets. Het hele hebben en houden werd op de fiets vervoerd, kom daar nu eens om, je zou daarvoor nu een bestelbus nodig hebben. Zender in de fietstas, een tiental 78-toerenplaten, versterkertje en pick-up, enfin, alles wat nodig was werd zo vervoerd.
Niemand had een brommer, het was nog maar kort na de oorlog en je mocht al blij zijn dat je over een fiets beschikte.

Het betrof hier eigenlijk een experiment, de illegale zendamateur wilde testen of hij in zijn woonplaats vanaf Tange Alteveer was te ontvangen. De voorbereidingen voor de uitzending begonnen en het zal even na tienen zijn geweest dat de zender aan de band stond. Niks geen hoge mast, die had toen nog niemand, aan de bestaande antennedraad die bij ons op het dak tussen de schoorstenen was gespannen werd een draad
gekoppeld, aan de waterleiding eveneens, die als aardleiding moest dienen. De pick-up werd op de radio aangesloten en de uitzending kon beginnen. Ik werd naar buiten gestuurd om te kijken of er geen onraad was.

Ik zal het nooit meer vergeten, de herkenning was de Kuckuckswals van Ken Griffin, een plaat uit 1948 die toen veelvuldig op de radio werd gedraaid. Is het toeval dat ik juist deze plaat ook als herkenning heb gekozen voor mijn wekelijkse radio-uitzending? Ik denk het niet, het is pure nostalgie die hieraan ten grondslag ligt. Want ook op een andere manier wekt de plaat gevoelens bij mij op.

Het is 1949.
Ik lig als 6-jarig jongentje in de bedstee als mijn ouders die avond visite krijgen van mijn nicht en haar vriend, de dochter van mijn moeders zus. De bedsteedeur staat op een kier en als ze komen word ik door mijn nicht nog eens lekker geknuffeld. Ik krijg van haar een reep chocola en een zak drop van oom en tante, “nou niet liggen snoepen hoor”, zegt ze vrolijk en drukt een kusje op mijn wang. Het is een spontane hartelijke meid van nog geen twintig en ze heeft altijd een speciaal plekje in mijn hart weten vast te houden. We zien elkaar tegenwoordig niet zo vaak, maar ook al loopt ze nu tegen de tachtig, als we elkaar treffen is er nog altijd die heerlijke spontaniteit tussen ons.

In de bedstee probeer ik wakker te blijven en volg het gesprek over allerhande dingen die mij ter ore komen. Na de koffie zie ik hoe de vriend van mijn nicht een prachtige pick-up op tafel zet en er een blinkend gepoetste koperen hoorn op aansluit die glimt in het licht van de kroonluchter. Ik ben opeens klaar wakker, duw heel voorzichtig de bedsteedeur een ietsje verder open om maar niets van het schouwspel te kunnen missen.

Wat een prachtige platenspeler, ik kan mijn ogen er niet vanaf houden. Uit een laatje komt een doosje naalden tevoorschijn waarvan er een in de ronde kop van de pick-up wordt geschoven. Op de rode vilten draaitafel wordt een 78 toeren plaat gelegd, de platenspeler wordt met een slinger opgewonden en behoedzaam wordt de naald in de groef van de plaat gezet.

“De nieuwste plaat van Max van Praag oom Jan”, zegt de vriend van mijn nicht tegen mijn vader, “Op de sluizen van IJmuiden, heb hem van de week net gekocht.” “Niet te hard hoor Jan, hoor ik mijn moeder zeggen, Anton slaapt.” Even later hoor ik opeens de Kuckuckswals, “van Ken Griffin” zegt Jan.
“De plaat komt uit Amerika en is pas vorig jaar uitgebracht.” Ik veer overeind en luister met aandacht. Als de plaat is afgelopen stoot ik de bedsteedeur open. Zittend op de rand van de bedstee, knipperend met de ogen tegen het felle lamplicht zeg ik opgewonden, “jeetje, wat een mooie plaat Jan, wil je die nog eens draaien?”

Hij staat op en tilt mij uit de bedstee, vraagt niet eens of het mag van m’n ouders en zet mij bij mijn nicht op schoot. Ik vlij mij tegen haar aan en terwijl Jan de plaat opnieuw opzet doezel ik halverwege het nummer langzaam weg…. Dat een plaat zoveel gevoelens bij een mens kan opwekken. Jaren later tijdens
de jaarlijkse winkelweek die in de herfst in ieder dorp werd gehouden, schalt het nummer uit de luidsprekers die aan bomen en lantarenpalen of aan de gevels van de winkeliers zijn bevestigd. Prachtig klonk het als je het nummer hoorde wegsterven tijdens een heldere avond bij licht vriezend weer, als je onder een stralende sterrenhemel naar huis wandelde.

Middengolfzenders

Je kon maar een stuk of 10 zenders goed en duidelijk op de middengolf ontvangen, in de jaren ’50, tenminste, als er geen onweer in de lucht zat want dan kon je het wel vergeten vanwege het gekraak.
Hoe dichter de bui naderde, hoe sterker werd dan het gekraak op de radio totdat ontvangst geheel onmogelijk werd. Dan draaide mijn vader de knop om, omdat hij verder luisteren vanwege het naderende onweer niet verantwoord vond. FM was er al wel, ik meen dat dit al voor de oorlog was uitgevonden maar
vanwege de oorlogstijd toen niet verder tot ontwikkeling werd gebracht.

Die toestellen kwamen pas later op de markt, maar waren ook weer duurder, wij hadden in ieder geval thuis zo’n toestel niet. Op onze radio zaten twee golflengten, de midden- en lange golf. Je had toen Hilversum I en II, radio Luxemburg, Beromünster, Hamburg en Frankfort, de BBC, radio Stockholm, een paar Franse zenders en dan had je het wel zo’n beetje gehad. En als ik het wel heb, de RON, de Regionale Omroep Noord, later RONO geheten. Hier luisterde ik steevast iedere avond naar tijdens een vorstperiode omdat deze regionale zender alle kortebaan uitslagen vermeldde en ook de wedstrijden voor de komende dagen aankondigde. Ik zat dan “met de kop in de radio”, zoals mijn moeder dat verwoordde.

Het was best spannend, die illegale radio-uitzending. Mijn moeder had het niet meer en ging het huis uit. De spanning werd haar te groot. “Bekijk het maar Jan”, beet ze mijn vader toe, “straks wordt die jongen gepakt en zijn wij onze radio kwijt. Als je maar weet dat er geen geld is voor een nieuw toestel.” “Rustig maar Anne”, zei mijn vader berustend, “zo’n vaart zal het wel niet lopen.” Maar moeder ging het huis uit en dook pas na de uitzending weer op. Het laat zich raden dat het al laat was die middag eer het middagmaal werd opgediend.

Maar of de desbetreffende piraat die zondagmorgen ook in Roswinkel is doorgekomen kan ik me niet meer herinneren. Ik denk het haast niet, men zond toen vaak met een EL84, rechtstreeks vanachter de versterker, een klein radiobuisje die in radiotoestellen zaten, en ook in versterkers waren gemonteerd. Het bereik ermee was toen niet zo groot en men mocht zich al gelukkig prijzen als je 10 km verderop was te ontvangen, misschien met hele goede condities een paar km verder. Die zenders waar men toen op een zolderkamertje mee speelde hadden een vermogen van een paar Watt, nu kijk je er niet van op wanneer er met 5000 Watt wordt uitgezonden.

De etherpiraterij bestaat al heel lang
Al in de jaren twintig waren er pioniers die zich met het medium radio bezig hielden en in het geheim wat aanknoeiden. De drang om zelf een uitzending te verzorgen was er al toen de radio werd uitgevonden. In het midden van de jaren 30 was de eerste clandestiene radio-uitzending een feit. De zender, die onder de naam “Nachtegaal” uitzond, opereerde in Overijssel en werd in korte tijd heel erg populair. Het had wat voeten in de aarde om de zender het zwijgen op te leggen wat uiteindelijk per toeval toch gebeurde.  We kunnen daarom rustig stellen dat deze zender één van de eersten is geweest die door de PTT werd opgerold.

In de oorlogsjaren moest men op bevel van de bezetter radiotoestellen inleveren, ten minste wanneer men dit bevel inwilligde. Mijn vader deed dat niet en verstopte het toestel op een welhaast onvindbare plek en luisterde in het geniep naar radio Oranje, die in de oorlogsjaren vanuit Londen uitzond. Maar ook dit was verboden en als de Duitsers hiervan wisten werd je opgepakt.

Daarom sprak mijn vader nooit over deze praktijken, zelfs niet met de beste buren want je wist maar nooit.  Wij hebben ook thuis nooit geweten waar vader het toestel had verstopt, immers als men het niet wist kon men de plek ook niet aanwijzen. Vanzelfsprekend was het veel te gevaarlijk om in de oorlogsjaren met een radio te gaan spelen, zodat ook de activiteiten van de illegale zendamateurs waren verstomd.

Dat veranderde in de jaren ‘50 toen de geheime zenders zich een plekje toe-eigenden op de middengolf. Doordat ze verzoekprogramma’s gingen draaien werden ze bij het gewone volk razend populair. In die tijd betaalde je voor een verzoekje een gulden, soms1.25, wat men er graag voor over had om je naam in de radio te horen.

Een maand later, op een zaterdagmiddag in december zitten we tegenover elkaar  in de studio van RTV-Stadskanaal aan de Drentse Poort in Nieuw Buinen. Het is een open studio, je zit niet achter een afgesloten glazen wand zoals dat op de vorige locatie het geval was. Gekleed in trui en spijkerbroek kijken twee paar vriendelijke ogen vanachter de brillenglazen van presentator BertJan Brinkman me tegemoet.
Geroutineerd bedient hij de apparatuur en als de muziek na de eerste plaat stopt, trekt hij de microfoon naar zich toe en begint het gesprek die hij een uur lang, afgewisseld met muziek, onderhoudend weet vast te houden.

Doordat in de jaren ’50 de etherpiraterij een vlucht begon te nemen, werden er opsporingsambtenaren van de PTT ingezet om de piraten op te sporen. Want er was een radiowetgeving uit 1904 die illegale radio-uitzendingen verbood. Als men wilde uitzenden had men een vergunning nodig, en die hadden die jongens vanzelfsprekend niet. De grote bloei in de illegale etherpraktijken ontstond in de ‘60 en ‘70er jaren.

Het was dringen geblazen om een plekje te veroveren in de overvolle band, veelal op de 180 meter in de middengolf. Een gevaarlijke plek op de radio, want hier opereerde het Loodswezen. Dat deze dienst veelvuldig werd gestoord laat zich raden, ook al beweerden de etherpiraten met een stalen gezicht dat dit niet het geval was. Niet alleen het Loodswezen, een dienst die schepen in nood te hulp schoot, ook piloten hadden soms grote moeite om op een fatsoenlijke manier te communiceren met de verkeerstoren.

Wanneer het Loodswezen klaagde dat ze in ernstige mate werden gestoord door illegale zendpiraten ging de Radio Controle Dienst van de PTT met hun peilwagens de weg op om ze uit te peilen. In de loop der jaren werd de apparatuur in de wagens zo verfijnd dat het de opsporingsambtenaren weinig moeite kostte de zenders te lokaliseren.

De metershoge antennemasten waren voor hen een richtbaken zoals een vuurtoren dat is voor schepen op zee. Wanneer vaststond in welke straat zich de zender bevond, werd de plaatselijke politie door de opsporingsambtenaar ter assistentie opgeroepen, en samen met hen deden ze een inval in de desbetref- fende woning. Maar een metershoge antennemast betekende nog allerminst dat de zender was gevonden..

Lees verder..

Datum 29 december 2018 Bert Jan Brinkman

Etherpiraterij in de ’70 jaren (deel 4 en slot)

Door Anton de Wijk 

(Oud Kanaalstreekcorrespondent FRM )

Maakte ik reeds melding dat over de etherpiraten verschillende liedjes zijn gemaakt, ook over de opsporingsambtenaren was dit het geval. Bekend is het lied van Kees Kremer, die op een Gerard de Vries-achtige manier verteld over Meneer van der Werf, de toenmalige opsporingsambtenaar van de PTT. Bekende opsporingsambtenaren waren in die tijd Gerrit Verhoef , Klaas Eier, de heer Roth, Van Empelen uit Den Haag, Van Rijsdorp, Daniël Neuteboom en Van der Werf. Deze laatste was veel actief in de provincie Groningen en Drenthe.

Populair
In het midden van de jaren ’70 huisde in het Groningse Ten Boer een krachtige zender onder de naam Smokie. Het was ook in die tijd dat veel huis aan huisbladen, de zogenaamde Bokkeblaadjes, ruim aandacht besteedden aan het wel en wee van de piraten. Smokie draaide een verzoekplatenprogramma die enorm populair was en volgens berichten waren er zelfs mensen die ’s zondagsmorgens de kerkdienst oversloegen om naar zijn programma te luisteren.

Maar zoals dat toen vaak het geval was, niet alleen wegens storing werden die jongens opgepakt, ook hun populariteit speelde een rol. Vandaar dat veel etherpiraten in het verleden ook op grond daarvan werden opgespoord. Een zender die ook hier in Stadskanaal destijds heel goed was
te ontvangen, was de vanuit Kampen opererende zender Sylvania. Een stabiele zender met een goed signaal die mooi strak aan de band stond. Die bewuste zondagmorgen toen Johnnie Walker werd opgepakt, zat hij nog maar goed en wel uit te zenden toen hem het zwijgen werd opgelegd.

Gerrit Verhoef zou hebben overnacht in een hotelletje, (aldus het verhaal) en sloeg kort na tien uur zijn slag, toen De Walker die bewuste zondagmorgen bezig was met zijn verzoekplatenprogramma. Het gerucht verspreidde zich razendsnel die bewuste zondagmorgen, doordat Jacky The Killer uit het Drentse Roswinkel kort daarna zijn zender inschakelde en melding maakte van het feit dat Johnnie Walker uit de lucht was.

Nou, dat heeft Exloo geweten, het anders zo rustige dorp stond op zijn kop. Het was een complete invasie van toeterde auto’s van collega-piraten en andere belangstellenden die op deze manier blijk gaven van hun steunbetuiging..

Inbeslagname
In de jaren ’70 werd alleen de zender in beslag genomen als men voor de eerste keer werd gepakt. De tweede keer werd alles meegenomen wat aan de zender gekoppeld was en liep de boete op tot maximaal 750 gulden. Het gebeurde ook vaak (maar dat lag een beetje aan de opsporingsambtenaar)
dat ook de hele platencollectie in beslag werd genomen. Verschillende piraten hebben in hun verdere maatschappelijke carrière hinder ondervonden van hun zendactiviteiten, omdat ze vanwege het zenden een misdrijf hadden gepleegd in de zin der Wet.

Een eventuele sollicitatie bij de overheid of semioverheid kon men wel vergeten al zijn hierover ook uitzonderingen bekend, waar ik verder niet op in wil gaan. Soms ging het er heftig aan toe bij één of ander inval. Het is voorgekomen dat de ME moest uitrukken ter versterking of extra politie mensen moesten assisteren als de zaak uit de hand dreigde te lopen.

Maar een inval betekende nog niet dat de zender was gevonden. Met een zender zonder zendbuis kan men niet zenden, vandaar dat die soms razendsnel van de zender werd getrokken om te worden weggemoffeld. Zonder zendbuis was een zender immers incompleet, het belangrijkste bewijsstuk ontbrak en die moest men boven tafel zien te krijgen. De opsporingsambtenaren haalden die weer boven water uit closetpotten, etenspannen, diepvriezers of uit het struikgewas, als die door een geopende raam naar buiten was gesmeten. Toen het watercloset nog niet overal was ingeburgerd, kwam het voor dat doodgemoederd de wc ton op het erf werd leeggekieperd om tussen de uitwerpselen te speuren naar de zendbuis. Het lukte maar weinigen deze doorgewinterde kerels met hun jarenlange ervaring om de tuin te leiden.

Het is zelfs voorgekomen dat een echtgenote van een piraat de buis in haar slipje verborg, maar de dame in kwestie heeft dat geweten; brandblaren waren het gevolg. Er kwam ook veel intimidatie aan te pas bij een inval als de zender niet werd gevonden. Als men dan onverrichter zake moest terugkeren, werd te verstaan gegeven dat men bij een volgende inval de hele boel zou afbreken om de zender te vinden. Voor een enkele was dat voldoende reden om de plek aan te wijzen waar de zender verborgen werd gehouden.

100.000 zenders
Inbeslag genomen zenders en ander apparatuur werd door de rechter verbeurd verklaard en belandde bij de Dienst Domeinen. Het kwam voor dat etherpiraten hun eigen zender op die manier terugkochten, om er weer vrolijk mee te gaan zenden. Er zijn eens voorzichtige schattingen geweest hoeveel illegale zenders er in de ’70er, en begin ‘80er jaren in ons land actief waren. Men kwam toen uit op een aantal van zo om en nabij de 100.000 zenders!

Dat waren niet alleen de geheime zenders, maar ook de 27mc-bakkies die toen nog verboden waren, en de illegale amateurs die uitzonden op de 3m-band. Voor de opsporingsambtenaren uit die tijd was het dweilen met de kraan open omdat het weinig zoden aan de dijk zette. Anders gezegd; het hielp geen zier. Als je een beetje thuis was in de piratenwereld kon je aan de herkenning al horen wie er aan de band kwam om te gaan zenden.

Herkenning
Haast iedereen had een andere herkenning, vaak waren dit polka’s van Johnny Pecon, Die Regento Stars, Frankie Yankovic of Die Böhmischen Stadtmusikanten met de Amsel- of Russel Pussel Polka.
Oompie Koerier zei reeds eerder dat er vroeger in het open veld werd uitgezonden, dit gebeurde in de jaren ’50 ook veel in Drenthe. Deze provincie, rijk aan heidevelden was toen voor de piraten een ideale plek
om te gaan zenden, het uitzicht was ruim en wijd en verdachte personen kon men al van verre lokaliseren.
Ze beschikten over een legertje handlangers die voor hen de boel in de gaten
hielden bij eventuele onraad.

Recordpogingen waren ook een geliefkoosde bezigheid in de piratenwereld. Men zat elkaar op te naaien wie het langst durfde uit te zenden Sommige piraten zaten dag en nacht aan de band, honderden uren lang om het zendrecord in handen te krijgen. Dat ze daarbij een dankbaar doelwit waren
voor de RCD, de Radio Controle Dienst van de PTT, laat zich raden. Vele recordpogingen sneuvelden dan ook voordat de beoogde uren werden gehaald om het record scherper te stellen.

Enkele feiten:

In 1972 werden er 300 illegale zenders opgespoord. In de Emmer Courant van maart 1972 verschijnt een groot artikel van waaruit ik enige passages citeer:

Zuidoosthoek wordt amateurs te riskant. Etherpiraten wijken uit naar Duitse grensstreek
Peilauto’s stoppen noodgedwongen bij de groene grens

De Drentse grond wordt de etherpiraten te heet onder de voeten. Sinds de opsporingsdienst van de PTT in samenwerking met de Emmer gemeentepolitie een groot aantal geheime zenders het zwijgen heeft opgelegd.

Beducht voor de feilloze apparatuur van de peilauto’s waarmee de Haagse opsporingsambtenaren na een telefoontje van de Emmer recherche in de Zuidoosthoek op pad gaan, zijn sommige zendpiraten naar Duitsland uitgeweken. Vanuit een eenzame boerderij of een afgelegen weekendhuis bij de “groene grens” zetten ze hun clandestien bedrijf vrolijk voort.

”Sommige etherpiraten hebben we niet kunnen grijpen,” zei ons een woordvoerder van de Emmer politie. “We reden tot aan de grens met Schoonebeek met de peilauto en moesten stoppen omdat er vanuit een boerderij aan de overkant” werd uitgezonden. Als Duitse collega’s worden opgetrommeld zijn de piraten al weer lang vertrokken en hebben wij het nakijken.”

In 1974 was een meisje van 15 uit Nijmegen opeens twee dagen spoorloos nadat ze was gepakt tijdens het zenden. Doordat de opsporingsambtenaar zei dat ze wel een half jaar (!) het gevang in kon gaan, werd ze zo bang dat ze de benen nam.

Op Woensdag 13 februari 1974 worden tijdens een razzia door politie en PTT in de gemeente Emmen in een klap 17 geheime zenders in beslag genomen. Het is de grootste vangst die de laatste jaren in ons land ooit is gedaan.

In 1974 zet het drie en een half jarig zoontje van etherpiraat Auke Poot uit Stadskanaal op een dag de zender aan de band. Het kereltje wist alle knopjes exact te vinden en legde de naald in de juiste groef van de grammofoonplaat en draaide plaatjes. Dit in opperste verbazing van de vader van het kleine joch. Levensgevaarlijke toestanden natuurlijk, dat drong ook tot de vader door want op de zender stond wel 2000V. Hij koppelde de zender los en leverde hem in bij het politiebureau om verdere ongelukken te voorkomen. Een zeer verstandig besluit.

In 1975 waren er speciale acties (razzia’s) om piraten op te sporen. Tijdens zo’n actie werden in Eelde in één klap 24 zenders uit de lucht gehaald. Tegenwoordig is het Agentschap Telecom in de plaats gekomen van de Radio Controle Dienst. Op internet staan de auto’s, compleet met nummerbord te kijk van de huidige opsporingsambtenaren. Invallen en razzia’s vinden nog steeds plaats en dat zal ook wel zo blijven, werkloos zullen de mannen van de opsporingsdienst de eerste jaren zeker nog niet worden.

Al in 1974 liet een opsporingsambtenaar weten: “Ik heb er niet veel hoop op dat we de geheime zenderij voorgoed uit de wereld krijgen.” En hij kreeg volkomen gelijk want een verboden hobby die al voor de
Tweede Wereldoorlog begon, viert nog alle dagen hoogtij.

In de Winschoter Courant van 25 mei 1974 laten verschillende piraten
weten:

Opsporing niet sportief
Groninger etherpiraten bedreigen rechercheur Illegale etherpiraten zeggen harde acties tegen de Groninger opsporingsambtenaar Van der Werf te overwegen. Zij vinden de rechercheur bij het in beslag
nemen van geheime zenders “niet sportief” te werk te gaan. Een 24-jarige piraat die onder de naam Studio A uitzond, klaagt over de opsporingstechniek van Van der Werf. Terwijl de Groninger gemeentepolitie hem voor een andere zaak op het bureau vasthield stapte volgens hem de rechercheur naar zijn vrouw die ‘overrompeld’ de geheime apparatuur meegaf.

Uit de collectie van Anton de Wijk

Even verder in het verslag:
Toen Van der Werf bij een onderzoek bij een andere amateur de apparatuur niet kon vinden, dreigde hij een dure bandrecorder mee te nemen. “Die man werd toen zo bang dat hij maar vertelde dat het onder de vloer zat verborgen,” aldus etherpiraat Grapperhaus. “We konden met moeite tegenhouden dat zijn vrienden Van der Werfs auto over de kop gooiden, zo kwaad waren ze.” Van der Werf die in het artikel ook aan het woord komt zegt hierover:

“Fantastisch verhaal”

Rechercheur Van der Werf gelooft niet zo in de dreigementen van de etherpiraat. Na overleg met zijn chef, luitenant Dekker, noemt hij het een “fantastisch verhaal, dat kant noch wal raakt.” Hij vertelt er echt geen gekke methoden op na te houden. “Ze vinden het vaak leuk om achteraf wilde verhalen te vertellen. Ik begrijpdie meneer Grapperhaus niet,” zegt hij. “De apparatuur van die meneer was al eerder aangetroffen. Omdat zijn vrouw ’s zondags een kindje kreeg, wachten we tot maandag met de inbeslagname. Ik denk dat hij er met een week of wat spijt van heeft dat hij zulke gekke dingen zei.

We plegen ook geen chantage om de apparatuur in handen te krijgen. Het is gewoon zo, dat we een bandrecorder in beslag kunnen nemen. In de meeste gevallen gebeurt dat niet, maar hij hoort officieel bij de zendapparatuur. Die lui beginnen zich nu te roeren. Maar we zitten met zoveel klachten over storing
dat we wel wat moeten doen,” aldus de heer Van der Werf.

Tegenwoordig worden nog altijd tijdens gerichte acties etherpiraten het zwijgen opgelegd, zoals in april 2008 toen op 7 adressen rond Nijmegen 16 illegale zenders werden opgespoord. Of het FM of middengolfzenders waren vermeld het bericht niet.

Veranderd
In vier afleveringen hebt u het een en ander kunnen lezen over de illegale zenders die vroeger opereerden op de middengolf. Bewust is gekozen voor deze zenders, omdat FM zenders in die tijd nog niet zo ver reikten. Dat is tegenwoordig wel even anders, evenals dat van de middengolfzenders die vele malen sterker zijn ge- worden. Uren zat ik aan de radio gekluisterd, want het gaf je een kick om zen-
ders uit Overijssel of uit de Veluwe te ontvangen. Uit de provincie Friesland kwam zelden iets binnen, blijkbaar lukte het die jongens daar niet zo goed deze kant op te draaien. Nu zijn op internet radiozenders actief die wij vroeger als etherpiraten beschouwden. Met dezelfde Nederlandstalige muziek, met lange muzieklijsten waar je zelf een keus uit kunt maken voor een verzoekje, die dan na verloop van tijd computergestuurd en storingsvrij wordt uitgezonden. De tijd is veranderd.

Radioprogramma

Geknetter of fading, zoals wij dat toen hoorden is er niet meer bij. Maar toch, zo af en toe schakel ik de oude vertrouwde middengolf-radio weer in op zoek naar een etherpiraat die ergens in de ether actief is. En je komt ze nog tegen, met verzoekprogramma en al, zoals december 2007 toen wij verbleven in een hotel
in Bad Bentheim. Op een draagbaar cassetteradiootje, die je moeiteloos in je broekzak laat glijden genoot ik, met een oortje in terwijl mijn vrouw tv zat te kijken, naar verschillende zenders die nog altijd vanuit Twente of de Veluwe opereren. Nostalgische gevoelens kwamen weer boven drijven. Nostalgie uit vroeger tijden heet ook mijn wekelijkse radioprogramma, die ik dankzij het interview met Bert Jan Brinkman destijds heb gekregen op de lokale omroep.

Waar een zoektocht naar de “Kanaalstreekcorrespondent” al niet toe kan leiden. Want van het een kwam het ander, radio gek was ik altijd al en komende maand is het al weer een jaar geleden dat ik als AOW-er voor het eerst plaats mocht nemen achter de microfoon van Radio Televisie Stadskanaal, kortweg RTVS genaamd. Persoonlijk beleef ik heel erg veel plezier aan het programma en bij deze wil ik het bestuur van RTVS nog hartelijk dank zeggen dat ik die kans heb gekregen. De mogelijkheid en ruimte die zij mij boden heb ik met beide handen aangegrepen.

Deze vierdelige serie over de piraterij in de jaren 70  is reeds eerder op de oude site van RTVS
gepubliceerd in februari 2009. Opnieuw bewerkt voor de website van RTV1 door B.J. Brinkman op 29 december 2018. – Met dank aan Anton de Wijk uit Stadskanaal 

Datum 29 december 2018 Bert Jan Brinkman

Etherpiraterij in de 70e jaren (3)

door Anton de Wijk,
de vroegere Kanaalstreek correspondent voor
Free Radio Magazine

Bij het publiek werden de piraten soms als asociaal betiteld, geheel onterecht overigens niet, want het ging er wel eens heet aan toe aan de band. De gemoederen konden hoog oplopen als de ene piraat de ander wegdrukte en dan was het taalgebruik niet altijd even kies. Het was dringen geblazen op een stukje vrije frequentie, nou ja vrij, je mocht dan wel niets horen in dat deel van de band op 180 m waar ook het
Loodswezen uitzond, maar in wezen bestaat er geen vrije etherband, want dan is die frequentie in het buitenland wel in gebruik.

Sterk signaal
De sterke etherpiraten drukten in het buitenland het signaal gewoon weg of veroorzaakten storing, wat weer de nodige klachten tot gevolg had. Daarom dat men in Engeland ook niet zo gecharmeerd was van de Nederlandse etherpiraten omdat die in hun ogen veel te sterk moduleerden. Een Engelse piraat werd door een Nederlander zo van de band geveegd, oude bandopnamen getuigen hiervan.

Door het gescheld en getier, waarbij men ook een krachtige vloek af en toe niet schuwde, plaatsten sommige piraten zich in een kwaad daglicht bij het publiek. Ik zeg sommige, want dit was maar een kleine groep die zich hieraan bezondigde. Dit gebeurde meestal in hoofdzaak als men aan het rapporten was met
elkaar. Maar waren het nou echt asociale personen die etherpiraten? Er zaten wel enkele opzichtige lui tussen voor wat betreft kleding, haardracht en sieraden. Enkelen hielden van goud, aan hun vingers blonken gouden ringen en om hun hals gouden halskettingen.

Eerst argwanend

Ik kwam wel eens bij enkele over de vloer waarvan ik zag dat de bank wel een nieuw stofje kon gebruiken, maar dat zag ik af en toe ook wel bij mensen waar ik de post bestelde. Dat een deel van het huishoudgeld werd gebruikt voor het zenden, gebeurde ook bij diegenen die niet zonden, maar er postduiven of postzegels op nahielden, of een ander soort hobby die geld kostte. Het was er soms ook niet overal even schoon en netjes maar een kop koffie heb ik overal gedronken, al dronk ik ook wel eens koffie bij pikfijne mensen tijdens mijn werk waarvan ik de koffie niet durfde te roeren, omdat aan het lepeltje nog eigeel kleefde. Ik bedoel maar.

In het begin werd ik erg argwanend bekeken toen ik voor Free Radio Magazine werkte. Ik werkte immers bij het toen nog Staatsbedrijf der PTT, Telefonie en Telegrafie, (in 1987 geprivatiseerd). PTT en etherpiraten konden nu eenmaal niet door een deur. Men meende dat ik onder een hoedje speelde met de PTT, dat ik mij bij hun binnendrong als een soort infiltrant. Ik had best begrip voor dat standpunt maar een interview gebeurde op vrijwillige basis, en ik hield hun voor dat zij enkel en alleen het verloop van het inter-
view bepaalden. En dat ze vooraf het verslag mochten lezen indien men dat op prijs stelde. Maar daar heeft nooit iemand gebruik van gemaakt.

Vertrouwen
Toen de eerste reportages verschenen had ik al gauw het vertrouwen van de piraten gewonnen en werd ik door velen van hen benaderd voor een interview. Ik ben altijd oprecht en eerlijk tegenover hun geweest, het gebeurde wel eens in een gesprek dat men de wetsdienaren voor rotte vis uitmaakte. Dat men hen bij wijze van spreken naar het leven stond als ze een inval bij hun zouden doen. “Schrijf maar op”, zeiden ze dan, “als ze komen kunnen ze wat verwachten.” Laat ik het overige taalgebruik maar achterwege laten.

Dat dit vaak gepaard ging met grootspraak laat zich raden, want in hun hart zaten ze niet te wachten op een inval. Ik heb wel eens een nachtuitzending meegemaakt waarbij ze meer voor het raam stonden dan dat ze op hun stoel zaten vanwege hun gemoedsrust. Over grootspraak gesproken. Voor hun eigen bestwil heb ik hun uitslaande taalgebruik nooit gepubliceerd, ik was niet op sensatie belust en wilde de jongens niet in diskrediet brengen door deze uitspraken, die later tegen hen gebruikt kon worden als ze werden gepakt. Wat in mijn ogen niet door de beugel kon, liet ik buiten het interview.

Gelezen
Want het blad werd ook door opsporingsambtenaren en politie gelezen. Ik was later eens bij een piraat die was opgepakt en dat bevestigde. Op tafel lag een FRM en de opsporingsambtenaar (Van der Werf) bladerde het door en liet zich ontvallen dat mijn interviews door hem met grote interesse werden gelezen. Op de vraag of hij daardoor was opgepakt werd dit ten stelligste door Van der Werf ontkend, enkel en alleen storing en klachten lagen hieraan ten grondslag.

Hij staafde dit door de uitzenddata te noemen wanneer dat het geval was geweest. Ook al werd een piraat gepakt, vaak werd er na afloop nog even nagepraat en een kop koffie gedronken met politie en opsporingsambtenaar. Het was een kat en muisspel maar men had ook respect voor elkaar. Je hoorde wel eens verhalen dat men met getrokken pistool bij de piraten een inval deed, ook in de krant verschenen soms zulke wildwest verhalen. Wat er van waar is weet ik niet, ik ben er nooit bij geweest. Misschien rond-
gestrooid door de piraten zelf? Want zo’n verhaal gaat er natuurlijk wel in.

Verboden

Radiopiraterij is bij de wet verboden en in die zin als misdrijf aangemerkt. Als iemand wordt vermoord is dit zeer zeker een misdrijf, veel piraten kon- den niet begrijpen dat hun zendactiviteiten daarbij gelijkgesteld werden. Het is natuurlijk een heel verschil als men met een zendertje speelt of dat iemand aan het mes wordt geregd, (vergeef mij die uitdrukking) om het maar eens cru te zeggen. Maar het is in de wet opgenomen omdat er zeker levens op het spel kunnen staan als er zodanig wordt gestoord, dat hulpdiensten niet
kunnen ingrijpen in geval van nood. In zo’n situatie kan men uitwijken naar een ander frequentie, maar toch, het gevaar is aanwezig. Als dan een piraat kan worden aangerekend dat daarbij mensen zijn omgekomen is het een misdrijf, in de zin der wet wat bij mijn weten nog nooit is voorgekomen. Gelukkig maar.

Soms zag ik wel eens zenders waarvan ik dacht, hoe kunnen ze hier in vredes- naam mee zenden. Het hele spul hing als los zand aan elkaar. Want niet iedereen was in staat een zender te bouwen, tenminste een goede zender waarmee men stabiel aan de band zat. Want daar ontbrak het nog wel eens aan doordat zo’n zender na verloop van tijd als het ware aan de wandel ging. De zender “verloopt” zei men dan. Veel etherpiraten hadden wel iemand die goede zenders konden bouwen of hun met raad en daad terzijde stonden.

Hitler aanhanger
Een man die ongelooflijk veel van zenders wist was “De goede bekende.” Hij woonde ergens in de Horsten, een buurtschap achter Musselkanaal, precies waar weet ik niet eens meer. Ik kwam er eens op een avond met de broers Kerbof uit Finsterwolde. Otto en Hendrik, beter bekend als “Monroe” en “Houston radio.” Een heel aparte man, deze Jacob Dik.

Het was in de winter en het was er stervenskoud toen we het bouwvallige huisje betraden. De broers waren hier wel van op de hoogte, want ze hadden een kofferbak met hout meegenomen zodat eerst de kachel aangemaakt kon worden. Maar dat duurde vanzelfsprekend eerst een hele tijd voordat die
een aangename warmte verspreidde. Boven de schoorsteen hing een oude krant met een afbeelding van Adolf Hitler, want Job Dik was een frequent aanhanger van een man die onze Joodse medeburgers naar de gaskamer zond en 6 miljoen mensen door zijn toedoen afslachtte.

Ik wist echt niet wat ik zag die avond en kon er met mijn volle verstand niet bij, dat er nog mensen waren die achter de ideeën stonden van een van de meest dwaze personen uit onze wereldgeschiedenis.
Ik zat er die avond met een erg onaangenaam gevoel. Praat er maar niet over, zeiden de broers en ga vooral niet met hem daarover in discussie. Job scharrelde wat door het huisje op zoek naar een onder-
deel die een van de jongens nodig had. Ondanks de verfoeilijke ideeën die Job er op na hield, was het een komen en gaan van de piraten die hem een bezoek brachten. Uit Emmercompascuum, Klazienaveen, Oostwold, uit alle omliggende plaatsen uit de verre omtrek kwam men bij Job Dik, die hun
voorzag van advies of voor het bouwen van een zender. Wat dat kon hij als geen ander, wat het bouwen van zenders betrof. Werd af en toe zelf ook uit de lucht gehaald, maar was binnen de kortste
terug in de ether met een nieuwe zender.

Dumpzaak Veendam
Zenderonderdelen werden gekocht bij een dumpzaak (Tjibbe) in Veendam, die meestal uit oude Amerikaanse legerzenders kwamen. Kisten vol onderdelen waren in de zaak ondergebracht en hier kon men naar hartenlust struinen naar datgene waar men naar op zoek was. Bakken vol buizen (de populaire 807), condensatoren, afstemspoelen, trafo’s je kon het zo gek niet bedenken of Tjibbe had het wel in voorraad. Hier werd in de losse verkoop ook ‘Free Radio Magazine’ verkocht die gretig aftrek vond bij de piraten.

Moonlight
Om de hoge stroomrekenig wat in te dammen werden er naar alternatieven gezocht door de piraten. Ik was eens bij “Moonlight” in Emmercompascuum die doodleuk vertelde dat hij wel eens stroom had afgetapt van de lantaarnpaal die pal voor de woning stond. Of ze rommelden wat in de meterkast, levensgevaarlijke toestanden natuurlijk. “Moonlight” was keeper bij de voetbalclub CEC in Emmercompascuum die toen in 1978 in de eerste klas Noord speelde. Kreeg toen een aanbieding van de nabij gelegen Duitse club Rüten-
brock waar hij toen 5 à 6000 mark per jaar kon verdienen.

Ofschoon dat niet is doorgegaan is hij er jaren later wel gaan wonen. Vanwege de veel goedkopere grond- en woningprijzen hebben in de loop der tijd veel landgenoten in het grensgebied er voor gekozen om in Duitsland te gaan wonen. ”Moonlight” die grote interesse had voor astrologie, werd 2 keer gepakt, de
eerste keer door Gerrit Verhoef. Hij zat daarvoor 14 dagen in het huis van Bewaring in Groningen (gezien zijn jeugdige leeftijd mocht hij niet naar Veenhuizen) waar hij elke dag wasknijpers in elkaar zette en daarvoor in de week vijf gulden ontving.

In het vierde en laatste deel vertel ik u iets over de razzia’s die in de jaren ‘70 plaatsvonden waarbij op een dag tientallen zenders uit de lucht werden geplukt.

Lees verder..

Datum 30 december 2018 Bert Jan Brinkman

Etherpiraterij in de jaren ‘ 70 (2)

door Anton de Wijk

De vroegere Kanaalstreekcorrespondent van Free Radio Magazine

Uit ons Archief: Johnnie Walker (midden) Links: BertJan Brinkman en rechts Anton de Wijk

Op mijn tochten door de provincie als de Kanaalstreekcorrespondent voor “Free Radio Magazine”, zag ik de zenders op de meest vreemde plaatsen verstopt. In alle hoeken en gaten zaten de etherpiraten, waaronder soms ook vrouwen, te zenden. Op hooizolders, oude bedsteden, onder de vloer, onder het stro, in oude
caravans, in de nok van een oude boerenschuur, kippenhokken, hooizolders, sloopauto’s, gewoon in de huiskamer of in een slaapkamer, die als studio was ingericht.

Nolan

Nolan, een jonge etherpiraat wiens zendnaam was afgeleid van het merk valhelm die hij droeg, zond uit in een boerenschuur in de buurtschap Harpel in de gemeente Vlagtwedde.

Hij woonde met zijn vader en broer (moeder was overleden) in een gezellig oud boerderijtje waar ik altijd graag kwam. Nolan had een knoert van een zender, zond uit met een Franse LMT-buis die zoveel licht verspreidde dat je er de krant in het donker met gemak kon lezen. De zendbuis was zo’n 40 cm hoog dacht ik, en tientallen centimeters in omtrek. Nergens anders heb ik ooit zo’n buis gezien van die omvang en grootte.

Was het eerst stervenskoud in de afgetimmerde ruimte van de schuur, als de zender eenmaal aan de band stond werd het er zo warm dat ventilatoren voor verkoeling van de zendbuis moesten zorgen om te voorkomen dat die uiteen zou spatten van de hitte. Nolan’s signaal werd keer op keer opgepikt door
een luisteramateur uit Finland die nogal gecharmeerd was van de muziek die hij uitzond tijdens zijn internationale uitzendingen. Niemand anders zond die muziek; echte ruige betonrock. Tussen twee hoge masten was een antennedraad gespannen en ik hoor nog hoe tijdens de herfst de wind langs de tuidraden floot als ik hem bezocht. Nolan werd uiteindelijk opgepakt door opsporingsambtenaar Van Empelen uit Den Haag.

Johnny Walker

Johnny Walker toen

Johnny Walker uit Exloo had een plm. 30 meter hoge zendmast waarvan hij van beneden naar boven kon klimmen. Bovenin was een plateau en indien nodig klom hij naar boven om reparaties uit te voeren aan de antennemast, vastgegespt met een veiligheidsriem. Bij de nodige wind wiegde de mast zeker een halve meter uit het lood als hij er op 30 m hoogte stond te werken. In het midden van de jaren ’70 ongeveer, gingen de etherpiraten internationaal uitzenden. Dat gebeurde hogerop in de band, op de 227m in de middengolf. Eén van de allereerste die op deze frequentie uitzond en er ook durfde uit te zenden, was Johnny Walker.

Toen hij hier voor het eerst ging zenden lachten collega-piraten hem uit. Niemand weet je zo hoog in de band te vinden, zeiden ze smalend. Veel piraten waren hier huiverig voor omdat men meende dat de luisteraars hun niet zou horen op deze, voor hun onbekende plek in de ether. Maar dit bleek een misvatting te zijn. Ontvangstrapporten getuigden van de sterkte van deze zender die in 17 Europese landen werd ontvangen. Ongekend was zijn verzoekplatenprogramma op de zondagochtend vanaf 10 uur.

De verzoekjes werden schriftelijk ingediend bij een correspondentieadres in Emmen en de enveloppen gingen, ofschoon hij er nooit om had verzocht, veelal vergezeld van geld. Die hij opspaarde om later zijn boetes van te kunnen betalen als hij ooit eens opgespoord werd. Ook zijn eerste racefiets werd van dat geld betaald, vertelde hij later in een twee uur durende interview voor de RTVS microfoon (nu RTV1). De herkenningsmelodie van zijn verzoekplatenprogramma was Let your love flow van de Bellamy Brothers.
Ik maakte eens zo’n uitzending mee en schreef erover:

‘Let your love flow’ hoorde ik in de middagmix show van omroep collega Bert Jan Brinkman. Een lichte siddering golfde door mijn lijf bij het horen van dit nummer. Het zal in de winter van 1976 zijn  geweest. Dichte flarden mist hingen laag over het Drentse land, enkele paarden schurkten dicht aaneen in een weiland  met hun hoofden mistroostig omlaag. Koud was, verrekte koud, ik kon het niet warm krijgen in de auto
ondanks dat de verwarming op de hoogste stand stond ingeschakeld.

De mist bleef hangen in de kom van de Hondsrug, was niet bij machte erover heen te trekken mede doordat op deze grauwe zondagmorgen wind en zon ontbrak die de mistflarden zouden kunnen verjagen. Het zicht bleef beperk tot enkele tientallen meters, mijn koplampen priemden in de mist maar het geelwitte licht mistte de kracht die te doorboren. Met aangepaste snelheid reed ik over de Drentse dreven.

Het landschap had iets spookachtigs, in de begroeiing langs de weg was af en toe een glinstering waar te nemen van een spinnenweb, die ragdun was geweven tussen een paar takjes. ‘Let your love flow’ van de Bellamy Brothers, de herkenningstune van Johnnie Walker. Ik was op weg naar Exloo waar ik een uitzending van hem deze zondagmorgen mocht meemaken.

Het dorp leek uitgestorven toen ik er binnen reed, een enkele voetganger zocht haastig zijn weg door de mist op weg naar huis, naar de warme kachel, een borrel misschien. Johnnie Walker, vanaf de Mi Amigo studio.
Twee elektrische kachels stonden roodgloeiend in de hoek van de kamer van waaruit hij uitzond. De zender stond warm te draaien, ventilatoren zorgden voor de nodige koeling terwijl de zendbuizen een spookachtig
schijnsel wierpen op het plafond.

Johnnie Walker,de perfectionist, een man die alles tot in de puntjes verzorgde, en niets, maar dan ook niets aan het toeval overliet. Alle verzoekjes die de afgelopen week waren binnen gekomen waren
geordend, de bijbehorende platen uitgezocht. Het was 2 minuten voor de uitzending. Met een kennersblik liep hij alles nog eens na. De secondewijzer kroop traag naar de twaalf en precies op dat moment plofte de draaggolf de ontvanger binnen en stond de zender aan de band……..

Johnny Walker is twee keer gepakt, de laatste keer door Gerrit Verhoef en heeft daarna zijn etherpiraterij praktijken beëindigd. Betaalde Johnny Walker zijn boetes met het geld van zijn verzoekjes, zodat
het huishoudgeld niet aangesproken hoefde te worden, ik heb dat ook wel eens anders meegemaakt. Boetes van 400 gulden of meer waren in de jaren ‘70 een hoop geld. Bolwerken van de geheime zenders waren noordoost Groningen, het zuidoosten van de provincie Drenthe, Twente en de Veluwe. Hier zaten sterke middengolfzenders, waar populaire zenders tussen zaten. Omdat ze veelal Nederlandstalige muziek draaiden en de nieuwste platen, die door Hilversum niet werden opgepikt, waren ze ongekend populair bij het
gewone volk.

Verschillende piraten waren werkloos, leefden van een uitkering en zaten alle dagen te zenden. Uit verveling, en voor de kick vertelden ze mij, en vaak aan de rechter, tijdens hun veroordeling. Als je dan vroeg waarom ze geen andere hobby zochten, haalden ze hun schouders op. Platenmaatschappijen speelden er op in en wekelijks kwamen er nieuwe platen uit die door de piraten aangeschaft werden. Een dure lief-
hebberij die sommigen van het huishoudgeld bekostigden. Zonder naam en toenaam te noemen zag je dat sommige gezinnen er onder leed. Moeder moest maar zien rond te komen als haar man weer eens werd
gepakt of 14 dagen moest zitten in Veenhuizen.

Een man die Veenhuizen als zijn broekzak heeft gekend was Oompie Koerier uit Zuidbroek. Deze Barteld Grofsmid was een markante man, zoals zijn zoon dat was in de serie Man bijt hond, die afgelopen herfst op de tv te zien was. Ik heb een interview met Oompie gehad en hem daarna nog een paar maal be-
zocht. Hoeveel keren hij precies is gepakt, daarvan ben ik de tel kwijtgeraakt.

Was het 16, 18 of over de 20 keer? Ik geloof dat Oompie het ooit eens heeft gepresteerd om vier keer dezelfde dag te worden opgepakt. Oompie Koerier zond uit in de schuur van de woning, tussen allerlei gereedschappen op de werkbank. Een grote zaag hing aan een spijker boven zijn versterker. “Ik heb de zendkoorts in mijn bloed”, zei Oompie op die oktoberdag in 1977 toen ik hem bezocht.

Begon in 1952 te zenden door een draad tussen twee bomen te spannen en een draad, waaraan een baksteen werd bevestigd voor aarde die in een put werd gegooid. “We zonden toen in de open lucht, in die tijd ben ik vaak door sloten en weilanden gevlucht om aan de politie te ontkomen. Als je in die tijd werd gepakt, ging je voor 4 maanden lang de cel in. Werd je thuis gepakt, dan gingen ook eventuele bezoekers mee want die werden ook strafbaar geacht.” De hele familie Grofsmid is actief in de ether.

“We zenden allemaal”, zei Oompie toen, “Zwarte Madonna is mijn echtgenote, Tornado (Man bijt hond) mijn zoon, en mijn dochters draaien onder de namen Snelle Fanny, Vrouwelijke Toronto en de Kleine Prinses.”
Ook Bartelds broer was aan het zenden verslaafd, met elkaar heeft hij voor het zenden 4 à 5 jaar van zijn leven in de cel doorgebracht. De zingende etherpiraat Oompie Koerier overleed in februari 2000 op
64-jarige leeftijd.

Veel artiesten waren in die tijd blij dat hun plaatje werd gedraaid door de piraten. Promoten heet dat tegenwoordig. Deze taak zijn de laatste jaren ook deels overgenomen door de locale omroepen die de opnamen van de regionale artiesten steeds meer zijn gaan draaien. Denk hierbij aan onze eigen locale omroep. Het Nederlandstalige lied stond bij de diskjockeys in Hilversum niet in een hoog aanzien, artiesten als de Zangeres zonder Naam of Johnny Jordaan werden door bepaalde omroepen geboycot, omdat ze niets moesten hebben van dat smartlappengedoe. Boze tongen beweerden in die tijd, als er maar 25 gulden in de platenhoes wordt bijgevoegd, wordt de plaat ook wel gedraaid.

Vandaar dat veel artiesten en orkestjes bekend werden dankzij de etherpiraten. Denk hierbij aan Johan en Henk, Quintus, Het Sneeuwbal Trio en aan De Heikrekels, namen die me zo maar spontaan te binnen schieten. En als er geen etherpiraten waren geweest had nog nooit een hond gehoord
van Johnny Pecon of een Frankie Yankovic, wiens polka’s bij de platenzaken niet waren aan te slepen.

Er bestonden zelfs wachtlijsten voor deze platen bij Autorama in Veendam. Ze werden rechtstreeks geïmporteerd vanuit Amerika. Vooral vrijdagsavonds liep je verschillende piraten tegen
het lijf die in de platenbakken zaten te struinen. Aan de balie waren mede-
werkers bezig bestellingen op te nemen, ze schreven hun vingers blauw.
Voor de platenzaken was het een gouden tijd.

Er werden ook veel liedjes gemaakt over de piraten bv. De moeder van de zendpiraat, van Johan en Henk, Wij kunnen het niet laten, van De Tijdbrekers, Dankzij de piraten, The Music Sounds, sommige liedjes van Vader Abraham verhalen er over, enfin u kunt de lijst zelf moeiteloos aanvullen. We kunnen rustig stellen dat de geheime zenders een grote bijdrage hebben geleverd aan de populariteit van het Nederlandse lied waarvoor veel artiesten van naam hun heden ten dage nog dankbaar zijn…

Lees verder..

Datum 29 december 2018 Bert Jan Brinkman


-advertenties-

NIJM Webdesign Stadskanaal